Alpencross Wallis: mountainbiken langs kaasboerderijen!

Door Bérengère Boes -

  • Natuur

Alpencross Wallis: mountainbiken langs kaasboerderijen!

Wat voor een titel is dit nu weer? Wel ik dacht dat als ik de woorden mountainbiken en kaas in dezelfde zin zou stoppen, ik meer kans zou hebben om de aandacht te krijgen van de bourgondiërs onder jullie. Want ik zou jullie graag willen vertellen hoe ik in het zuiden van Zwitserland ben terechtgekomen als onderdeel van een kosmopolitische groep die er samen zes dagen op uittrekt om te mountainbiken en … kaas te eten!

Geen paniek, je zit nog steeds bij Vojo moest je eraan beginnen twijfelen. Maar in dit artikel gaan we toch eens een andere toer op en zullen we het vooral hebben over kaas. Over echte kaas die nog op ambachtelijke wijze gemaakt wordt. Maar wat is nu de link met onze mountainbikes? Geduld, dat komt nog …

Hoe het begon

In september 2017 kreeg ik een berichtje van Jamie Nicoll (een Nieuw-Zeelander) met daarin de vraag of ik geen zin had in een trip die georganiseerd werd door de toeristische dienst van Wallis. Bedoeling was om via een omweg over enkele Zwitserse bergtoppen een aantal alpenboerderijen te bezoeken waar men nog op een ambachtelijke wijze kaas maakt. Uiteraard zouden we dit doen op de mountainbike. Waren ook van de partij: de Duitser Max Schumann en de Zuid-Afrikaanse fotograaf Gary Perkin. Drie ervaren rotten die weten wat het is om in de bergen te rijden, ik twijfelde dan ook geen seconde en ging volmondig op de uitnodiging in!

Gepakt en gezakt verlaten we Martigny, de tweede grootste stad van het kanton en ons start- en eindpunt. Als ik de bergen rondom ons bekijk, moet ik toch even naar adem happen. Dat wordt klimmen geblazen, een goed stukje kaas moet je dan ook verdienen!

Verwacht nu niet dat ik hier iets ga neerschrijven over alle trails die we gereden hebben, of over alle meren of koeien die we gezien hebben. Nee, daarvoor volstaat een blik op de foto’s van Gary.

In Zwitserland ziet alles er mooi en netjes uit, ik voel me er dan ook meteen thuis.

En omdat men hier Frans spreekt, was ik de geknipte tussenpersoon tussen onze gastheren en mijn reisgezellen. In hun ogen was ik zelfs een local, ook al ontdekte ik net als hen voor het eerst dit deel van Zwitserland.

Onze trip

Meermaals stapten we in trein, bus of skilift om zonder al te veel zweetvergieten de top te halen om nadien volop te kunnen genieten van de geweldige trails.

De trails die we volgden, zijn dezelfde paden die de boeren vroeger (en nu nog) namen om naar hun alpenweiden te trekken.

Al moeten we er eerlijkheidshalve aan toevoegen dat we enkele tientallen jaren te laat komen, want het merendeel van de kaasboeren bereikt hun alpenboerderijen tegenwoordig met een aangepast voertuig. Enkel de eigenaars van de kaasboerderij van Dorbon trekken nog te voet naar hun hut, samen met twee ezels die alle goederen en voorraad dragen.

Na onze ‘alpencross’ stonden er 130 kilometers en 4900 hoogtemeters op onze teller. Op zich is dit niet speciaal, zeker niet op zes dagen. Maar ondanks alles was het toch best pittig. Sommige paden waren gewoon te steil om met een simpele pedaaltrap boven te geraken. We moesten dan ook meermaals te voet verder, met de fiets aan de hand of op de rug. En dat uren aan een stuk.

Zo legden we op dag drie slechts 18 kilometer af, maar daarin zaten wel 2000 positieve hoogtemeters voor slechts 900 negatieve hoogtemeters. Je hoeft helemaal geen wiskundig genie te zijn om te begrijpen dat het steil was en een lange dag werd.

Tijdens onze trip ben ik vaak tegen mijn limieten aangebotst, maar vandaag herinner ik me enkel nog de mooiste momenten: de betoverende zonsopgangen en zonsondergangen hoog in de bergen, de uitzichten op de prachtige bergmeren … We zijn verwend geweest. Hier heb je geen Instagram-filter nodig, hier laat je de natuur spreken.

Aan de berghut van Rambert, op een hoogte van 2582 meter hadden we zelfs een ontmoeting met enkele steenbokken. Magisch gewoon!

De alpenboerderijen

Maar we wijken af van ons onderwerp, we gingen het hier hebben over de alpenboerderijen en hun kazen. We bezochten er vier, te weten Emaney, Au d’Arbignon, Dorbon en Pointet, die allen op een hoogte boven de 1650 meter liggen.

Ieder van deze alpenboerderijen kent een andere geschiedenis, maar één ding hebben ze wel met elkaar gemeen: passie. Passie voor hun dieren en passie voor hun ambacht.

Nochtans is het een zwaar bestaan. De dag begint al tussen vier en vijf uur ‘s ochtends om de koeien een eerste keer te melken. En een dag zit er nooit voor acht uur ‘s avonds op. Tussenin wordt de melk verzameld, opgewarmd en gestremd. Vervolgens wordt de kaas geperst en gepekeld. En in de kaasopslag krijgen ze dan eventueel ook nog een coating. En dan vergeten we nog dat men de dieren moet voederen en dat er dient opgeruimd en gekuist te worden. De lijst is oneindig lang. In het algemeen leven de kaasboeren van begin mei tot eind september op hun alpenboerderijen en rustdagen kennen ze niet tijdens deze periode. En toch zijn ze gelukkig. En ze zijn vooral (terecht) fier op hun werk.

Jean-Marc (Emaney) doet dit werk al meer dan 30 jaar, maar ondanks zijn pensioen helpt hij nog steeds bij zijn zoon, Thomas, die de boerderij heeft overgenomen. Net zoals zijn vrouw Claudine: “We doen dit graag en we zijn hier graag.” Zo eenvoudig kan het leven zijn.

Op onze vraag hoe lang Jean-Henri (Au d’Arbignon) dit nog denkt te doen, antwoordt hij: “Dat weet ik niet, maar ooit wil ik wel eens op vakantie gaan met mijn vrouw en zoon. Maar dat kan alleen als ik de alpenboerderij overlaat aan iemand anders. Maar ik weet ook dat ik nadien weer een andere alpenboerderij zal zoeken. Ik heb me ondertussen ook verdiept in de onlineverkoop van onze kazen, je moet met je tijd meegaan!”

De alpenboerderij Pointet is één van de grootste uit de vallei. In het hoogseizoen werken hier zes personen: twee personen die de koeien melken, twee die de kaas maken en twee herders. Bertrand heeft het bedrijf overgenomen van zijn ouders en de avond dat we toekwamen had hij een ware feestdis voor ons klaarstaan: aperitiefhapjes met streekproducten gevolgd door de onvermijdelijke raclette. We werden bediend door Stéphane en Marie-Noëlle, de ouders van Bertrand, die geen seconde op hun stoel hebben gezeten opdat we toch maar niets zouden tekortkomen. Jamie, Max, Gary en ik hadden nadien allemaal hetzelfde gevoel; deze mensen werken misschien wel heel hard, maar toch verliezen ze de belangrijkste dingen uit het leven niet uit het oog: genieten en respect hebben voor elkaar, ongeacht wie je bent.

Al onze gastheren en -vrouwen waren trouwens maar wat fier om ons uit te leggen hoe kaas gemaakt wordt. Natuurlijk hoorde daar ook een proeverij bij, meestal bestaande uit aardappelen met verse kaas, fondue, raclette, geitenkaas … Ons dieet van de week was dan ook rijkelijk en smakelijk!

Hetzelfde verhaal in onze met liefde klaargemaakte knapzak voor onderweg: tomme, verse kaas, brood, huisbereide salami, … We hebben een poging gedaan om het aantal geproefde kazen te tellen, maar eens de dertig gepasseerd zijn we de tel kwijtgeraakt.

De (kaas)draad tussen al deze kaasboeren was trouwens raclettekaas die vooral verkocht wordt aan restaurants of grote kaaswinkels. En allen vertelden ze dat ze steeds met de grootste zorg werken opdat men zou kunnen beantwoorden aan de hoge kwaliteit dat het AOP-label vereist.

Debrief’

Telkens ik terugdenk aan of praat over deze onvergetelijke week die ik met Jamie, Max en Gary heb beleefd in Zwitserland, wordt ik blijgezind. Ik wil hen dan ook danken voor hun aanmoedigingen en hun goede humeur onderweg.

We worden heden ten dage van alle kanten bestookt met diëten en andere voedingsregimes waarbij we steeds vaker worden gewezen op de producten van dierlijke oorsprong.

Ik stel me al langer de vraag wat nu eigenlijk goed is voor deze planeet. Moet ik vegetariër worden of veganist (om er maar twee te noemen) net zoals vele anderen? Bij het lezen van het zoveelste voedingsschandaal maak ik me dan ook grote zorgen over de foute keuzes die vele grote landbouwbedrijven maken. Tijdens onze trip zagen we echter hoe het wel kan, met melkkoeien die vrij in de natuur mogen rondlopen. Er is volgens mij dan ook niets mis met het eten van ‘dierlijke’ producten, zolang je de herkomst maar kent. Maar wie ben ik om een oordeel te vellen over zij die er anders over denken dan mij.

Ik wil gewoon even de aandacht vestigen op het feit dat er wel boerderijen bestaan waar men respect heeft voor de dieren en waar deze niet dicht opeengepropt hun leven in de stal moeten slijten. Hier grazen de dieren elke dag op sappige alpenweiden, zoals ze dat al generaties lang doen.

Moraal van onze reis

Het moraal van onze reis? Ik ben steeds meer verliefd op de fiets. Wallis? Prachtig gewoon, ik kan het je ten zeerste aanbevelen om het eens een bezoekje te brengen. De kaas? Heerlijk.

Hiermee wil ik onze week in Wallis afsluiten, een week waarin we geprobeerd hebben om een brug te slaan tussen de mountainbike en de kaasboerderijen.Ik kan alle lezers enkel maar aanraden om voor kwaliteitsproducten te kiezen en te letten op een voedingsketting die zo kort mogelijk is. Op de fiets daarentegen laat ik de keuze maar wat graag aan jou over, of je nu kiest voor een korte of een lange tocht!

Foto’s copyright Gary Perkin

Meer over Wallis vind je op www.valais.ch of www.myswitzerland.com

DoorBérengère Boes