Test | Rockrider XC500: ja, het is mogelijk om een (zeer) goede mountainbike te maken voor 1200 euro! - Rockrider XC500: de terreintest

Door Olivier Béart -

  • Techniek

Test | Rockrider XC500: ja, het is mogelijk om een (zeer) goede mountainbike te maken voor 1200 euro! - Rockrider XC500: de terreintest

Decathlon pakt nog maar eens een keertje stevig uit met zijn Rockrider XC500, een aluminium hardtail voor een superzacht prijsje van 1200 euro. Bijzonder is dat het frame compatibel is met drie wielmaten (29″, 27,5+ en 27,5″). En we kunnen al verklappen dat we niet ontgoocheld thuiskwamen van onze test.

 

Rockrider XC500: de terreintest

Met 29″-wielen

Het frame van de Rockrider XC500 ziet er goed uit en is zeer mooi afgewerkt. De lasnaden zijn dik maar heel gelijkmatig en de complexe vormen van de buizen onderstrepen het werk dat het ontwikkelingsteam heeft verricht. Goedkoop ziet de fiets er dus allerminst uit. We beginnen aan onze test met de 29″-configuratie. Alvorens op pad te gaan, hebben we wel enkele dingen aangepast.

Voor onze test was er enkel nog een large beschikbaar in de testvloot en daar komt nog bij dat de fiets groot uitvalt. Voor onze testers die kleiner zijn dan een 1m80 hebben we dan ook de originele stuurpen van 80 millimeter verwisseld door een exemplaar van 60 millimeter. Indien je kleiner bent dan 1m75/1m77, raden we je echt de medium aan. Ben je iets groter dan kan een large met een kortere stuurpen ook. Een langer frame geeft meer stabiliteit en de zeer korte stuurpen zorgt ervoor dat de fiets vinnig stuurt. Aan de vork voegden we nog twee volume spacers toe in de luchtkamer zodat we met een iets lagere druk op weg gingen dan aanbevolen. De vork werkt daardoor iets gevoeliger zonder dat ze dichtklapt op grote schokken.

Eens op het terrein krijgen we de fiets, ondanks zijn gewicht van 12,49 kilogram (geverifieerd in de maat L, 29″, inclusief Shimano XT-pedalen), vlot op gang. De eerste wortels en stenen die onder onze wielen verschijnen, worden goed gedempt door de RockShox Reba-vork, maar de achterkant voelt wat harder aan. Je voelt dat zowel frame als wielen nogal aan de stijve kant zijn. De Hutchinson Toro-banden met binnenbanden (de wielen zijn tubeless ready) helpen ook niet echt.

Bergaf kan de geometrie van de fiets ons wel bekoren: modern en evenwichtig. Onze set-up – lang frame (large) en korte stuurpen – is de perfecte cocktail voor stuurvaste bikers die in de bochten wel raad weten met een lange fiets. Zij die liever een speelse fiets hebben, raden we aan om te opteren voor de kleinere maat. Algemeen beschouwd blijft ook de large een leuke fiets die goed in de hand ligt.

Hoe meer de kilometers wegtikken, hoe meer we merken dat de wielen te zwaar zijn om de limieten van de XC500 af te tasten, veel te zwaar zelfs.

Hoe meer de kilometers wegtikken, hoe meer we merken dat de wielen te zwaar zijn om de limieten van de XC500 af te tasten, veel te zwaar zelfs. Zo zwaar dat ze de fiets serieus afremmen bij het accelereren. Ook de kleine trillingen van de ondergrond worden slecht weggefilterd. We reden dan ook maar twee ritten met de originele wielen. Ze mogen dan wel onverwoestbaar lijken – we twijfelen er niet aan dat ze de vele tests die door het merk werden uitgevoerd met brio doorstaan hebben – maar wij vonden hun dynamische eigenschappen ontgoochelend.

We monteerden een duurder setje onder onze Rockrider XC500, maar ook weer niet van dien aard dat het prijskaartje van de wielen schril zou afsteken tegenover de prijs van de fiets. Onze keuze viel op de Notubes Crest S1-wielen met een prijskaartje van 499 euro. Leg daar een tubeless Hutchinson Skeleton 2.15 rond en wissel ook nog de van origine gemonteerde NX-cassette voor een GX-exemplaar en je wint al bijna 1500 gram in verhouding tot de originele afmontage. Jawel je leest het goed, anderhalve kilo! De wielen van de Rockrider wegen dan ook meer dan vijf kilogram (2230 gram voor het voorwiel en 2880 gram voor het achterwiel). Mirakels zijn er voor de prijs van de fiets niet mogelijk, dat begrijpen we, maar we mogen niet negeren dat de originele wielen de fiets meer kwaad dan goed doen. Zelfs indien je over een klein budget beschikt, kan je al veel winst boeken door de Toro-banden met een stijve bandhiel van de fiets te gooien en er een lichter tubeless exemplaar op te monteren. Idem voor de NX-cassette.

Moeten we er nog een tekening bij maken? Met de nieuwe wielen en met een gewicht dat inclusief de pedalen onder de 11 kilogram uitkomt, hebben we te maken met een geheel andere fiets. En dat voor een totaalprijs die nog steeds onder de 2000 euro zit. Met de soepelere tubeless banden en de wielen die veel meer vergevingsgezind zijn, zul je op technische paden meer kunnen genieten van het frame. We kunnen dan ook besluiten dat onze eerste oncomfortabele indruk vooral afkomstig was van de wielen.

Na de upgrade van de Rockrider XC500 met andere 29″-wielen, hebben we vaak gedacht dat je al echt een duur topmodel uit de rekken moet halen om een groot verschil te merken met deze fiets. Plots is de fiets wel levendig bij het accelereren, speels op het technische en stabiel wanneer je snel rijdt: de R&D-afdeling van Decathlon heeft knap werk geleverd met dit frame, dat enkel benadeeld wordt door de te zware originele 29″-wielen.

Met ‘klassieke’ 27,5″-wielen

Tijd nu om over te stappen op een andere wielmaat. We monteren de 27,5″-wielen en we stellen vast dat de fiets met de kleinste wielmaat inderdaad iets wendbaarder en levendiger wordt. Maar toch niet van dien aard waarvan je mond openvalt, want ook met de 29″-wielen scoort de fiets op dit domein al heel goed. Met de 27,5″-wielen accelereert de fiets niet nerveuzer dan met de 29″-wielen. Voor recreatief gebruik is dit wel nog correct, maar ook niet meer dan dat.

Wanneer we de 27,5″-wielen op de weegschaal leggen, komen we tot de vaststelling dat ze slechts 120 gram lichter zijn dan de 29″-wielen (2160 gram vooraan en 2830 gram achteraan)! Daarmee zal je het rendement niet verbeteren. Nadeel is ook dat het bottom bracket veel lager komt te liggen en dat je op technische paden al snel overal met de pedalen tegenaan botst. Ook de grip en het comfort gaan achteruit.

Kortom, het is leuk dat deze optie bestaat en voor kleine fietsmaten zijn deze wielen misschien nog wel aangewezen, maar voor onze lengte en manier van rijden komen ze niet in aanmerking.

Met 27,5 Plus-wielen

Rest ons enkel nog om de Rockrider XC500 te testen met de laatste van de drie aangeboden opties, met 27,5 Plus-wielen dus. Met die wielen krijgt de fiets een heel ander uiterlijk. Het klopt dat de wielen nog steeds zwaar zijn (2370 gram vooraan en 3030 gram achteraan), maar dat is in dit geval minder van belang. Met de brede banden van 2.8 inch en de bredere velgen is het sowieso niet de bedoeling om de snelste chrono na te jagen.

Exit dus de behoefte om snel te rijden zoals met de 29″- en klassieke 27,5″-wielen wel het geval is, maar vooral exit al de frustraties in verband met de te zware wielen. In dit geval weet je dat je gekozen hebt voor zware ‘tractorbanden’, met de bedoeling de grip en het comfort te vergroten. En dat werkt! Van een best wel talentrijke xc-fiets verandert de Rockrider XC500 in een rustige toerfiets om vele uren op door te brengen.

Het is moeilijk om een technische helling te vinden die onneembaar is.

Ondanks de zware banden gaat de fiets nog steeds goed vooruit en ook het optrekken na de bochten verloopt vlot, toch indien je niet na elke bocht meteen volgas wilt geven. De rolweerstand van de Hutchinson Taipan+-banden is aanvaardbaar voor Plus-banden. De winst aan tractie is echter onmiskenbaar. Enkel wanneer er veel modder ligt heb je eerder de indruk van te surfen in plaats van te fietsen, maar voor de rest is het moeilijk om een technische helling te vinden die onneembaar is.

Met de Plus-wielen schenkt de Rockrider XC500 veel vertrouwen en het soepele karkas van de Taipan+-banden voegt daar nog een zijdezacht contact met de ondergrond aan toe. Lees: je ziet wel grote obstakels liggen, maar je voelt ze (quasi) niet. Je voelt je dan ook heel wat zekerder aan zijn stuur. Je moet al snel gaan en veel druk zetten in de bochten om de grip te voelen verdwijnen.

De 27,5+-wielen gaven ons de indruk van een iets betere kwaliteit te zijn dan de andere wielen, nochtans zijn ze allemaal even duur. Met deze wielen is de Rockrider XC500 een mooi alternatief voor zij die niet over het budget beschikken voor een full suspension, of voor zij die enkel recreatief willen mountainbiken.

Verdict

Onze test heeft uitgewezen dat de Rockrider XC500 een geslaagde fiets is, vooral wat het frame betreft. Het Switch and Ride-concept is origineel, ook al zouden wij de ‘klassieke’ 27,5″-wielen niet meteen aanraden, het kleinste frame (small) uitgezonderd. Met de 29″-wielen kan de XC500 wat ons betreft wedijveren met heel wat duurdere fietsen, op voorwaarde dat je er een lichtere en levendigere wielset onder monteert. De 27,5+-set-up is dan weer ideaal voor zij die in een regio wonen met heel wat technische paden maar een full suspension te duur vinden. Van de 100% originele afmontages heeft deze laatste ons het meest bekoord. Indien je over iets meer budget beschikt dan de 1200 euro die de fiets kost, dan zouden wij aanraden om de versie met 27,5 Plus-wielen te kopen. Deze wielen kan je dan bijhouden om in bepaalde omstandigheden de fiets veelzijdiger te maken en koop er meteen een goede aluminium 29″-wielset bij (van 400 à 600 euro) om volop te kunnen genieten van de kwaliteiten van de XC500. Moesten de originele wielen wat beter geweest zijn, dan had de RockRider XC500 zonder problemen vijf sterren behaald in onze test!

Meer info op www.decathlon.be/nl

Ons dossier over de verschillende wielmaten vind je hier: www.vojomag.nl/dossier-29-inch-of-275-plus-vojo-zocht-het-voor-je-uit

[summary

DoorOlivier Béart

Test | Rockrider XC500: ja, het is mogelijk om een (zeer) goede mountainbike te maken voor 1200 euro! - Rockrider XC500: de terreintest