Allroad, wat is dat voor een ding?

Door Léo Kervran -

  • Techniek

Allroad, wat is dat voor een ding?

Begin april nodigde BMC ons uit voor de presentatie van de derde generatie van de Roadmachine, zijn Allroad of Road Endurance fiets. Dat is naar de gewoontes van Vojo iets te veel het woord ‘road’, maar omdat de fiets op papier banden tot 40 mm accepteert, waren we toch best nieuwsgierig. We zijn er dan ook voor gegaan en accepteerden de uitnodiging. Is de fiets iets voor ons? Wat bedoelt men met Allroad? Gaat het om een gravelbike die gewoon een andere benaming heeft gekregen? Dit is onze mening:

Allroad, sinds een jaar of twee duikt deze naam op in het ‘weg’-assortiment van fietsfabrikanten, en zelfs zij die alle ontwikkelingen op de voet volgen, moesten daarbij hun hersenen pijnigen om de betekenis erachter te zien. We kennen racefietsen, we kennen gravelbikes, maar wat valt er onder de noemer Allroad? Als we het gravelen beschouwen als het midden tussen mountainbiken en wegwielrennen, is het dan mogelijk om een ​​midden te hebben tussen wegwielrennen en gravelbiken?

Op het eerste zicht leek het op een van die trucs die marketingafdelingen soms uit hun hoed kunnen toveren. Maar we hebben ons huiswerk gedaan en zoals de naam al een beetje doet vermoeden, bezitten de fietsen die aan deze kwalificatie voldoen op technisch vlak over echt interessante eigenschappen.

Zei je Allroad?

Laten we de BMC Roadmachine als voorbeeld nemen: we hebben voor onze ogen een fiets die gemonteerd is met profielloze banden van 30 mm, maar de fiets is geschikt voor banden tot 40 mm. Het is ook een fiets die comfortabeler zou zijn dan de BMC Teammachine, wat een pure racefiets is gericht op snelheid en competitie, zowel in de geometrie als in de constructie van het frame.

De Roadmachine vindt zijn oorsprong in de Granfondo, BMC’s voormalige ‘endurance’-racefiets waarmee Greg Van Avermaet in 2017 als regerend olympisch kampioen Parijs-Roubaix won. Net zoals er verschillende categorieën mountainbikes zijn, zijn er ook verschillende soorten racefietsen, ook al zal een ongetraind oog soms meer moeite hebben om ze van elkaar te onderscheiden.

‘Endurance’ is er één van. Historisch gezien groepeerde deze benaming fietsen die iets comfortabeler en iets minder veeleisend zijn qua stijfheid en positie dan pure racefietsen. Specialized was in 2004 een van de voorlopers met de Roubaix, het jaar daarop gevolgd door Trek met de Pilot. BMC sloot zich in 2012 hierbij aan met de eerste generatie van de Granfondo.

Met de evoluties op het gebied van het materiaal, de kennis en de technieken zijn deze ‘endurance’-fietsen geleidelijk aan nieuwe oplossingen gaan bieden om nog wat meer comfort te bieden: een minivering op basis van een elastomeer of een veer en banden die breder werden binnen de grens van wat velgremmen aankunnen.

Voor Pierre-Henri Medas, productmanager bij BMC en verantwoordelijk voor deze nieuwe Roadmachine, kwam het keerpunt met de opkomst van schijfremmen op racefietsen en vervolgens de democratisering ervan in de tweede helft van de jaren 2010 (eerste productiemodel in 2012 bij Colnago, Flatmount-standaard van Shimano in 2015 en toestemming voor wedstrijden in 2018): “Ik denk dat de categorie Open Road is ontstaan toen de schijfrem arriveerde en het mogelijk maakte om iets bredere banden in wegframes te plaatsen. Van gravelbikes was toen nog geen sprake. Toen de Amerikanen uitpakten met de term gravel, verspreidde het zich als een lopend vuurtje in ieders mond. Het klonk best gaaf en het hielp in ieder geval bij het definiëren van de categorie. Gravel was gelijk aan Open Road. Kort gezegd, we hadden cyclocrossfietsen die compatibel waren met banden van maximaal 33-35 mm en dat noemden we gravelbikes.”

Hoewel het gravel-segment nog niet volwassen is, is het in ieder geval enorm geëvolueerd en vandaag de dag is het bijna ondenkbaar om een ​​fiets met dit label standaard uitgerust te zien met banden van minder dan 40 mm. En net zoals de groei van all-mountain en enduro ervoor heeft gezorgd dat de leuke en uiterst capabele 120-130 mm fietsen zich hebben ontwikkeld in het mountainbiken, heeft de evolutie van gravel naar zijn huidige vorm de terugkeer van de categorie “Open Road” mogelijk gemaakt, dat vandaag de dag “Allroad” is geworden, maar vooral een evolutie van de categorie “Road Endurance” die we nu al 20 jaar kennen.

Allroad, om wat te doen?

Toen de eerste gravelbikes arriveerden, gingen er stemmen op die zich afvroegen of gravel niet het nieuwe Endurance zou worden, en of deze iets veelzijdigere machines de klassieke niet-competitieve racefietsen niet zouden gaan vervangen. Gravelfietsen zijn vaak comfortabeler en rijden nog steeds goed op de weg (vanuit het oogpunt van een mountainbiker), dus waarom zou je je druk maken over deze tussencategorie?

Na ruim 160 km weg en gravel rond Girona op de BMC Roadmachine is het antwoord zonder twijfel: nee! Endurance of allroad is heel anders dan gravel en iedere categorie heeft zijn eigen programma. Maar wat is dat dan?

Ook Pierre-Henri stelt zich de vraag hoe we allroad, open road en light gravel zien. “Er bestaat geen definitie van wat als oncomfortabel wordt ervaren. Dit ontstaat wanneer we door elkaar worden geschud en dat kan gebeuren op alle soorten wegen, ook op onverharde wegen of asfaltwegen waar veel gaten in zitten … Een racefiets moet van tijd tot tijd ook voldoende comfort bieden. Soms zijn er zelfs grindwegen die comfortabeler zijn dan asfalt.”

We kennen allemaal wegen waar we blij zijn dat we over een gravelbike beschikken omdat ze er zo slecht bijliggen … of, omgekeerd, waar we graag wat meer comfort en veiligheid zouden willen hebben als we er op de racefiets overheen gaan. In de woorden van Brett Hasell, hoofd marketing bij BMC: “Tegenwoordig zijn mensen erg blij met een comfortabele en vertrouwenwekkende fiets, maar ze willen nog steeds een fiets die flitsend is.”

Door de hogere voorkant van de Roadmachine (met name zichtbaar aan de stack) vergeleken met een racefiets, is de overstap voor iemand die gewend is om met een mountainbike te rijden, minder verstorend. Maar het blijft uiteraard een racefiets, met relatief smalle slick-banden, goede schakelstappen en een zeer goede respons op asfalt.

Ook het comfort van het frame is zeer aanwezig, vooral dankzij de zadelpen die tot 2 cm naar achteren kan buigen. Je ziet het aan de fietsen van de anderen om je heen, maar je kunt het ook in je eentje voelen, zonder dat het storend is. Vergeleken met een gravelbike voorzien van grotere banden is het verschil in comfort zelfs verwaarloosbaar. Het verschil van snelheid is daarentegen veel groter: met zijn 30 mm slicks geeft de fiets het gevoel beter te accelereren en maakt hij minder rolgeluid.

Op grindwegen is er geen risico dat je de Roadmachine voor een echte gravelbike zal aanzien. In de eerste plaats vanwege zijn uitrusting: de ‘gespierde’ Roadmachine X, gebaseerd op hetzelfde frame maar met onderdelen die licht verschillen om (in theorie) makkelijker het asfalt te verlaten, is ook maar uitgerust met banden van 34 mm met een zeer rollend profiel (WTB Byway). Tussen 30 en 34 mm blijft het verschil in onze ogen zeer klein en bovenal bieden deze banden veel minder grip en filtratie dan modellen van 40 mm of meer.

Dan is er nog de geometrie. De Roadmachine is hoger dan een wedstrijdfiets op de weg, maar korter dan een gravelbike. De besturing is ook responsiever (kortere trail-maat), en dit alles betekent dat hij meer aandacht vereist dan een gravelbike bij het draaien, afdalen of op losse ondergrond. In deze configuratie lijkt het erop dat zijn favoriete terrein de brede harde wegen zijn bedekt met fijn grind, mogelijk ook de mooie singletracks op perfect gladde aarde. De soort wegen dus waar je op een pure racefiets naartoe zou kunnen gaan, maar waar een beetje meer bandbreedte en comfort geapprecieerd zullen worden.

Op dit soort terrein kan een gravelbike bijna overdreven lijken. Op wegen met grotere stenen vergt de Roadmachine X daarentegen dat je het stuur stevig in handen hebt: het lukt, maar wij zijn van mening dat hij daarvoor niet de ideale fiets is. Dat is wat Allroad is: een fiets die vooral gemaakt is om op de weg te rijden, met een goede balans tussen comfort en dynamiek en die af en toe een beetje gravel aankan. Geen veeleisende pure racefiets, maar toch verre van een echte gravelbike.

En wat met de sportieve gravelbikes?

Wat is het verschil tussen de comfortabele racefiets die een beetje op gravel kan rijden en de sportieve gravelbike die goed op de weg uit de voeten kan? Met de BMC Kaius, Scott Addict Gravel, Cervélo Aspero, Specialized Crux, … is de lijst van deze machines lang en met een goed paar slicks is hun gedrag op asfalt behoorlijk respectabel.

Pierre-Henri benadrukt de verschillen in geometrie, en in het bijzonder in de stack: een Kaius staat aan de voorkant 2 cm lager dan een Roadmachine, die in hetzelfde vaarwater zit als de Urs, de ‘grote’ gravelbike van het Zwitserse merk. Qua zitpositie is de Kaius daarom veeleisender dan een Roadmachine: “De Kaius is een wedstrijdfiets voor UCI-wedstrijden, voor degenen die de conditie hebben van een semi-prof of prof […] Ik zou zeggen dat ik om snel te gaan voor een Kaius zou kiezen, maar als ik vooral op de weg wil rijden met af en toe wat gravel, ik voor de Roadmachine zou gaan. We hebben de Roadmachine niet ontwikkeld om de Kaius te vervangen of om voornamelijk gravel te rijden, maar we stelden ons voor dat bepaalde wegrijders of bepaalde jongens die een mountainbike hebben en die iets tussenins willen, de fiets op makkelijke offroadpaden zouden inzetten. Qua geometrie zijn het echter twee verschillende dingen”, legt hij uit.

De Roadmachine is de racefiets van de mountainbiker.
Pierre-Henri Medas, BMC

“Voor mountainbikers, en dus ook voor het merendeel van de lezers van Vojo, zou ik aanraden om je heil te zoeken in de gravelbikes, want ik weet waar zij met hun fiets zullen gaan rijden. En de Roadmachine is misschien niet geschikt voor die paden. Maar als je daarentegen een fiets zoekt om kilometers te malen op de weg met af en toe een stukje gravel, dan is de Roadmachine wel een goede keuze. Als je niet van plan bent om wedstrijden te rijden op de weg, dan is hij heel goed omdat je de stack hebt van een mountainbike en de fiets dus wat stabieler is aan de voorkant. De Roadmachine is de racefiets van de mountainbiker”, besluit Pierre-Henri.

De BMC Roadmachine 2024

Nu we een duidelijker beeld hebben van dit Allroad-verhaal, kunnen we net zo goed een paar woorden zeggen over de nieuwe generatie van de Roadmachine, aangezien dat het oorspronkelijke doel van onze perstrip was.

Voor deze derde generatie probeerde BMC zowel de sensaties van de fiets als het comfort te verbeteren. Voor het eerste punt is het heel simpel: “Er zijn geen nadelen aan het hebben van de hoogst mogelijke krachtoverdracht”, legt Stefan Christ, hoofd R&D bij BMC, uit, daarbij verwijzend naar het bottom bracket en de liggende achtervork. Voor het tweede moest men bij BMC wat meer nadenken, vooral omdat de Roadmachine geen enkele kunstgreep bezit om comfort te bieden, denk aan een elastomeer of vering. Alles hangt af van de vorm van de buizen en de opstelling van de koolstofvezels.

De oplossing werd gevonden met een flexibele zadelpen, in de vorm van een ‘D’, zoals bij de Urs en de Kaius, en die zoals hierboven vermeld in staat is om ter hoogte van het zadel tot 2 cm te buigen. Bovendien treedt de vervorming om precies te zijn niet alleen op ter hoogte van de zadelpen: het is het hele frame dat werkt, waarbij de beweging vanaf de staande achtervork en zitbuis vrijwel als één geheel werkt.

Op de Roadmachine X (voor de details, zie lager) vinden we ook een geveerde stuurpen die tot 20 mm ‘veerweg’ kan bieden, terwijl de duurdere modellen van de Roadmachine een stuur-stuurpen combo uit één stuk gebruiken en de goedkopere modellen op pad gestuurd worden met een klassieke set.

De bandenspeling gaat van 33 mm bij de oude generatie naar 40 mm bij dit nieuwe model. Op de weg zal er niet veel veranderen, maar voor degenen die van plan zijn om af en toe van het asfalt te gaan, zal het hen in staat stellen een paar geschiktere banden te monteren. Merk terloops op dat dit geen onnodige invloed heeft op de lengte van de liggende achtervork, aangezien deze slechts 3 mm langer is geworden (nu 415 mm) dankzij aanzienlijk werk rond de zitbuis.

De fiets heeft ook een opbergvak, met een zeer mooie bidonhouder die geïntegreerd werd op het luikje ervan (op de high-end 01-modellen, klassieker model op de rest van de serie). Verder zien we een achterlicht van 20 lumen dat voldoet aan de zeer strenge Duitse STVZO-norm. Deze lamp is compatibel met alle modellen uit het gamma, maar wordt alleen standaard geleverd op de Roadmachine 01 en Roadmachine X 01.

Tot slot zien we montagenokken voor een tas op de bovenbuis, een discrete en verwijderbare bescherming tegen het afspringen van de ketting aan de voorkant (vooral handig bij een dubbel kettingblad), beschermingen op het frame (liggende achtervork en onderbuis) in 3M Helicopter Tape en discrete montagenokken voor spatborden op de Roadmachine en Roadmachine X.

Het gamma is verdeeld in vier families, allemaal gebaseerd op hetzelfde frame: de Roadmachine en Roadmachine 01 voor op de weg en de Roadmachine X en Roadmachine 01 X die op papier iets veelzijdiger zijn. Dit is wat hen onderscheidt:

  • Roadmachine 01: 3 modellen met een prijs van 7999 tot 12 999 euro, banden van 30 mm, Shimano Di2 of Sram AXS 2×12 aandrijving, BMC ICS-cockpit uit één stuk of klassieke stuurpen en stuur, geïntegreerde bidonhouder op het opbergvak en meegeleverd achterlicht
  • Roadmachine 01 X: 1 model met een prijs van 7999 euro, banden van 34 mm, Sram Force XPLR eTap AXS 1×12 aandrijving, geveerde BMC ICS MTT-stuurpen, geïntegreerde bidonhouder op het opbergvak en meegeleverd achterlicht
    • Roadmachine: 3 modellen met een prijs van 3299 tot 5699 euro, banden van 30 mm, Shimano 2×12 aandrijving, mechanisch of Di2, klassieke stuurpen en stuur, montagenokken voor spatborden
  • Roadmachine X: 2 modellen met een prijs van 4499 en 4999 euro, banden van 34 mm, Sram Apex of Rival XPLR eTap AXS 1×12 aandrijving, geveerde BMC ICS MTT-stuurpen, montagenokken voor spatborden

BMC Roadmachine 2024: de test

We begonnen onze kennismaking met een test van de Roadmachine 01 Two-versie (12.999 euro, Shimano Dura-Ace Di2) op de weg en daarna op allerlei soorten terrein met de Roadmachine 01 X One (7.999 euro, Sram Force XPLR eTap AXS). De fiets overtuigde ons aanvankelijk doordat hij makkelijk in de hand ligt.

Met onze achtergrond als mountainbiker, voelt de zithouding comfortabel maar niet destabiliserend aan. De zithouding blijft ook sportief genoeg om je zin te geven om op de pedalen te trappen. We waarderen ook de lichte flare (uitlopen van het onderste gedeelte, hier 6°) van de stuur-stuurpencombinatie. De fiets is voldoende responsief tijdens het trappen en nauwkeurig in de bochten zodat we plezier kunnen hebben en we zijn het met Pierre-Henri eens over het idee van een “racefiets voor mountainbikers”.

Over het algemeen heb je niet de indruk dat je op een luie fiets zit die uitsluitend voor het comfort is ontworpen, maar gewoon op een racefiets, met alles wat dat met zich meebrengt qua sensaties, zonder de slechte kanten van bepaalde machines (veeleisende houding, onveilige grip, enz.).

We betreuren het echter dat het concept op de Roadmachine X 01 niet iets verder is uitgediept. Dat model lijkt ons net niet voldoende uitgerust om echt offroad te gaan en hij lijkt in onze ogen toch net iets te veel op de Roadmachine 01. Het BMC-koersstuur heeft geen flare (0°), waardoor de voorkant iets minder stabiel is, maar bovenal bereiken we heel snel de grenzen van de 34 mm brede banden. Zonder noodzakelijkerwijs voor een gravelprofiel te kiezen, zou een breedte van 37-38 mm ons iets coherenter hebben geleken en het verschil beter hebben gemarkeerd met de 30 mm-constructies die naar de weg gericht zijn.

De minimale ontwikkeling van 44×44 is ook relatief veeleisend op de paden, maar als we in gedachten houden dat de fiets vooral ontworpen blijft voor rollende routes en de weg, kunnen we dit accepteren. In feite blijft het kleiner of gelijkwaardig aan de weg-assemblages in 34×30 (Shimano-groep) of 33×33 (Sram-groep).

Voor degenen die zich niet (te veel) buiten de goede paden wagen, die van gravel houden maar vaak op de weg rijden of die gewoon op zoek zijn naar een echte comfortabele racefiets, zou de Roadmachine wel een ideale oplossing kunnen zijn. Houd er rekening mee dat als je van plan bent af en toe nog een paar gravelritten te maken, een tweede paar bredere banden ons essentieel lijkt, ongeacht het gekozen model.

Conclusie

“Ik denk dat er geen precieze en duidelijke definitie bestaat van dit gamma fietsen. Het is geen segmentatie van producten die zoeken naar de ideale praktijk, maar wel een combinatie van talloze ontwikkelingen van producten, banden, velgen en zelfs aandrijvingen, die het misschien mogelijk zullen maken om in de toekomst de iets comfortabelere fietsen te definiëren”, vertelde Pierre-Henri Medas aan het einde van ons interview. “Coole fietsen voor ons rijders”, dat is een definitie die wij leuk vinden voor deze allroad-term. Racefietsen die niet al te veeleisend zijn, die voor iedereen geschikt kunnen zijn en die af en toe het asfalt kunnen verlaten zonder bang te hoeven zijn dat ze kapot gaan of dat hun berijder sterretjes zal zien. Het blijft vooral een racefiets die niet te verwarren valt met de gravelbikes die we ondertussen gewoon zijn, maar wel een racefiets die we leuk vinden!

Meer info via bmc-switzerland.com

Foto’s Christophe Baer – BMC / LK

DoorLéo Kervran