Alta Via Stage Race: de ‘real Ligurian style’ die je moet ervaren

Door Juul van Loon -

  • Sport

Alta Via Stage Race: de ‘real Ligurian style’ die je moet ervaren

Het is bloedheet, deze late zaterdagmiddag in juni op het sportpark van Cogoleto, een plaatsje van een kleine tienduizend inwoners aan de Italiaanse kust – zeg maar tussen Genua en mountainbikemekka Finale Ligure. Ik heb net bij een kleine witte partytent de inschrijving van de Alta Via Stage Race doorlopen. Daarvoor met zo’n twintig andere bikers in drie busjes met aanhangers met onze fietsen erop de reis gemaakt vanuit Bajardo. Dat tegen de Franse grens gelegen bergdorpje is over een week de finishplaats van deze meerdaagse marathon; we hebben er allemaal onze auto geparkeerd.

We zoeken met alle deelnemers, dat zijn er niet zo heel veel meer dan tijdens de bustransfer, de schaduw op. Terwijl op het veld in het midden de zon brandt op de blauwe tentjes die al voor ons zijn opgezet, luisteren we voor het eerst naar de briefing van wedstrijdleider Stefano. Ik stond in 2021 al eens aan de start van deze wedstrijd en dat was toen een prachtige, spectaculaire, maar soms ietwat chaotische ervaring. Na een pauze van een jaar is de ‘AVSR’ terug met wat aanpassingen – verbeteringen waarschijnlijk – en Stefano is daar een belangrijk onderdeel van. Hij neemt voor het eerst het wedstrijdgedeelte voor zijn rekening. In het Italiaans, en daarna in goed Engels, legt hij het systeem van deze zevendaagse etappekoers uit.

Real Ligurian style

Ik ben in eerste instantie vooral geïnteresseerd in wat hij te vertellen heeft over de proloog. Ik weet dat ze bij de Alta Via Stage Race niet vies zijn van de extreme downhills en heb op komoot al een kleine studie gedaan van het parcours dat ons over een uurtje te wachten staat. Dat bestaat uit één klim (waarvan we een deel cadeau krijgen door een tweede transfer, met dezelfde busjes) en een downhill, die op de kaart de ‘zwarte’ S3-status heeft. Serious business zo lijkt het dus, en dat blijkt ook uit de woorden van Stefano: ‘real Ligurian style’ hoor ik hem zeggen en daarmee weet ik genoeg, dat wordt stevig.

Stevig is nog zacht uitgedrukt, denk ik bij mezelf als ik voor de vijfde keer mijn ‘twijfel is lopen’-tactiek aan het toepassen ben en ik toch maar weer voet aan de grond zet. Na een minuut of twintig klimmen over een prima te rijden pad is het parcours overgegaan in een volwaardige enduro-downhill. Als ik om me heen kijk, zie ik in de verre verte witte bootjes over de felblauwe zee varen. Als ik om me heen kijk, ja. Want daar kom ik amper aan toe. Open bergpaden met geulen en losse stenen veranderen in gladde, steile en off-camber bostrails. En dan moet het rotsachtige laatste gedeelte, met lastig te herkennen lijnen, nog beginnen. Vering vol open, dropper laag en werkzweet op het voorhoofd dat wordt aangevuld met angstzweet in de bilnaad.  

Het is hoe ik me de Alta Via Stage Race herinner. ‘Only the brave’ (alleen voor de dappere) is niet voor niks het motto van dit evenement. Het is ruw, puur, voor liefhebbers van het échte mountainbiken, door mensen met passie voor het mountainbiken en dan vooral in het gebied dat ze tijdens het evenement aan de deelnemers laten zien. Leidraad van de route is de Alta Via dei Monti Liguri, een langeafstands-wandelpad dat de gehele streek doorkruist van La Spezia tot de Franse grens, over bergruggen en telkens niet meer dan 15 kilometer van de kust. 

Naarmate de edities van de AVSR vorderden werd het wandelpad, dat gemarkeerd is door verticale rood-wit-rode strepen, wat minder heilig. Dit jaar start de route voor het eerst ‘voorbij’ Genua, en we maken ook een etappe een lus bij Finale Ligure. Vanessa Chiesa, samen met Annamaria Messina, het brein en de organisator van het evenement, runt daar een camping en dat is op deze manier twee nachten onze basis. In zeven dagen staat er in totaal 400 kilometer en ruim 15.000 hoogtemeters op het programma. Naast startplaats Cogoleto, Finale Ligure en finishplaats Bajardo komen we ook nog in berghut Cascina Miera en de gehuchten Cisano sul Neva en Monesi di Traora. Overal wordt het tentenkamp (daarin slaap je verplicht als renner) opgezet en krijgen we elke avond, ochtend en aan de finish goed Italiaans eten voorgeschoteld.  

De organisatie heeft het wat de logistiek betreft dit jaar wat makkelijker dan in het verleden. Na het pauzejaar – onder meer na corona en de in deze streek heersende Afrikaanse varkenspest – hebben zich slechts twintig deelnemers aangemeld, tegenover ongeveer tachtig in 2021. Waar er toen al een hechte band ontstond tussen de deelnemers, is dat nu nog veel meer het geval. Een mooie mix van mountainbikers van allerlei niveau en afkomst groeit steeds meer naar elkaar toe. Dat neemt niet weg dat er ook strijd is, zeker tussen de eerste vier coureurs die elke dag meedoen om het podium, de etappewinst en de eindzege.

Koersen tegen ‘virtuele’ tegenstanders

Daar hoor ik ook bij. Nog niet bij de zeer technische proloog, daar kom ik simpelweg stuurmanskunsten en lef voor tekort, maar wel in de daaropvolgende etappes waar ik het gevecht aan ga met de Belg Elias, de Duitser Holger en de Fransoos Jonas. De AVSR werkt met het ‘Dakar-principe’. Tijdens elke etappe zijn er losse proeven. Daarvoor, daartussenin, en/of daarna kun je rustig aan doen. Alleen de tijd van die proeven telt mee voor het klassement en je rijdt ze telkens individueel. Als de eerste chrono meteen bij de start is, begin je in omgekeerde volgorde van het klassement en verder kun je telkens starten wanneer je zelf wil. Het gaat om twee tot vier getimede segmenten per dag, meestal ongeveer tweederde van het totale parcours en sterk gevarieerd: (bijna) alleen maar uphill, (bijna) alleen maar downhill, op en af, kort, lang en met meestal een gemene deler: trails, trails, trails.     

Het is een andere manier van koersen dan dat ik gewend ben, maar wel een waar ik van kan genieten. Je bent veel op jezelf aangewezen, ook omdat je de route volgt op basis van een GPS-bestand. Dat geeft rust, maar is aan de andere kant ook lastig. Je moet jezelf blijven pushen tegen een ‘virtuele’ tegenstander. Holger, een bikeguide die Alpenpaadjes rijdt voor zijn werk, is mijn meest nabije concurrent en hem kom ik onderweg pas in de vijfde etappe voor het eerst tegen. Jonas zie ik eigenlijk alleen in de proloog, Elias niet een keer tijdens een getimede proef. Van Pietro, een tengere, topfitte lokale vijftiger met wie ik deze week veel optrek, hoor ik hoe de ervaren Belg bij veel downhills naar beneden stuift: ,,It’s the sound and the speed of a rolling rock”, zegt hij. 

Na de eerste proef van die vijfde etappe zie ik ook voor het eerst wat we elkaar met zijn vieren aandoen. Op de Colle di Caprauna druk ik mijn chip als eerste tegen het daarvoor bestemde apparaatje en nippend aan een fles water wacht ik in spanning op de overige drie die, omdat ze voor me staan in het klassement, achter me zijn gestart. Korte tijd later komen ook zij in volle racemodus aan. Jonas ligt binnen enkele seconden uitgeteld in het gras en valt in de minuten daarna bijna in slaap.

Het is ook geen flauwe proef. Vanaf het marktplein van Cisano gaat het vrijwel meteen omhoog. De bij de briefing genoemde ‘gravelklim’ blijkt een brede, rauwe en steile rotsenklim en is lang, gelukkig wel met een pijnverzachtend uitzicht. Daarna gaat het kilometers lang over singletrack op en langs een bergkam. Stukjes portage, enduro-achtige downhills, flowtrails en benenbrekende steile poekels volgen elkaar in hoog tempo op. Holger haalt me halverwege in, maar daarna gaat het gelukkig weer lang genoeg bergop om hem terug te pakken.

Elke dag is spectaculair

Dat is ook een beetje hoe het deze AVSR gaat: ik klim (meestal) het rapste, maar kom bergaf tekort tegen deze sterke downhillers. Vaak ben ik wel als eerste bij de finish, omdat ik minder pauze neem en tijdens de transfers liever ritme hou dan te rustig te peddelen. Dat is ook de reden dat ik mijn concurrenten maar weinig zie. Ondanks dat, en dat ik uiteindelijk net naast het podium zal eindigen, kan ik wel optimaal genieten van deze zeven dagen.

Echt elke dag is spectaculair. Qua uitzichten, qua paden – en dan hebben we de eerste dagen niet eens het allerbeste weer. Als gezegd, je wordt tijdens deze meerdaagse mentaal op de proef gesteld, maar dus zeker ook fysiek. Want die slecht lopende openingsklim en de lange singletracks van de eerste proef van etappe vijf zijn die dag nog maar het begin. Na een relatief lange transfer volgt nog een chrono naar het hoogste punt van deze AVSR en dat is ook letterlijk een hoogtepunt. Niet zozeer de lange klim, zeker niet als die overgaat in een steil, door koeien zompig gemaakt pad waar na lang zwoegen lopen de enige optie is. Wel vanwege het uitzicht en de top, waar ik als eerste deelnemer over een met hoog gras begroeide ‘ridge’ rij. Links en rechts uitzicht met over de bergen rollende wolken, recht voor me een trail die overgaat in een lange, afwisselende en ‘challenging’ downhill. Kippenvel op de armen, en dat is niet vanwege de kou op deze hoogte.

Van die downhills is die van de proloog misschien wel het lastigste, maar elke etappe is het feest en zeker aan het einde van de vierde etappe. Dan rijden we een aantal door lokale bikers onderhouden tracks en de laatste is de parel van de week. Ontelbare switchbacks volgen elkaar in hoog tempo op, omdat er zo nu en dan ook stevige rotsen op het pad liggen is het oppassen geblazen. Zeker als de vermoeidheid toe begint te slaan, want deze proef – met ook wat stukken bergop – gaat lang door. In de brandende zon is het lijntje tussen afzien en genieten dun, maar de voldoening naderhand groot. Helemaal als ik me prima kan douchen in de op een heerlijke manier gedateerde kleedkamers van de lokale voetbalclub, en we in de avond op een sfeervol Italiaans terras een subliem vijfgangendiner te eten krijgen.

Tijdens die dag volgen we ook relatief lang het originele Alta Via-wandelpad. De verweerde  markering op oude bomen geven deze stukken extra cachet. We rijden veelal door niet super-toeristische gebieden, waar je lang niemand tegen kunt komen en soms opeens verrast bent door een lokale grijsaard, die met zijn oude Panda 4×4 omhoog is gereden waar jij amper fietsend bent boven gekomen. Soms liggen paden er modderig bij door nachtelijke regenval, maar ik rij amper in de regen. Gelukkig ook niet tijdens de Rollercoaster, een klassieke flowtrail bij Finale Ligure. Ik ben die vierde etappe wel de enige die droog beneden komt: de rest, die meer tijd neemt of nodig heeft voor de transfers, wordt getrakteerd op een wolkbreuk.

Een combinatie van schoonheid en uitdaging

Een etappe eerder komen we aan in Finale Ligure via verschillende downhills van de UCI Word Series die daar een week eerder zijn gehouden. Aan het einde gaat er nog een schepje bovenop en dat zegt wel alles over de afwisseling die je tijdens deze wedstrijd kunt krijgen. 

Zoals op de slotdag, als ik nog een klein beetje hoop heb om na een paar podiumplekken toch nog een etappe te kunnen winnen. De weinig technische eerste proef is me op het lijf geschreven, maar de tweede en allerlaatste van deze AVSR is een toetje van heb ik jou daar. Vijftien kilometer lang, vrijwel alleen maar singletrack, korte, maar veeleisend steile stukken omhoog en vooral: ‘real Ligurian style’ naar beneden. 

Omdat het de laatste dag is (en omdat ik wil weten wat ik heb klaargespeeld in het eerste deel) wacht ik op mijn tegenstanders. We beginnen zo met een paar man vrijwel gelijk aan de proef, maar ze zijn meteen uit het zicht en dan weet ik ook: die etappe ga ik niet winnen. Hoewel ik gedurende de week ben gaan wennen aan de extremiteiten, ga ik volledig in de ‘twijfel-is-lopen’-stand en zo haal ik op zeker – en zonder ook maar een valpartij – de finish in Bajardo.

In die laatste kilometers krijg ik zo ook de kans om me nog maar eens te verbazen over de combinatie van schoonheid en uitdaging die ze hier aandurven. ‘Only the brave’ die dat mogen ervaren. Waar dat in 2021 nog wel eens werd gecombineerd met wat chaos in het wedstrijdsysteem (veel laatste moment-wijzigingen) is dat nu niet meer het geval. Nee, Annamaria, Vanessa, Stefano en hun fantastische, hardwerkende crew hebben alles onder controle.

En als ze dat niet hebben, dan is er op geen enkel moment reden tot paniek. Is er niet meteen een oplossing, dan komt die later wel. De sfeer is relaxed, en daar geeft het beperkte deelnemersveld en het raceconcept ook de ruimte toe. Daardoor heb je tijdens de AVSR meer dan tijdens een reguliere meerdaagse het idee dat je op fietsvakantie bent. Wel een heel uitdagende. Een die relatief goedkoop is (890 euro), absoluut de moeite waard is en ik iedereen die van stevig afdalen houdt kan aanraden.  

DoorJuul van Loon