Nieuw 2020 | Rocky Mountain Slayer: klaar voor de ruigste trails

Door Jurgen Groenwals -

  • Techniek

Nieuw 2020 | Rocky Mountain Slayer: klaar voor de ruigste trails

Net geen twintig jaar na de introductie van de eerste Slayer – als opvolger van de Pipeline – lijkt het alsof Rocky Mountain met de totaal vernieuwde Slayer opnieuw naar de freeride roots van deze legendarische bike wil. In 2001 kon de Slayer misschien wel beschouwd worden als de eerste echte ‘big mountain bike’ op de markt. Sindsdien zijn de tijden grondig veranderd. Het sein voor de Canadezen om hun Slayer grondig onder handen te nemen.

De nieuwe Slayer moet het ultieme wapen voor zowel de liefhebbers van bikeparks, enduro-rijders als downhillers worden. Zelfs afdalingen genre Red Bull Rampage moeten in het bereik van de Rocky Mountain Slayer liggen (dat is, als die ook in het bereik van de piloot liggen tenminste).

In het gamma van Rocky Mountain krijgt de Slayer zijn plaats tussen endurobike Altitude en pure downhiller Maiden. De 2020 Slayer is er voortaan in twee verschillende designs, een 27,5”-versie met 180 millimeter veerweg en een 29”-versie met 170 millimeter veerweg. Aanvankelijk was die 29”-versie niet eens de bedoeling. Maar eenmaal de ontwerpers in de weer waren met hun nieuw concept, zagen ze zowel de populariteit als de mogelijkheden van een 29”-versie. Wie een beetje vertrouwd is met de fietsen van Rocky Mountain herkent overigens in de plaatsing van de demper en de vormen van het frame de kenmerken van de Pipedream waarmee Wade Simmons in 2017 rond knalde.

In het Oostenrijkse Sölden werden wij ondergedompeld in alle ins- en outs van de nieuwe Rocky Mountain Slayer.

Frame

Een voordriehoek uit carbon, de achterdriehoek uit aluminium, dat zijn zowat de voornaamste kenmerken van het nieuwe Slayer-frame. 

Het proces van carbonverwerking bij Rocky Mountain kreeg de naam Smoothwall-carbon mee. In traditionele processen van carbonverwerking wordt vaak gebruikgemaakt van een soort luchtballonnetjes om een frame te vormen. Rocky Mountain gebruikt echter stijve, interne mallen waarin de carbonvezels geplaatst worden. Afhankelijk van de plaats op het frame worden verschillende soorten en hoeveelheden carbon gebruikt. Stijf, laag gewicht en duurzaamheid zijn de kenmerken.

Er valt wel een lans te breken voor een endurobike met een achterdriehoek in aluminium. Dat is immers stukken steviger en robuuster in het geval van een crash. Overigens komen er ook beter geprijsde modellen die volledig uit aluminium vervaardigd zijn.

Van interne kabelgeleiding kijken wij niet langer op. Zoals het Rocky Mountain betaamt, is de kabelgeleiding op de Slayer bijzonder fraai uitgevoerd. De kabels lopen intern door carbon buisjes wat de installatie eenvoudig maakt en ervoor zorgt dat de kabels nergens in het frame liggen te rammelen.

Speciale aandacht voor de extra afdichting van de lagers. Moet er toch iets vervangen worden of dient er aan de bike gesleuteld, dan volstaan inbussleutels 5 en 6 om je hele bike te (de)monteren. Alle bouten zitten overigens aan dezelfde kant van het frame.

Ruimte voor een bidonhouder, iets wat je niet zo vaak tegenkomt op ‘big mountain bikes’.

De onderbuis wordt netjes beschermd door een paar flinke rubberstroken. Handig voor wie zijn bike met een pick-up vervoert, als bescherming tegen steenslag of wanneer je bike aan de zetellift hangt te bengelen.

Banden met een dikte tot 2,6” passeren moeiteloos doorheen de achterdriehoek.

De Spirit Guide is een heel erg fraai vormgegeven chainguide die Rocky Mountain speciaal voor deze Slayer ontwikkelde.

Ophanging

De Smoothlink-ophanging van de Slayer is op de bovenbuis gemonteerd, vergelijkbaar met de Altitude. Smoothlink is wat de liefhebbers van Rocky Mountain meteen loven. Het zorgt voor dat typische, zelfs legendarische rijgevoel dat hun full-suspensions kenmerkt. Het is een efficiënt en soepel four-bar linkage-principe dat de indruk geeft meer veerweg te hebben dan in werkelijkheid voorhanden is.

De kinematica van de 2020 Slayer werd meer georiënteerd op downhill-gebruik. De anti-squat (compressie van je vering onder invloed van trappen) bevindt zich nu op een vlakke lijn rond 80-90% van de veerweg. Vergeleken met het vorig model dat een meer progressieve veerweg had, is dat een aanzienlijke verandering. Als extra is daarbij het eind van de veerweg meer progressief opgebouwd. Deze aanpassingen hadden niet enkel een verbeterd rijgedrag als doel, het is een kinematica die perfect past bij het karakter van zowel schroefveren als bij luchtdempers.

Geometrie

Langer, vlakker, lager … het hoeft niet te verbazen bij een hedendaagse freeridebike.

De Slayer is voorzien van het Ride-4 systeem waarbij je snel je geometrie verfijnd kan afstellen, afhankelijk van terrein en je persoonlijke voorkeuren. De Ride-4 biedt door middel van een verplaatsbare chip vier mogelijke configuraties. In de meest neutrale setting (positie 2) krijg je op de 29”-versie (maat M) een balhoofdhoek van 64,5 graden, een 76,5 graden steile zitbuishoek en daarbij 442 millimeter lange chainstays.

Tussen de meest vlakke positie en steilste positie is maar liefst 1 graad verschil in balhoofdhoek (63,8 vs 64,8 graden) en 1 graad in zitbuishoek (75,8 vs 76,8 graden). De reach varieert tussen 442 millimeter en 453 millimeter. Spelen met de Ride-4 chip beïnvloedt daadwerkelijk het rijgedrag van je Slayer. Doe het zorgvuldig en methodisch en werk in kleine, graduele stappen. De lengte van de zitbuis werd bewust kort gehouden, wat het mogelijk maakt een langere dropper post te monteren.

Modellen

De Slayer komt dus zowel in een 29” als in een 27,5”-versie in vier verschillende afmontages. De 90 en 70 modellen zijn de carbon versies, de 50 en 30 zijn volledig uit aluminium opgetrokken. Op vlak van kleuren blijven wij echter een beetje op onze honger zitten. Je hebt een rood/zwarte of een grijs/zwarte, in eender welke versie je gaat.

Slayer Carbon 90

Het carbon topmodel wordt op pad gestuurd met een Shimano XTR-aandrijving en remmen, Race Face Next-crank, een Fox DHX2-demper en 36 Float Factory-vork. DT Swiss 350-naven met Race Race ARC 30-velgen en Maxxis Minion DH Agressor-banden zorgen voor contact met de grond. Het topmodel Slayer kost je 8600 euro. 

Slayer Carbon 70

Een stapje lager krijg je de Carbon 70 die uitgerust is met een RockShox Super Deluxe Coil Ultimate-demper en een Lyrik Ultimate-vork. Shimano XT en Race Face zorgen hier voor versnellen en afremmen. Voor de Slayer Carbon 70 betaal je 6500 euro.

Slayer Carbon 50

Het laatste model in carbon en aluminium is de Slayer Carbon 5 die je 5300 euro kost en uitgerust is met een RockShox Super Deluxe Coil Ultimate, een Lyrik Select-vork, Shimano SLX/XT-aandrijving en Shimano SLX-remmen met vier zuigers.

Slayer Alloy 50

De 50 is er ook in een aluminium versie die 4200 euro kost.

Slayer Alloy 30

Tot slot is er de 3500 euro kostende aluminium Slayer 30. Daarmee duik je de trails af met een RockShox Super Deluxe Coil Select-demper en Yari RC-vork, een SRAM SX-aandrijving en  Shimano MT520-remmen.

Terreintest –  Rocky Mountain Slayer 70

Voor de niet-metalheads eerst even wat duiding. Slayer is een iconische Amerikaanse trashmetalband die samen met Anthrax, Megadeth en Metallica de ‘Big Four’, de vier grootste trash-en speedmetalbands ter wereld, vormen. Wie zich niets kan voorstellen bij trash- of speedmetal, volgende begrippen: snelle, vuige gitaarrifs, een brulboei als zanger, ruig headbangen in de moshpit van Graspop Metal Meeting (Dessel). Wat dat met de Rocky Mountain Slayer gemeen heeft? Deze bike ademt luide rock en dendert als een speedmetaltrein overheen de meest ruige en technische freeride- en downhilltrails.

Op de prachtig aangelegde trails van de Bike Republic Sölden (Oostenrijk) heb ik een paar uur de tijd om met een Rocky Mountain Slayer 70 in 29” te gaan stoeien. Die Slayer 70 doet het met een RockShox Lyric Ultimate-vork en RockShox Super Deluxe Coil Ultimate-demper, beide goed voor 170 millimeter veerweg. Shimano XT zorgt zowel voor aandrijving als remmen met vier zuigers, een Race Face Turbine-crankstel maakt de aandrijving compleet. Een Race Face AR 30-wielsetje met daaromheen double casing Maxxis Minion DHF-banden zijn de contactpunten met de grond. Rocky Mountain claimt een gewicht van 15,5 kilogram voor deze bike. De Ride 4-chip hou ik in een neutrale positie, het ontbreekt me overigens aan tijd om ermee te experimenteren.

Mijn eerste rondje doorheen het bikepark lijkt nergens naar. Ik kies behoudsgezind voor een eenvoudige blauwe trail, kwestie van zowel bike als trails te leren kennen. Daags voordien heeft het overigens bijzonder hard geregend en we verwachten dan ook veel modder en gladde trails. Ik rem te veel en ga als een absolute beginneling doorheen zowat elke bocht, naast zowat elk obstakel. Onder mij hoor ik de Slayer een verveelde geeuw onderdrukken. Dat moet beter. En met een toenemend vertrouwen gaat ook de snelheid met een ruk de hoogte in. Pas dan wordt me duidelijk welke fijne freeride-bike die Slayer is. Ik zoek steeds ruiger en ruwer terrein, steeds steiler. De Slayer verteert het met de glimlach. Hoe harder je gaat, hoe beter de handling van de Slayer aanvoelt. De 170 millimeter veerweg wordt netjes opgebruikt en – eerlijk is eerlijk – heeft me een paar keer mijn hachje gered toen het eigenlijk fout had moeten aflopen. 

Het stuurgedrag is fenomenaal goed. Krappe bochten vormen op deze long travel 29” geen enkel probleem. Mocht je ooit in Sölden zijn en je wilt de stuurcapaciteiten van je bike testen, dan raden wij de rode ‘Teäre’ lijn aan. De opeenvolging van bochten en switchbacks is het gedroomd testterrein voor stuurbakken. De Slayer voelt er zich helemaal in zijn sas, is speelser dan je op basis van de specificaties zou verwachten en vraagt weinig inspanning om onder controle te houden. 

De Bike Republic Sölden kent bijzonder lange lijnen. Ik neem de lift naar de Rotkogelhütte op 2666 meter. Met een dalstation op 1360 meter betekent dat meer dan twaalf kilometer en 1300 hoogtemeters afdalen in een waanzinnig knap decor. De start is spectaculair en ik laveer overheen enorme rotsblokken en van veel te hoge drops. Het wordt al snel duidelijk dat je met de Slayer onwijs straffe stoten kan uithalen. Liften brengen me snel en makkelijk terug naar boven. Dat maakt ook dat ik niet geklommen heb met deze Slayer. Nochtans moet met deze geometrie met steile zitbuishoek en het aanvaardbaar gewicht een beklimming prima tot de mogelijkheden behoren.

De rijpositie op de Slayer is erg centraal waardoor je veel bewegingsvrijheid in alle richtingen krijgt. Dat maakt ook dat de bike erg intuïtief aanvoelt. Verder zorgen de krachtige en goed doseerbare XT-remmen op deze Slayer 70 in combinatie met de stevige Maxxiss Minion banden voor veel grip en gecontroleerde remmanoeuvres. 

Verdict

Na amper een middag pret in een overigens uitstekend bikepark willen we nog geen hard verdict vellen. Daarvoor was de testtijd te kort. Onze eerste indrukken zijn echter uitsluitend positief. De Rocky Mountain Slayer ziet er erg knap uit, er is veel aandacht besteed aan handige details, de geometrie is perfect uitgebalanceerd en de Smoothlink-ophanging kan de ergste mishandeling aan. Als je een fiets wilt waarmee je zowel bikeparks, enduro als brutale downhill aankan, zou de Rocky Mountain Slayer wel eens een erg goede keuze kunnen blijken.

Meer info: https://www.bikes.com/en/bikes/slayer/2020

Foto’s: Dennis Stratmann en Jurgen Groenwals

DoorJurgen Groenwals