Bike Transalp 2024: alles over het parcours van de grote Alpenoversteek

Door Jan Geys -

  • Sport

Bike Transalp 2024: alles over het parcours van de grote Alpenoversteek

De namen van Ehrwald en Arco als respectievelijke start- en aankomstplaats van de Bike Transalp 2024 werden al eerder gelost, voor de rest van het parcours was het wachten tot nu. Tussen 14 en 20 juli 2024 krijgt het internationale deelnemersveld circa 500 kilometer en 16000 hoogtemeters voor de wielen verdeeld over zeven ritten.

Het startschot van de Bike Transalp 2024 weerklinkt op zondag 14 juli in Ehrwald, in de schaduw van de Zugspitze. Deze machtige bergtop heeft één voet in Duitsland liggen en één voet in het Oostenrijkse Tirol. De berg geeft meteen een les in nederigheid, iets dat de deelnemers aan de Bike Transalp alvast nodig zullen hebben om de komende zeven ritten te overleven.

Na een lus over de Ehrwalder Alm verandert het peloton van richting; wil men over zeven dagen finishen aan het Gardameer, dan moet men immers zuidwaarts. Na een prachtig pad naar Lermoos volgt de ruige Schlägle Trail, een van de vele singletrails in de regio, en vervolgens de zonnige Lermooser Moos en het betoverende lariksbos bij Biberwier. Door de constante afwisseling van gravel-, bos- en weidepaden is er geen kans op verveling. Maar dan komt de Marienbergjoch, een van de klassieke Transalp-passen. Vanaf Biberwier zijn er nog 750 hoogtemeters te overwinnen. Op de top heb je het zwaarste achter de rug en daal je af in het Gurgltal waar schaduwrijke paden aan de rand van het bos je naar Imst leiden, de bestemming van de eerste etappe.

De gekende Via Claudia Augusta zet de toon voor de tweede etappe, al wordt deze oude Romeinse route niet strikt gevolgd. Dat zou ook zonde zijn. De oude Romeinen kenden de paden op de Mutzkopf in Nauders nog niet. Vanuit startplaats Imst gaat het het Pitztal in en van daaruit omhoog naar de Pillerhöhe, de pas tussen het Pitztal en het Inntal. Na een snelle afdaling door bergweiden met vrij zicht op het dal bereik je al snel de oevers van de Inn in Prutz. De rivier bepaalt de richting voor de komende 30 kilometer. Tussen Ried en Tösens is er een spectaculair pad uitgehouwen in de rotsen boven de rivier. Aan de grens met Zwitserland wordt de Römerweg verlaten en volgt het parcours nog enkele kilometers de Inn om in Martina de Zwitserse grens over te steken en vervolgens het fietspad te nemen naar Sclamischot.

Nu begint de klim over bospaden tot Grünen Grenze. Bij de Schwarzsee leidt een pad terug naar Oostenrijk. De oude Romeinen kenden nog geen mountainbikeroutes, het zijn de inwoners van Nauders die de Gerry Trail en de Riatschwegele Trail aangelegd hebben als onderdeel van de 3-landen enduro trails. En ze beloven ter afsluiting van de tweede rit veel rijplezier.

De Transalp neemt niet altijd de snelste en kortste route, en al zeker niet van Nauders naar de Reschensee. Als je het uitstekende netwerk van mountainbikeroutes in het drielandenpunt tussen Oostenrijk, Italië en Zwitserland kent, denk je als mountainbiker niet eens aan de kortere weg. En dus trekt het Transalp-peloton hier de bergen in. Vanaf de Valdafuralm, boven het bos, heb je een vrij uitzicht op die bergen. Vanaf hier kronkelen een weidepad en een ruig karrenspoor naar beneden naar de Goldseehütte.

De witte gletsjerkap van de Ortler, met een hoogte van 3905 meter de hoogste berg van heel Tirol, rijst ver boven het Reschenmeer uit dat beneden aan je voeten ligt.

Daar begint het slotgedeelte van de klim met bestemming Bergkastel, het bergstation van het skigebied Nauders. Hier werd onlangs een nieuwe route aangelegd, de Hofrattrail, een trail die de Transalp voor het eerst neemt. Na een kort bospad volgt de betoverende Plamort Trail, een klassieker in het Transalp-parcours, die eindigt bij de bizarre tankversperring. De vierkante betonnen pilaren met daarbovenop ronde, puntige metalen kegels zijn het handelsmerk van deze pas geworden, ook al passen ze niet echt in dit landschap. Hier wordt ook de grens met Italië overgestoken. De witte gletsjerkap van de Ortler, met een hoogte van 3905 meter de hoogste berg van heel Tirol, rijst ver boven het Reschenmeer uit dat beneden aan je voeten ligt. Hier begint een snelle afdaling door het bos naar de bron van de Etsch en naar de oever in Reschen. De tweede klim van de dag kan beginnen.

Het pad leidt via de Reschener Alm het Rojental in en verder omhoog naar Schöneben. Dit is na Bergkastel het tweede bergstation van de dag. Dan volgen de Upper en Lower Spin Trail totdat deze wortelpaden je vlak voor de dammuur uitspugen. De armen kunnen nu een beetje rusten, maar de benen nog niet. De laatste vier vlakke kilometers moeten ze nog doorstaan – tot aan de finish bij de beroemde verzonken kerktoren in Graun.

Vanaf de kerktoren in Graun lijkt koning Ortler onbereikbaar ver weg. De enorme witte gletsjerkap geeft aan waar we vandaag naartoe gaan. Na een stukje langs het meer gaat het pas in St. Valentin de bergen in. De eerste klim brengt de deelnemers naar de Bruggeralm, zo’n 400 meter boven het meer. Hier begint de eerste afdaling, eerst over bospaden, later over een pittig pad naar Burgeis totdat in Laatsch het laagste punt van deze etappe wordt bereikt op ongeveer 1000 meter boven zeeniveau.

Vanaf hier slingert de route weer omhoog over de Zwitserse grens het Münstertal in waar het klimmen niet stopt. Daar komt pas een einde aan op de “Döss Radond”, op een hoogte van 2235 meter. Na dit korte intermezzo in Zwitserland, zet de Transalp definitief koers richting Italië; dit keer niet naar Zuid-Tirol, maar wel naar Lombardije. Het gaat op en neer door het magisch mooie Val Mora en al snel komt het meer van San Giacomo di Fraéle in zicht. Op de schotterweg die naar de Torri di Fraele leidt, kunnen de benen wat ontspannen. De twee half verwoeste wachttorens markeren de afdaling naar Valdidentro, 600 meter lager.

Die afdaling gaat grotendeels over natuurlijke paden in zonovergoten lariksbossen, waar misschien wat puin rondslingert of een paar wortels de veringen dwingen te werken, maar al met al zijn ze gewoon heel leuk. De laatste drie kilometer over het fietspad en door de buitenwijken van Bormio naar de finish zijn waarschijnlijk de makkelijkste van deze 90 kilometer lange rit. De Ortler is van hieruit niet meer te zien, want vandaag ben je vrijwel ongemerkt achter het machtige massief geslopen.

Meer bergen kun je niet in een Transalp-dag stoppen!

Op dag vijf is het tijd voor de koninginnenrit! Meer bergen kun je niet in een Transalp-dag stoppen: de meeste kilometers, de meeste hoogtemeters en tevens het hoogste punt van de hele week. Tataaa! Zo is er de 2.621 meter hoge Passo di Gavia, de legendarische wielercol, die over eenvoudige bospaden en de smalle pasweg wordt beklommen. Onder de pasweg loopt een van de meest veeleisende paden van de week. Het is een droompad, maar het wordt ook steil en op een paar belangrijke technische plekken zullen alleen de beste downhillers nog grijnzen.

Bij Sant’Appolonia zit de afdaling erop en wordt de tweede grote klim van de dag aangepakt. Via Pezzo brengt een kleine weg je naar Case di Viso, een liefdevol gerestaureerd, historisch bergdorp waar nu vakantiegangers verblijven. Wat volgt is een van de meest betoverende passages in de geschiedenis van de Transalp. Dit indrukwekkend stuk eindigt pas bij de Passo Tonale, op de grens met Trentino, aan de bovenzijde van het Val di Sole. De bestemming Malé ligt ook in deze vallei, maar het is nog 40 kilometer rijden tot de finish. Door de bossen aan de voet van de Cima Presanella gaat het nu snel vanuit de barre bergwereld het milde klimaat van Val di Sole in.

Malé moest lang wachten totdat de Bike Transalp-deelnemers weer over de finish op de Kirchplatz mochten. In 2023 moest deze etappe helaas worden afgelast vanwege onweer in Bormio. De laatste finish in Malé in 2010 is dus al lang geleden. Een paar minuten meer wachten maakt niet uit, want de koninginnenrit duurt iets langer dan de andere. Nu moeten we alleen maar duimen dat de editie van 2024 geen obstakels kent.

De voorlaatste dag gaat het over een van de klassieke Transalp-oversteken, de Passo Bregn da l’Ors, in de schaduw van de machtige Brenta. Wilde afdalingen in mystieke bossen voegen pit toe aan deze etappe. De Brenta! Steile wanden vallen op grote hoogte uit de zee van rotsen naar beneden en de mooiste plekken voor dit indrukwekkende natuurspektakel zijn aan de ene kant het Lago di Molveno en aan de andere kant het magische Malga Brenta Bassa, het kleine Lago di Val d ‘Agola en het pad over de Passo Bregn da l’Ors naar Malga Movlina. Deze alpenweide is misschien wel de mooiste plek in de Transalp, met de wanden van de Brenta zo dichtbij dat je hem kunt aanraken.

Vanaf Malga Movlina daalt het bospad nu zuidwaarts naar de Val d’Algone. Bij Tione di Trento steek je de Sarca over, de rivier die het Gardameer in Torbole voedt. Kleine bospaden leiden nu naar het zadel dat Val Rendena scheidt van het Valle del Chiese. Het zadel geeft de naam aan de gemeente “Sella Giudicarie”, een groep van verschillende dorpen. In een van deze dorpen, in Roncone, ligt de bestemming van de dag bij het meertje.

Rustig met de beentjes omhoog liggen zit er op de slotdag nog niet in, dat is voor morgen, zondag. Iedereen die denkt na etappe 6 de finish al gehaald te hebben, wordt in deze laatste etappe wakker geschud, ook al kent ze minder kilometers en minder hoogtemeters dan de etappes ervoor. Het begint met een laatste, steile klim van bijna 1000 meter omhoog over de Malga Ringia naar Malga Pura. Daar slingert een smal pad zich hoog boven het meer van Roncone. Een veilige rijtechniek is hier net zo belangrijk als concentratie, want wortels en stenen vereisen een slimme lijnkeuze. Al met al is dit een cool parcours dat nooit brutaal moeilijk is, maar altijd een beetje hobbelig en veeleisend. Wanneer het pad helemaal in het bos verdwijnt, begint een gave afdaling van een flinke vijf kilometer over een bospad.

Beneden, terug in het Valle del Chiese, begint het relatief ontspannen middengedeelte van deze etappe. Vanuit Pradibondo moeten we nu snel over geasfalteerde bospaden terug naar Zuclo, waar we de dag ervoor vandaan kwamen. Ook de Passo Duron, een klim van 400 meter over de weg, is goed te berijden. Het uitgestrekte Val Lomasone, het landbouwgebied in het achterland van het Gardameer, opent zich en leidt naar de slotact van deze Bike Transalp: de Passo del Ballino.

De Bespana Trail begint hier in het schaarse bos. Het natuurlijke pad is echt leuk en wordt stap per stap iets uitdagender. De Nomesino Trail, een rotsachtig karrenpad met los puin en rondslingerende stenen is veel uitdagender. Bij deze laatste, ongeveer 1,2 kilometer lange technische test op de Transalp zijn wederom een goede lijnkeuze en volledige concentratie vereist. En als je concentratie eenmaal hoog is, is het aan te raden dit vol te houden tot aan de finish, want de Transalp 2024 zit er pas echt op in de Viale delle Magnolie in Arco.

Rittenschema Bike Transalp 2024:

Rit 1: Ehrwald – Imst: 72,97 km / 2162 hm
Rit 2: Imst – Nauders: 79,92 km / 2467 hm
Rit 3: Nauders – Reschensee: 50,49 km / 2081 hm
Rit 4: Reschensee – Bormio: 90,38 km / 2611 hm
Rit 5: Bormio – Malé: 96,20 km / 3254 hm
Rit 6: Malé – Valle del Chiese: 68,62 km / 2502 hm
Rit 7: Valle del Chiese – Riva del Garda: 64,44 km / 2138 hm

De 26ste Bike Transalp vindt plaats tussen 14 en 20 juli 2024 en deelnemen kan zowel in duo als solo. Inschrijven kan via https://event.delius-klasing.de/bike-transalp/.

Ons verslag van de Bike Transalp 2022 lees je hier: www.vojomag.nl/bike-transalp-een-rollercoaster-in-een-prachtige-bergomgeving/

Foto’s copyright Markus Greber / Bike Transalp 

DoorJan Geys