Interview | Pierre de Froidmont: ''Ik weet dat ik voortaan op de overwinning mag mikken!''

Sport
11 May 2023 — Adrien Protano

De Belg Pierre de Froidmont kende tijdens de vorige wereldbekercampagne zijn grote doorbraak in de internationale crosscountryscene. Hij eindigde elfde overall, maar nog belangrijker was zijn eerste podium in die wedstrijdserie. We spraken hem in het Belgische Spa, tijdens zijn laatste voorbereidingsweken op een nieuw seizoen.

Pierre, we zagen je vorig seizoen regelmatig vooraan meedraaien in de kopgroep in de wereldbeker MTB, maar het grote publiek kent je toch nog niet zo goed. Kan je ons vertellen waar en wanneer je begonnen bent met fietsen?

Ik herinner me nog heel goed dat ik mijn eerste fiets kreeg rond mijn twaalf jaar, voor mijn communie. Ik schreef me vervolgens in voor een fietsstage niet ver van mijn thuis, in La Reid (nvdr: in de Belgische Ardennen). Aan het einde van de week vroeg ik mijn ouders om mij direct opnieuw in te schrijven, ik vond het geweldig!

Junior_Championnat_Belgique_BK_XC_Ottignies_2015_Copyright_OBeart_VojoMag-1

Welke weg legde je af tussen deze eerste stappen op de MTB en je eerste contract bij het Wallonie MTB Team?

Al vrij snel sloot ik me aan bij een mountainbikeclub in de regio. Eén keer per jaar organiseerden ze een manche van de Kids Trophy (nvdr: een Belgische reeks XC-wedstrijden voor kinderen van 7 tot 14 jaar). Ik reed mijn eerste wedstrijd toen ik 13 was en vond het erg leuk. Het volgende jaar deed ik het volledige seizoen van de Kids Trophy. Ik verliet toen mijn eerste club, Ardennes Mountain Bike Theux, om me aan te sluiten bij een andere club in Sankt-Vith. Deze club was meer op wedstrijden gericht en dat is waar ik naar op zoek was voor mijn laatste jaar bij de nieuwelingen en mijn twee jaren bij de junioren (foto hierboven). Met hen proefde ik van mijn eerste internationale wedstrijden alvorens ik als eerstejaarsbelofte toetrad tot Merida – Wallonie (later BH – Wallonie).

Merida_Wallonie_2016_Copyright_OBeart_VojoMag-14

Dacht de Pierre de Froidmont van toen al aan een profcarrière? 

Toen ik bij het team kwam, had Sebastien Carabin een profcontract bij ADEPS. Ik vond dat erg knap en was trots om in hetzelfde team te zitten als hij, maar ik had nooit gedacht dat ik ooit zelf prof zou worden. Zelfs jaren later blijf ik hem als een idool plaatsen.

Je noemt Sebastien Carabin als een van je voorbeelden, zijn er nog andere atleten met wie je vandaag het peloton deelt die je idolen waren/zijn?

Ik herinner me dat ik ooit meedeed aan een etappekoers op Cyprus met onder meer Jaroslav Kulhavý, de olympische kampioen van 2012. Het was te gek om het peloton met hem te delen. Ook Julien Absalon was altijd een atleet die veel indruk op me maakte, en ik heb veel herinneringen aan zijn duels met Nino Schurter. Ik herinner me dat tijdens mijn eerste wereldbekerwedstrijden de beloften en elites samen de verkenning deden van het circuit, dat was echt indrukwekkend! Ik was vereerd toen hij me vorig jaar een bericht stuurde met de vraag om eens samen te gaan rijden.

Je combineerde het leven als renner binnen Team Wallonie jarenlang met dat van student lichamelijke opvoeding. In 2020 studeerde je af. Is er een verschil in je voorbereiding en je leven voor en na dat diploma?

Het klopt dat het nu makkelijker is om me volledig aan mijn voorbereiding te wijden, maar ik ben blij dat ik deze overgangsperiode heb meegemaakt. Omdat ik dacht dat prof worden geen optie was, heb ik er alles aan gedaan om mijn studie goed te doen, ook al ben ik geen geweldige student (lacht). De twee levens leefden naast elkaar, ik zag trainen als een waar genoegen na de schooldag. Het was beter zo, anders zou ik onder druk hebben gestaan ​​om te presteren tijdens de wedstrijden, wat niet zou hebben gewerkt voor mij gezien mijn persoonlijkheid. Dit dubbelleven dwong me om efficiënt te zijn en mezelf goed te organiseren, iets dat ik vandaag nog doe in mijn trainingen.

Hoe ziet de week van een profrenner eruit?

In de winter bestaat mijn voorbereiding vooral uit trainingen in de sportzaal en op de weg en besteed ik de tijd die ik over heb aan externe activiteiten en aan mijn privéleven. Tijdens het seizoen ligt het trainingsritme hoger zodat er dagen zijn dat je enkel maar fietst. Deze week ben ik bijvoorbeeld bezig aan een trainingsweek van 30 uur.

En hoe ligt de verhouding weg/MTB tijdens het seizoen?

Als het warmer begint te worden, wijk ik al eens af van mijn programma en neem ik sneller mijn mountainbike, terwijl er eigenlijk een wegrit gepland stond. Het is geweldig dat we nu ook in Wallonië Trail Centers hebben, zoals hier in Spa, omdat ik er voorafgaand aan de wereldbeker specifieke trainingen kan doen en aan mijn techniek kan werken. Ik ken de plek hier in Spa heel goed en ik kan er een wedstrijdrondje simuleren met mijn VO2 max en met steile beklimmingen en afdalingen. Deze trainingen duren niet lang, ongeveer twee uur, maar ze zijn in de praktijk veel meer waard.

We zien dat veel atleten in de winter naar het buitenland gaan om te trainen, ik denk in het bijzonder aan Zuid-Afrika. Heb je soms ook de behoefte om naar het buitenland te gaan?

Ik train voorlopig nog altijd heel graag hier thuis. Ik vind dat we een speelveld hebben dat echt goed is en volgens mij voldoende is voor mijn voorbereiding. Natuurlijk is het weer soms wat grillig, maar dat heb ik liever dan de ruwe ondergrond van Zuid-Frankrijk. Anderzijds heb ik wel al goede teamkampen beleefd in Italië of Spanje.

Ik ben ook al eens in Zuid-Afrika en Rwanda geweest. Ik denk dat het de verandering van omgeving is die wordt gezocht bij dit soort bestemmingen. Van Zuid-Afrika ken ik alleen het domein waar je niet uit mocht, een soort gouden kooi … Dat was dus veel minder leuk dan Rwanda. In dat laatste land ben ik twee keer geweest dankzij mijn eerste trainer, Simon, die nu in Kigali woont. Ik heb in Rwanda nooit op een mountainbike gereden, alleen op de weg, maar ik voelde me er altijd heel veilig. De Rwandan Epic, waarvan Simon een van de organisatoren is, staat zeker ooit op mijn planning.

Train je veel de technische kant of ben je tevreden met de basis die je ooit verworven hebt en die je nu onderhoudt?

Ik had een heel interessant gesprek met mijn trainer waarbij we ons afvroegen waar we specifiek aan zouden kunnen werken. Ik had tijdens voorgaande races gemerkt dat ik in vergelijking met de top 10 in de World Cup best goed kon klimmen. Aan de andere kant had ik de neiging om tijd te verliezen op de snellere passages waar ik de remmen niet genoeg los kon laten. Ik verloor nooit veel, maar elke keer weer moest ik na zo’n passage moeite doen om weer in het wiel van mijn concurrent voor me te komen. Deze verloren meters maken na een wedstrijd van 7 ronden echt wel het verschil! Het is frustrerend als je ziet dat in bepaalde races je soms met tien renners binnen een tijdsbestek van 30 seconden eindigt en dan realiseer je je dat deze kleine verschillen kostbaar zijn.

Ik moet dan ook het nodige doen om op dit punt te verbeteren. Met Pierre Lebreton hebben we erover nagedacht om chronocellen aan te schaffen om bepaalde passages in een lus te kunnen herhalen en te kunnen objectiveren wat het snelste is. Alleen vind ik het moeilijk om jezelf uit te dagen op dit soort dingen. Ik zou mijn enduro moeten nemen en met Martin Maes of Gilles Franck moeten rijden (lacht).

Ik zie tijdens onze teamkampen waar ik veel op de mountainbike heb gezeten het verschil tussen de eerste en laatste dag. Het is met name dankzij het teamkamp in Italië dat ik de wedstrijd in Albenga heb kunnen winnen. Ik voelde me goed op de snelle afdalingen van het circuit en kon daar het gat groter maken.

Je had het al enkele keren over je coach, met wie werk je momenteel samen?

Ik werk samen met Pieter Timmermans, een Vlaming die begon met het coachen van triatleten en daarna profwielrenners. Ik vroeg hem om mij te helpen en nu is hij ook verantwoordelijk voor de voorbereiding van Jens (Schuermans), Emeline (Detilleux) en ook Anne Tauber en Lukas Malezsewski.

We werken nu drie jaar samen en ik kan me niet voorstellen ooit te veranderen. Ik had meteen een goed gevoel bij hem en ik weet nog dat ik tegen mezelf zei: “Ik denk dat dit mijn laatste coach zal zijn.” Ik heb de indruk minder hard te werken dan bij mijn vorige coaches, maar gerichter. Ik voel minder de mentale belasting van de training omdat hij ons meer vrijheid geeft in ons schema, zo kan ik sommige trainingen met elkaar switchen of ze een beetje aanpassen aan mijn goesting. Hij is erg begripvol en ik denk dat ik wat vrijheid nodig heb in mijn voorbereiding. Ik vraag natuurlijk om een ​​bepaalde follow-up, maar zonder dat het me verstikt. Ik denk nog steeds dat ik marge heb om beter te worden aan zijn zijde.

Vojomag-Pierre-de-Froidmont-2022_1.jpg

Je vindt ook het mentale aspect belangrijk, wanneer ben je ermee begonnen om dit specifiek voor te bereiden?

Sinds 2019 werk ik met een mental coach. Op dat moment had ik het gevoel dat de dingen enkel gebaseerd waren op wedstrijdresultaten en een paar maanden lang werkte het gewoon niet meer, terwijl ik eerder gestage vooruitgang had geboekt. Dus ik kwam aan bij mijn mental coach en zei “laat me weer draaien.”

Zonder anders te leren denken, ben ik ervan overtuigd dat ik zou gestopt zijn met fietsen

Ze heeft me enorm geholpen om mijn gedachtegang te veranderen. Nu realiseer ik me dat niet het resultaat het belangrijkste is, maar het hele proces erachter. Als je alleen maar in resultaten denkt, kun je er snel genoeg van krijgen. Je bereidt je maandenlang voor op een weekend, en als dat verkeerd loopt, ben je alles kwijt … Zonder anders te leren denken, ben ik ervan overtuigd dat ik zou gestopt zijn met fietsen als er geen goede resultaten kwamen.

Na enkele weken realiseerde ik me dat ik alles waarvoor ik begonnen was met fietsen, was kwijtgespeeld: de natuur, nieuwe plekken ontdekken, … Ik herontdekte panorama’s, geuren en gevoelens die ik vergeten was omdat ik me concentreerde op de inspanning en het resultaat.

IK_3064-2-1.jpg

Kan je met die gedachtegang presteren in de wereldbeker?

Tijdens de wereldbekerwedstrijden voel ik me zo gelukkig om daar te zijn, ik profiteer van al deze kansen en ik geniet veel meer dan voorheen toen ik me alleen op het resultaat concentreerde. De openingsronde is altijd een scharniermoment tussen de lange wintervoorbereiding en de terugkeer naar de competitie. Dat is het moment waarop we ons afvragen wat de betekenis van dit alles is, of de World Cups echt vectoren van persoonlijk geluk zijn, zelfs na maanden van zorgvuldige voorbereiding. Nu weet ik dat ik me aan het voorbereiden ben, niet op een mogelijk podium in de Wereldbeker, maar om te kunnen genieten van de verschillende races en de gevoelens die ze me kunnen geven.

Een wedstrijd is vooral een persoonlijke strijd

Een werkpunt met Julie (nvdr: zijn mental coach) dat me ook veel helpt, is de visualisatie-oefening. Zij zet het circuit met een boordcamera op een tablet en geïnstalleerd op de hometrainer projecteer ik mezelf in mijn race. We werken dus aan het hele psychologische aspect van de race en we vechten tegen de angst voor het onbekende. Het is gek hoe dit een detail kan lijken en het nut dat het heeft gekregen op de dag van de race. Ik weet dat er atleten zijn die heel sterk zijn op training, maar die vanwege het mentale aspect moeite hebben met functioneren in de wedstrijd. Het doet me beseffen dat, naast de strijd met de concurrenten op het circuit, de race vooral een persoonlijke strijd is. De professionele race-omgeving hoeft niet vijandig te zijn waarin je anderen enkel als tegenstanders ziet, er is ruimte voor vriendelijkheid.

Je reed bij KMC – Orbea enkele maanden onder de hoede van Pierre Lebreton en je koos ervoor om hem te volgen naar het nieuwe Orbea Factory Team. Hoe heb je de samenwerking tot hiertoe ervaren?

Menselijk is hij een ongelooflijk persoon. Ik heb op dit gebied zelden zo’n correct persoon ontmoet. Hij is iemand die diep geïnteresseerd is in anderen en zorgzaam is. Hij heeft ook veel ervaring, hij heeft met veel geweldige renners gewerkt en dus is het heel gemakkelijk om met hem samen te werken. Ik voel me erg op mijn gemak om naar hem toe te gaan voor een praatje en hij luistert altijd. Hij weet me op mijn gemak te stellen, soms zelfs zonder dat ik het in de gaten heb.

Als ik twijfels heb over bepaalde wedstrijden en het gevoel heb dat ik niet functioneer, dan weet ik dat ik hem dit in alle vertrouwen kan zeggen. Ik denk bijvoorbeeld aan Brazilië vorig seizoen. Een week voor de world cup deden we mee aan een race om in het ritme te komen op een vergelijkbaar circuit. Iedereen in het team gaf op en ik finishte meer dan 8 minuten achter winnaar Vidaurre … Het moreel van het team zat die avond op zijn diepst, iedereen wilde naar huis (lacht). Pierre nam het woord en legde ons uit dat hij wist dat het zo zou gaan. Hij vertelde ons de redenen waarom het zo slecht was gegaan (klimaat, vermoeidheid van de reis, enz.). Hij vertelde ons ook dat we vanaf woensdag het verschil zouden zien en dat we klaar zouden zijn voor het raceweekend. Ik vertrouwde op hem en de wedstrijd ging heel goed!

Heeft deze goede ervaring met hem je keuze beïnvloedt om lid te worden van het Orbea Factory Team?

Dat was enorm bepalend! Ik denk dat ongeacht naar welk team hij ging, ik zou hebben geprobeerd hem te volgen. Het is met hem dat ik wil verder werken. Ik denk dat ik, net als de meeste atleten in onze sport, op gevoel opereer. Ik heb een goede sfeer nodig binnen het team, dat er rekening gehouden wordt met de mens. Ik weet dat sommige renners dat niet nodig hebben en ongeacht de sfeer om hen heen hun wedstrijden rijden, maar ik kan het niet.

Ik kan me voorstellen dat je de tijd van achteraan op de startgrid beginnen en zoveel mogelijk renners oppikken naarmate de race vordert niet te hard mist. Hoe voelt het om vooraan te starten?

De startpositie heeft een grote invloed op het eindresultaat. Je weet dat sommige jongens waarschijnlijk een veel sterkere race hebben gereden dan jij, maar op de laatste rij zijn vertrokken. Dat is het spel, we hebben het allemaal doorgemaakt. De shorttrack is een goede gelegenheid om een correcte plaats op de startgrid af te dwingen. Het is een format dat ik erg leuk vind om het raceweekend in te gaan, als overgang tussen trainen thuis en de wedstrijd van zondag. Het zorgt ervoor dat mijn stressniveau verlaagt en dat ik meer vertrouwen heb voor de XCO.

Je eindigde als zesde in de shorttrack van Mont-Sainte-Anne, is dat moeilijker dan een top 10 halen tijdens een XCO?

Een shorttrack correct afwerken en een gunstige positie afdwingen voor de race van zondag is één ding. Ik heb dan ook bewondering voor rijders als Koretzky, Avancini en de andere XCC-specialisten. Om mee het tempo van de race te bepalen, te accelereren, de controle over te nemen en mee te strijden voor de overwinning is echt indrukwekkend. Tijdens de laatste twee rondes vertoef ik in een andere wereld, ik ben niet langer lucide en ga tot het einde in robotmodus (lacht).

In MSA was het anders. Met z’n zessen gingen we de laatste ronde van twee minuten in en alles was nog mogelijk. Ik denk dat we op dat moment allemaal hetzelfde in gedachten hadden: “Vandaag kan ik winnen.” Dat is waar shorttrack ook voor staat denk ik, die spanning.

Je schitterde in Canada ook tijdens de race op zondag. Als vijfde eindigde je nog net mee op het podium. Een goede herinnering?

Mont-Saint-Anne is een gekke herinnering! Naast een geweldig weekend was het vooral een ongelooflijke week. Ik reed de hele week op de paden rond als een verbaasd kind. De mensen zijn super gastvrij en de plaats ademt mountainbiken. Tijdens de race lag ik een hele tijd op de tweede plaats en besefte ik dat ik me amuseerde en niet voor het resultaat reed. Het voelde goed om daar precies op dat moment te rijden. Ik hoop deze gemoedstoestand dit jaar bij verschillende manches te kunnen reproduceren.

Voelde je een verschil in je manier van rijden tussen het begin en het einde van het seizoen 2022?

Ja, zonder twijfel! Ik zag vooral dat ik tussen Petrópolis en Mont-Sainte-Anne een stap vooruit heb gezet. Ik herinner me dat we in Brazilië met drie renners de laatste ronde ingingen en vochten om de 4de plaats. Ik was verrast dat ik in de laatste ronde in deze positie zat en ik was zeer tevreden met mijn 6de plaats. Tijdens de debriefing met Julie, deed ze me beseffen dat ik niet alles had gegeven om op het podium te eindigen, dat ik te respectvol en daarom niet competitief genoeg was geweest. Het was een belangrijk punt waar we veel samen aan hebben gewerkt. Ik denk dat ik daardoor in Mont-Sainte-Anne in staat was om te denken dat “Schurter een tegenstander is zoals elke andere en dat ik zou vechten tot op de meet.” Het was een droom om in die positie tegenover een renners als Schurter te staan, maar ik dacht er niet aan en deed wat nodig was om op het podium te eindigen.

Je won begin 2023 een wedstrijd in het Italiaanse Albenga. Kun je ons vertellen hoe het is om weer te winnen? 

Mijn laatste overwinning dateerde al van de Tri Nation Cup in september 2020. Het was dus erg leuk om begin 2023 in Albenga te winnen, ook al was het maar een voorbereidingsrace. Ik had het gevoel dat ik het vertrouwen van de laatste races van het seizoen 2022 had behouden. Ik zag dat ik fysiek wel wat sneller kon, dus besloot ik vroeg in de race aan te vallen. In het verleden zou ik gezegd hebben “wat sta ik hier vooraan te doen?” Vanaf nu weet ik dat ik op het podium kan staan ​​en voor de overwinning kan meespelen.

Zijn er bepaalde WB-manches waar je meer naar uitkijkt dan andere? Of sommige waar je minder enthousiast van wordt?

Zeker Mont-Sainte-Anne en Nove Mesto. De eerste verkenningen in Nove Mesto hebben altijd iets speciaals. Tijdens de training beeld ik me telkens in dat ik goed geplaatst ben in de race en het gat vergroot. Brazilië en Valkenburg hadden ook mooi kunnen zijn. Een WB zo dicht bij huis zou geweldig zijn geweest, het was een kans om met iedereen een geweldig feest te beleven. Les Gets vind ik niet het mooiste parcours, maar de plek zelf is wel leuk. Albstadt vind ik minder en ik ben niet de grootste Snowshoe-fan, ook al heb ik daar vorig jaar een geweldige tijd gehad met het team.

En wat met het Europees kampioenschap, ben je daar jezelf een revanche verschuldigd?

Het EK is een lastige. De routes zijn vaak kunstmatig en de omgeving is ongebruikelijk (denk aan het circuit rond het fort in het Servische Nove Sad, nvdr). Het doet me ook aan de Olympische Spelen denken. Als de Spelen in Mont-Sainte-Anne zouden plaatsvinden of op een mountainbikelocatie, zou ik veel minder twijfelen, maar nu moet ik toegeven dat ik me er niet zo op mijn gemak voel als tijdens een WB-manche.

Als alles goed gaat mag België twee renners afvaardigen voor de Olympische Spelen van 2024. Hoe leef je daar naartoe?

Momenteel heeft België twee startbewijzen in het mountainbiken voor de Spelen en een comfortabele voorsprong qua punten. We moeten echter alert blijven om dit zo te houden. We moeten dus goede resultaten behalen om onze plek veilig te stellen, maar zonder te gefocust te zijn op de resultaten zoals ik eerder heb uitgelegd (lacht). Jens zag ik steeds als een concurrent, maar nu trekken we elkaar naar een hoger niveau en ik ben superblij wanneer hij het goed doet en we samen punten verzamelen voor Parijs.

Voel je op materiaalvlak een verschil tussen de oude en de nieuwe Oiz? 

Ik denk dat het vorige model voor iedereen geschikt was, hij was gemakkelijk te hanteren en licht. Ik vond hem uitstekend klimmen en goed dalen. Het kostte me wat meer tijd om me aan te passen aan de nieuwe. Hij moet meer getemd worden en ik moest wennen aan de wendbaarheid. Nu ik de fiets goed ken, vind ik hem echter veel geruststellender en efficiënter.

Dit is ook het geval bij de overgang van wielen met een interne breedte van 25 millimeter naar wielen van 30 millimeter en van banden van 2.25 naar 2.4 inch. Ik moest gewoon worden hoe het geheel reageerde, want ik was mijn houvast kwijt en had de indruk de grond minder te voelen. Ten slotte is deze combinatie stabieler en laat het me toe passages op hoge snelheid te nemen.

Zie jij jezelf in de toekomst ooit iets doen met je studie? Leraar worden en lesgeven aan een klas leerlingen of zou je liever na je carrière iets doen in de wielerwereld?

Tijdens mijn eerste profseizoenen bekeek ik alles jaar per jaar, omdat ik het gevoel had dat alles even snel weer kon verdwijnen als het gekomen was. Ik was er dan ook van overtuigd dat ik me zou kunnen aanpassen aan de dag dat dit allemaal zou stoppen en dat ik een baan in het onderwijs zou vinden. Sinds vorig jaar moet ik toegeven dat ik diep van binnen hoop de kans te krijgen om in de wielerwereld te blijven omdat ik eraan gehecht ben. Ik denk dat het coachen van bijvoorbeeld jongeren iets is waar ik enorm van zou houden.

Dit weekend opent het WB-seizoen 2023 in het Tsjechische Nove Mesto, een manche waar Pierre de Froidmont reikhalzend naar uitkijkt. We wensen hem alvast het allerbeste!