Interview | Een winterdag met Rémy Absalon

Door Paul Humbert -

  • Sport

Interview | Een winterdag met Rémy Absalon

De naam Absalon kennen we allemaal, daar zitten de schitterende prestaties van Julien Absalon voor iets tussen. Maar ook diens broer, Rémy, kan aardig uit de voeten met een mountainbike, zij het wel in een andere discipline. Waar Julien zijn carrière te danken heeft aan crosscountry, timmert Rémy aan dezelfde weg in enduro. We profiteerden van een aangename winterdag om enkele uren in zijn gezelschap door te brengen en het verhaal van de jongste Absalon op te tekenen.

Zijn mountainbike wisselt de renner van Scott-SR Suntour dan weer regelmatig in voor de motor of voor de wegfiets. Verder houdt hij zich in de winter ook fit met looptrainingen en fitness. De paden die hij voor zijn trainingen gebruikt liggen op slechts enkele meters van zijn huis. Eens de ochtendmist verdwenen, trokken we er samen op uit voor een fotoshoot. En passant namen we natuurlijk ook de tijd om de nodige vragen op hem af te vuren.

Rémy, hoe ziet je planning voor 2018 eruit? Gaan er dingen veranderen? 

In het team zelf verandert er niets. Eliott Trabac blijft aan boord, net zoals Marine (de vriendin van Rémy, nvdr) die het management voor haar rekening neemt. Eliott wordt steeds sterker en het zou leuk zijn moest hij dit jaar eens een keertje zijn neus aan het venster kunnen steken in de Enduro World Series. Naast wedstrijden rijden, hebben we in 2017 ook enkele video’s gemaakt en dat zullen we ook in 2018 blijven doen. Er is meer in het leven dan enkel competitie!

Net zoals vorig jaar zal ik dit seizoen niet aan alle manches van de Enduro World Series deelnemen, want ik wil ook wat tijd vrijhouden voor andere evenementen zoals de Mégavalanche. En ik zou ook graag deelnemen aan een meerdaagse, of zelfs twee …

Ik weet wel dat door de media-aandacht de Enduro World Series heel belangrijk is, maar het eindklassement is enkel voor de top vijf interessant. Ik vind dan ook dat je de kans om aan een andere mooie wedstrijd deel te nemen niet mag laten liggen als je toch geen aanspraak kunt maken op die top vijf. Maar uiteraard sta ik aan de start van de EWS indien er die dag niets anders op de agenda staat.

Beleef je nog plezier aan de EWS? 

Toch wel, ook al zijn er wedstrijden bij met korte specials van twee tot vier minuten, wat niet echt mijn ding is. Daarom ook dat ik niet aarzel om af en toe een wedstrijd over te slaan. Maar de specials van de EWS-manches in Chili en Slovenië zien er op papier wel goed uit.

Merk je grote veranderingen op als je de evolutie van de EWS bekijkt?

Je merkt dat alles professioneler is geworden. Daarnaast wil men ook tonen dat enduro overal beoefend kan worden, vandaar dat sommige wedstrijden niet in het hooggebergte plaatsvinden maar wel in een heuvelachtige regio, wat door de kortere specials iets minder interessant is voor mij. En het is indrukwekkend om zien dat het niveau van de renners zo gestegen is, zelfs bij lokale wedstrijden. Iedereen traint veel serieuzer en in de EWS valt dat natuurlijk nog meer op! 

Sommige dingen vind ik minder leuk. Neem nu een manche van de EWS. Als je daar hoog wilt scoren, ben je bijna verplicht om enkele dagen voordien ter plaatse te zijn en al de specials te voet te verkennen, ze te filmen en de beelden later nog is te bestuderen. Ik bekijk mijn video’s ook opnieuw, al vind ik dat niet echt leuk, maar ik doe het omdat het moet. Maar ik ga wel niet alle specials te voet verkennen. Daarom ook dat ik liever wedstrijden als de Mégavalanche betwist. 

Wie maakte het afgelopen jaar het meeste indruk op je? 

Een vijftal stak er echt bovenuit: Sam Hill, Adrien Dailly, Greg Callaghan, Martin Maes (ook al eindigde hij niet altijd op het podium) en Damien Oton. Als je hun chronotijden bekijkt, dan kan je enkel maar bewondering hebben.

Wat maakt hen net dat tikkeltje beter? 

Neem nu het voorbeeld van Martin Maes. In het begin was hij qua stuurtechniek een natuurtalent maar ontbrak het hem aan fysieke kracht. Ondertussen is dat laatste verleden tijd. Je moet je tijdens een manche van de EWS steeds à bloc kunnen geven, zowel bergaf als tijdens de tussensprints. Voeg daar nog de factor geluk aan toe en je hebt de winnende combinatie. Martin heeft de snelheid wel in de benen, maar het geluk stond vorig jaar te weinig aan zijn zijde.

En wat met doping in enduro?

Het klopt dat we ons allemaal die vraag stellen, zeker als we sommige prestaties zien. De komst van de UCI zou op dit vlak dan ook een goede stap kunnen betekenen.

De discussie met de organisatie achter de EWS is nog steeds aan de gang … 

Ik weet het niet. We horen al vijf jaar dat het in orde zal komen, maar tot hiertoe is nog niets officieel.

Zijn er na al die jaren nog plaatsen waar je van droomt om een keertje naar toe te trekken?

Dankzij de Enduro World Series kunnen we natuurlijk veel reizen, maar ik zou graag ooit eens iets doen in Alaska. Al heb ik nog niets concreets in mijn hoofd.

Samen met Marine, waarmee je ook samenwerkt, verwacht je een eerste kind. Dat zal toch zeker het een en ander veranderen dit seizoen, niet?

Heel eerlijk, dat is iets dat we samen zullen moeten ontdekken. Tijdens het seizoensbegin zal Marine er niet bij zijn, maar van zodra de Europese wedstrijden eraan komen denk ik dat we de baby zullen meenemen. We hebben ook het geluk dat onze ouders vaak helpen. We hebben er nog niet te veel over nagedacht, maar we zijn niet van plan om al te veel gewoontes overhoop te gooien.

Je brengt ook steeds meer tijd door op een e-bike. Is dat omdat je het leuk vindt of omdat de sponsors dit willen?

Toen ik vorig jaar een e-bike vroeg was Scott best verrast. Ik vind het gewoon leuk. Tijdens mijn trainingen kan ik er de shuttles en liften mee vermijden.

Eind vorig jaar heb ik trouwens met een e-bike deelgenomen aan de Catalan Enduro. Ik had geen zin om in november te diep te gaan op mijn klassieke MTB en dat bleek de goede keuze. Ook dit jaar zou ik graag een wedstrijd rijden met de e-bike.

Die e-bike competitie is in volle ontwikkeling, maar is het wel daarvoor dat e-bikes bedoeld zijn? 

Ik denk niet dat er op dit moment reeds een wedstrijdserie bestaat die echt bedoeld is voor e-bikes. Momenteel is iedereen nog tevreden met een aparte categorie voor e-bikes in de bestaande wedstrijden. Maar een echt e-bike format moet meer zijn. Ik denk dat de specials dan veel langer moeten zijn waarbij je ook een oogje moet houden op je batterij, zodat deze niet al halfweg de wedstrijd leeg is. Je wedstrijd goed indelen wordt dan veel belangrijker.

Maar we moeten ook in eigen boezem kijken. Wij doen namelijk net hetzelfde in onze eigen organisatie, de Enduro des Hautes Vosges. Het vergt dan ook nog te veel energie om voor vijftien deelnemers een apart parcours uit te stippelen. Maar het is wel iets dat we in het achterhoofd moeten houden! 

Denk je dat er toekomst is voor een wereldkampioenschap?

Dat is moeilijk te zeggen. Ik denk dat een e-bike nog steeds meer zijn plaats heeft voor hobbyisten. Je moet momenteel dan ook bijzonder sterk zijn om een endurospecial te rijden met een e-bike, zeker als je sneller wilt rijden dan 25 km/u, wat makkelijker gaat met een gewone MTB. We zitten volgens mij in een overgangsperiode waarbij het huidige wedstrijdformaat volgens mij weinig zin heeft voor een e-bike competitie.

Welke relatie onderhoud je met je sponsors?

Bij de oprichting van het team was het meteen onze bedoeling om rechtstreeks contact te hebben met de merken en niet via een teammanager. Ik wilde dan ook meer doen dan enkel wedstrijden rijden. Ik wilde meehelpen aan de ontwikkeling van bepaalde producten. Zo werken we met bepaalde merken samen aan de ontwikkeling van producten voor e-bikes; denk maar aan Shimano, SR Suntour en Michelin voor de Plus-banden.

Ik bezorg onze materiaalsponsors mijn bevindingen over wat werkt en wat minder werkt. Ik vind het geweldig om ook naast het wedstrijdaspect betrokken te zijn met mijn sponsors en nog andere activiteiten te kunnen uitoefenen. We bieden onze partners dan ook meer aan dan enkel wedstrijden rijden.

Samen met Marine heb ik ook het bedrijfje Irwego opgericht dat zich bezighoudt met MTB-stages. Ik vind het steeds geweldig om feedback te krijgen van amateurrenners over allerlei producten, denk maar aan de banden, enz. Jaarlijks organiseren we een twintigtal stages, wat voor een goed gevulde agenda zorgt. 

Jij en je broer Julien beoefenen compleet verschillende disciplines, maar in jullie carrière zitten jullie ongeveer in dezelfde fase: deels teammanager, deels op de e-bike, deels wedstrijdrenner …

Het zal goed zijn dat hij de crosscountry eindelijk een beetje opzijschuift en ook tijd maakt voor andere leuke uitdagingen, zodat we samen wat meer plezier kunnen maken. We proberen wel wanneer mogelijk samen te trainen; deze winter was dat voornamelijk op de weg of op een klassieke mountainbike. En in februari zak ik telkens af naar het zuiden waar hij woont.

De finale van de wereldbeker (XC en DH) in La Bresse moet dit jaar een speciaal moment voor jullie worden, jullie groeiden op in die regio …

Zelf zijn we niet betrokken bij die wedstrijd. Ik werd ook niet om advies gevraagd omtrent het parkoers. Voor Julien is de wedstrijd wel heel belangrijk en het is altijd leuk om een thuiswedstrijd te mogen rijden, maar we gaan er vooral gewoon van genieten.

DoorPaul Humbert