Pimp my ride: een betere fiets in drie stappen - Stap 3: we ontzeggen ons niets!

Door Olivier Béart -

  • Techniek

Pimp my ride: een betere fiets in drie stappen - Stap 3: we ontzeggen ons niets!

Stap 3: we ontzeggen ons niets!

3.1. Aandrijving: lichter en groter bereik

De Shimano XT-aandrijving op onze testfiets werkt zeer goed maar er zijn twee nadelen aan verbonden. Zo is het gewicht van deze aandrijving niet optimaal want het gaat om een model uit het middensegment waarop men toegevingen heeft moeten doen om de prijs aanvaardbaar te kunnen houden. En ook het bereik van de cassette (11-46) is iets te gelimiteerd om de vele situaties op het terrein, die we tijdens een marathon of stage race kunnen tegenkomen, te lijf te gaan. We kozen dan ook voor de Sram XX1 Eagle met 12 versnellingen.

Dankzij de cassette van de Eagle (10-50) verhoogt het bereik naar 500% (tegenover 418% op de XT in 1×11) en kunnen we kiezen uit twee opties: ofwel spelen we op veilig en behouden we het kettingblad van 32 tanden ofwel mikken we toch op meer snelheid door voor een 34 te opteren, of zelfs een 36. Natuurlijk behouden we achteraan wel het kransje van 50 tanden voor de steilste hellingen. Door over te stappen op de Sram XX1 Eagle winnen we meteen 350 gram. Voor dit alles moet je wel ongeveer 1000 euro opzijleggen en eventueel dien je ook nog het freewheel te verwisselen als dit van Shimano is.

3.2 Remmen: verfijnd, gewicht en prestaties

Tot hier hebben we net als bij de aandrijving ook de originele Shimano XT-remmen behouden, die dezelfde toegevingen doen als de aandrijving om een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding te bieden. We hadden bij Shimano kunnen blijven door te kiezen voor de uitstekende XTR Race-remmen of kunnen kiezen voor de Magura MT8-remmen die volledig uit carbon zijn, maar omdat de aandrijving van Sram is en omdat we de nieuwe Level Ultimate-remmen nog niet getest hebben, zien we daar een opportuniteit.

Carbon remhendels, titanium bouten, zwevende remschijven: men is echt niets vergeten bij deze remmen! Als kers op de taart kunnen we de XX1 Eagle-shifter op de remhendel monteren, zonder dat we een andere beugel moeten gebruiken. De ergonomie van de remhendels is uitstekend en de remkracht is op de afspraak, net zoals de progressiviteit. Aangezien we wedstrijden voor de boeg hebben met veel hoogteverschillen en gewichtswinst op topremmen als deze minder belangrijk is, beslisten we finaal om vooraan toch een remschijf van 180 millimeter te behouden. Op die manier winnen we 100 gram en daarvoor moeten we een budget voorzien van 350 à 450 euro.

3.3 Carbon wielen: het neusje van de zalm

We hadden de wielen reeds een upgrade gegeven met de mooie carbon exemplaren van 9th Wave, maar als je niet op een eurocent moet kijken kan je daar nog een stap verder in gaan. De gelukkige heeft in dat geval twee opties: zich tot een gekende wielenbouwer richten en vragen of hij een lichte wielset kan monteren naargelang de behoeftes of het beste nemen van wat de grote merken aanbieden. Uiteindelijk kozen wij voor dezelfde wielen als Nino Schurter, namelijk de DT Swiss XMC 1200.

De keuze voor de XMC, in plaats van de XRC, werd ons ingegeven door de iets bredere velgen van 24 millimeter. DT Swiss heeft de oude XRC-wielen met velgen van 22,5 millimeter ondertussen uit de catalogus gehaald en vervangen door een nieuwe versie met velgen van 25 millimeter die sterk lijkt op de XMC-versie die je hier ziet. De nieuwe XMC-wielen hebben voortaan velgen van 30 millimeter, wat ons iets te breed lijkt voor een gebruik in XC en marathons, ook al hebben sommige renners in de wereldbeker toch voor deze optie gekozen. Wij wachten eerst een test af om te kijken wat dit geeft.

In tussentijd bieden de door ons gekozen DT Swiss XMC-wielen naven van een voorbeeldige betrouwbaarheid, een niet te evenaren montagekwaliteit voor seriewielen en velgen die zowel licht als stevig zijn. Ten opzichte van de wielen van 9th Wave winnen we een kleine 100 gram (vooral op het achterwiel) vermits onze XMC 1200-wielset 1452 gram weegt in 29″. Onze portefeuille wordt echter ook heel wat lichter, want de wielen kosten maar liefst 2000 euro (als je een beetje zoekt kan je ze al vinden voor 1500 euro).

3.4. Voor de ultieme bescherming is er latex voor de prijs van champagne

De latex (Tire Sealant) van Notubes en heel wat andere merken is al niet goedkoop, maar er bestaat een nog duurder product: de fameuze Notubes Race Sealant. Deze kost maar liefst 50 euro voor één liter en is daarmee bijna 50% duurder dan de klassieke producten. Voor die prijs belooft hij dat hij gaten dicht die twee keer zo groot zijn als de gaten die gedicht worden door een klassiek product en ook een snellere reactie. Deze prijs mag nogal exuberant lijken, maar in het kader van onze ultieme optimalisatie waarbij het doel is om de risico’s zo minimaal mogelijk te houden is dit wel relevant. Zeker voor wedstrijden aan het andere eind van de wereld die een fortuin kosten om aan deel te nemen en waarvoor je je maandenlang hebt voorbereid.

DoorOlivier Béart