Ontdekking MTB-route Manhay: mountainbiken op het dak van België
Door Pierre Pauquay -
Aan het begin van de voorbije lente trokken we met onze mountainbike naar de prachtige vallei van de Aisne, gelegen aan de voet van een van de hoogste toppen van België, de Baraque de Fraiture. Het was tevens de gelegenheid om de gloednieuwe bewegwijzerde mountainbikeroutes te verkennen die de gemeente Manhay vorig jaar in gebruik nam.
De bovenvallei van de Aisne heeft zijn charme en isolement behouden. Landweggetjes en brede paden beloven prachtige uitstapjes; een streek die absoluut per fiets verkend moet worden.
De aanhoudende regenval van de maanden voordien, maakte in de lente plaats voor een periode van heerlijke zonneschijn. Rond Manhay zijn de Ardense bossen dichtbegroeid en bedekken ze een dunbevolkt gebied.
Manhay ligt aan de voet van een van de hoogste toppen van België, de Baraque de Fraiture. ‘s Ochtends vroeg was het plateau nog bedekt met rijp en ijs.
De zuiverheid van een rivier
De weinige verspreide gehuchten getuigen van het harde leven van weleer, dat de ontberingen van een streng klimaat moest doorstaan. Op de fiets bereiken we er één, Freyneux. Het bestaat uit lange, lage 19de-eeuwse boerderijen die zo gebouwd werden om ze optimaal te beschermen tegen de elementen. Langs de Aisne, waar de Moulin de la Fossse staat, betreden we een wereld van rust en eenzaamheid.
Het bos scherpt onze zintuigen. Naast onze bandensporen verraden de sporen in de modder de aanwezigheid van talloze herten. Het bos is prachtig, gezegend door zijn diversiteit. De rivier begeleidt ons tot aan de rand, waar we het gehucht Forge-à-l’Aplé bereiken. Hier werd van de 16de tot de 17de eeuw ijzer gesmeed. De naam Aplé zou afkomstig zijn van een plek waar hout langs de rivier werd opgeslagen voordat het stroomafwaarts naar de Ourthevallei werd vervoerd.
De economie concentreerde zich rond de metaalindustrie, die bloeide tot 1626 en daarna volledig verdween. Deze periode veranderde het landschap aanzienlijk. De ijzergieters hadden een enorme behoefte aan bomen. In de omliggende bossen verbrandden houtskoolbranders het hout om houtskool te produceren, de enige brandstof die de smederijen in de vallei gebruikten: het bos kromp dramatisch.
In twee eeuwen tijd had braakland de omvangrijke groene ruimtes vervangen. Er ontstonden uitgestrekte weilanden, zoals we die vandaag de dag nog steeds zien. Ondanks het beleid van intensieve herbebossing met snelgroeiende soorten zoals sparren, heeft dit de oorspronkelijke grote bossen nooit vervangen.
Het land van heide en vennen
Beneden in de vallei gaat het plezier verder wanneer we op een doorwaadbare plaats de Aisne oversteken, vlak bij de oude spoorlijn. Kort na de lange klim worden de naaldbomen teruggedrongen naar de heuveltoppen om er de voormalige heidevelden en het onontgonnen land uit de 19de eeuw te bedekken.
Hoewel onze tocht zich afspeelt onder het bladerdak van de bomen, is deze allesbehalve eentonig. De rijen sparren die je zo vaak in de Ardennen ziet, maken plaats voor prachtige gemengde bossen van dennen en loofbomen, waar een rijk ecosysteem floreert. In de zomer vermengt hun geur zich met die van wilde bosbessen; in maart moet de tochtrijder tevreden zijn met een zuivere, droge lucht. Vervuiling lijkt zo ver weg.
Vanaf de heuveltop kun je heel Dochamps overzien. Tegen een achtergrond van bos, is het dorp op de zon gericht. De huizen zijn gebouwd volgens de grillen van het terrein en liggen verspreid en van elkaar gescheiden door weilanden of bosjes.
Bij het oversteken van de Alu klimmen we langs een oude steengroeve en komen we uit op een geheel ontbost gebied. Het uitzicht is schitterend. Op korte afstand van de beek Fayi de la Folie zijn de veenmoerassen Robièfa en Goutte stille getuigen van het landschap zoals het er eind 19de eeuw uitzag bij het dorp Odeigne, bestaande uit kale vlaktes gekenmerkt door een vegetatie zoals het paarse pijpenstrootje, de blauwe bosbes of de orchidee.
De lokale legende vertelt over grote beukenbomen, op gelijke afstand van elkaar geplant op de uitgestrekte heidevlakte, die als gidsen dienden voor reizigers die mogelijk verdwaalden in deze uitgestrekte, in de winter regelmatig met sneeuw bedekte vlakte. Het was dan ook een grimmig en somber landschap, gedomineerd door heidevelden en veenmoerassen.
Kort na het dorp leidt de route naar de molen van Odeigne, ooit eigendom van de prins-abt van Stavelot tijdens het Ancien Régime, een bewijs van de macht van dit vorstendom, dat zich tot ver voorbij de oevers van de Amblève uitstrekte. In dit vredige dorp maalt de molen van de herberg het zuivere water van de rivier. En op de hoogten daarboven houdt het kleine kerkje de wacht …
De race tegen de zon gaat door. Naarmate de dag ten einde loopt, bieden de zonnestralen geen warmte meer. De schaduwen worden snel langer en slokken het licht van de valleibodem op. Morgen gaan we op zoek naar een verloren dorp …
Het hart van de Ardennen
Het pad ‘L’ai l’Oiseau’ voert ons door een van de grootste bossen van de regio. Zo’n omgeving zien we in België zelden. Je voelt je zo alleen, niets verstoort de stilte van de plek.
Het minste gekraak van een takje prikkelt onze zintuigen. Het wild is aanwezig; we voelen de aanwezigheid ervan dichtbij, maar het laat zich niet zien aan onze cameralenzen. De echte fotograaf neemt de tijd om bij zonsopgang te komen.
Het gehucht Grande-Hoursine, hoog op een heuvel, roept de landschappen van de Vogezen op. Bij Intinchera, een charmante plek midden in het bos, markeert een kruispunt van paden de weg. We nemen een breed, goed onderhouden pad en betreden een van de grootste groene bossen van de regio.
Een dorp vergeten door de mens
De route voert steeds dieper het bos in, waar een herbouwd huisje opduikt, een vreemde eend in de bijt in dit boslandschap. Aan onze voeten heeft het kunstmatige sparrenbos de kasseien van een oude straat bedekt.
In de 14de eeuw werden er enkele huizen gebouwd in deze ruige streek, die nog niet omgeven was door naaldbossen. Ayre del oisel telde eind 19de eeuw 18 woningen, waarvan sommige van vlechtwerk en leem waren gemaakt. Op 9 september 1944 werd een groep verzetsstrijders en verpleegsters verrast door Duitse troepen: er brak een vuurgevecht uit en mannen en vrouwen sloegen op de vlucht. Laid l’Oiseau heeft de verschrikkingen of het bloedbad van Oradour-sur-Glane niet meegemaakt, maar het kwam er wel heel dichtbij … Als vergelding staken de nazi’s het dorp in brand met granaten. Het werd nooit herbouwd …
Tegenwoordig zien we alleen nog een paar muren van een verdwenen dorp. Een flauwe helling leidt naar de valleibeek waar je op de weide kunt liggen. Vóór 1944 was het leven daar misschien prachtig, maar de mens heeft alles verwoest.
De klim gaat verder: geen enkel bosvreemd geluid verstoort dit gevoel van eenzaamheid op de wereld. De kilometers verstrijken ongestoord. Bij de doorwaadbare plaats over de Pont Gérard lijkt de route deze wereld van stilte te verlaten. Vanaf Harre slingert het brede pad zich opnieuw een weg door het bos.
Het licht dooft snel, zonder waarschuwing. De bleke zon werpt lange stralen over de weilanden langs de weg naar Vaux-Chavane. Het prachtige avondlicht doet de leistenen muren van de huizen rood oplichten, waar de bewoners zich binnen warmen voor wat een koude nacht belooft te worden. De lente laat nog even op zich wachten …
Praktisch
- Gravel of MTB?
De discussie is geopend. De routes die we hebben gereden, zijn vrij van technische moeilijkheden, wat suggereert dat ze ideaal zijn voor gravel. Maar tijdens de winter zijn de paden omgewoeld door houtkap, waardoor ze in modderige geulen veranderen. Een crosscountry mountainbike zal zich ook beter thuis voelen op deze rotsachtige, verre van vlakke paden. - De MTB-routes
De nieuwe MTB-routes van Manhay laten je een prachtige streek verkennen. De routes die we hebben getest zijn niet bijzonder technisch, maar bieden wel een aantal mooie hoogteverschillen die crosscountry-rijders zullen waarderen.
Manhay – La Gotale: 38,8 km
Robiéfa: 22,3 km (Houd er rekening mee dat de GPX-track die op de website beschikbaar is, in omgekeerde richting gaat ten opzichte van de bewegwijzering)
Les deux moulins: 32,8 km
L’ai l’Oiseau: 42,3 km










