Presentatie & eerste test | Hutchinson Griffus: een band voor droge omstandigheden

Door Paul Humbert -

  • Techniek

Presentatie & eerste test | Hutchinson Griffus: een band voor droge omstandigheden

Hutchinson haalt het grof geschut boven en presenteert een nieuwe band voor all mountain en enduro: de Griffus. De nieuwe Hutchinson Griffus is verkrijgbaar in twee verschillende breedtes (2.4 en 2.5 inch) en is bedoeld voor een droge ondergrond. Wij gingen hem ontdekken in het Zuid-Franse Digne-les-Bains.

De nieuwe Griffus is een belangrijk model voor Hutchinson. Niet dat er een leegte was in het gamma, maar de Squale vond niet echt de weg naar de gebruikers.

Net zoals de Squale is de Griffus bedoeld voor droge omstandigheden. De band is niet enkel geschikt voor all mountain en enduro, ook op e-mountainbikes moet hij zijn mannetje staan.

In de intro schreven we al dat de band wordt uitgebracht in twee verschillende breedtes. De breedste band (2.5″) is bedoeld om nog agressiever te rijden, terwijl de smallere 2.4″ veelzijdiger zou moeten zijn. Hutchinson laat gebruikers zelf kiezen welke band ze dan wel vooraan, dan wel achteraan willen monteren. Het merk geeft wel mee dat de combinatie van een Griffus 2.5 vooraan en een Griffus 2.4 achteraan, ideaal is voor enduro. Voor een gebruik in all mountain kun je echter evengoed zowel vooraan als achteraan een Griffus 2.4 monteren.

Indien we de nieuwe Griffus zouden vergelijken met banden van de concurrentie, komen we uit bij een Michelin Wild Enduro, een Maxxis DHF en DHR 2 of een Schwalbe Magic Mary. 

 

 

Bij de ontwikkeling van de band was een groot team van ingenieurs en technici betrokken. Samen met de renners van het team en de testrijders vormen ze het Hutchinson Racing Lab. Alle informatie en feedback werd gekneed tot een compromis dat in de Franse fabrieken van Hutchinson moest kunnen gefabriceerd worden. Een ander punt dat men in gedachten moest houden, was dat de verwachtingen van het grote publiek moesten matchen met die van de beste rijders ter wereld. Dat betekende dat men vooral bij de keuze van het rubbercompound op zoek moest gaan naar een gulden middenweg.

De nieuwe band kwam er vooral op vraag van Cécile Ravanel, vorig seizoen nog eindwinnares van de Enduro World Series en momenteel herstellende van een kwalijke val. Zij zocht naar een beter presterende achterband tijdens het trappen op de pedalen, maar op voorwaarde dat de zijdelingse grip van de band niet in het gedrang zou komen.

De Griffus kreeg een karkas met 66 TPI, wat volgens Hutchinson het beste compromis opleverde tussen lekbestendigheid en een zo laag mogelijk gewicht. Voor de versterking koos het merk voor een Hardskin-versterkingslaag. Net onder het rubber zit van de ene hieldraad tot de andere een extra beschermingslaag die de band moet hoeden tegen lekrijden en scheuren zonder al teveel gewicht toe te voegen, aldus Hutchinson.

Op de Griffus worden drie rubbercompounds gebruikt, beter gekend onder het Race Ripost Gravity-concept. De basis van de band wordt gevormd door een hard rubber (94 ShA). Het loopvlak is gemaakt uit een iets soepeler rubber (50 ShA, rebound 20%) en de zijdelingse noppen uit een nog soepeler rubber (40 ShA, rebound 20%). 

Bij de 27,5″-modellen zien we ook een band met een beige flank. Deze kleur wordt verkregen door het gebruik van puur rubber. De constructie van deze band verschilt van de zwarte modellen omdat aan de flanken van deze banden geen carbon wordt toegevoegd. Volgens Hutchinson is dit model iets dunner en iets comfortabeler. Zelf hebben we, omdat de Griffus bedoeld is voor enduro en gravity, onze twijfels bij het nut hiervan.

De nieuwe Hutchinson Griffus is meteen verkrijgbaar en heeft een adviesprijs van 50,90 euro. 

Hutchinson Griffus 2.4 

De Hutchinson Griffus 2.4 meet 57 millimeter (ETRTO). Deze versie zou een beter rendement moeten bieden bij het trappen op de pedalen. Dit model is dan ook de meest veelzijdige band van de twee.

 

 

De noppen van de Griffus zijn kleiner dan die van de Toro. Sommige werden aan een kant licht uitgehold voor een beter contact met de ondergrond. Op het centrale loopvlak heeft Hutchinson getracht geen te grote noppen te gebruiken, ook al hebben die hun deugdelijkheid reeds bewezen. Het nadeel van te grote noppen is immers dat eens je begint weg te glijden, ze moeite hebben om opnieuw grip te vinden.

Op het schema zie je dat sommige noppen aan een zijde een boogvorm kregen, zodat de band zich beter kan vervormen en tegelijkertijd toch maximaal kan presteren bij het remmen. De zijnoppen hebben een zekere stijfheid zodat de Grifffus 2.4 voldoende grip zou hebben in bochten.

Bij een gebruik in all mountain kan de Griffus 2.4 zowel vooraan als achteraan gebruikt worden; in enduro raadt Hutchinson hem aan als achterband in combinatie met de Griffus 2.5 vooraan. Volgens Hutchinson werkt deze combinatie in 80% van de gevallen. Het meegedeelde gewicht bedraagt 900 gram (27,5″) en 1050 gram (29″). 

Hutchinson Griffus 2.5

De Griffus 2.5 meet 58 millimeter (ETRTO) en is dus eerder als voorband bedoeld. 

 

 

Deze band moet dan ook zorgen voor meer tractie. 

De noppen die tijdens het remmen hun werk moeten doen, zijn iets groter. Tussen de zijnoppen en centrale noppen merk je een kanaal dat ervoor moet zorgen dat de noppen goed hun werk kunnen doen en dat er geen vuil tussen de noppen blijft kleven. De breedte van dit kanaal werd trouwens berekend zodat er geen dood punt zou zijn tussen het moment waarop de centrale noppen het werk loslaten en de zijnoppen het werk moeten overnemen. Ook hier zien we dat sommige zijnoppen uitgehold werden om wat grammen te besparen.

Op de weegschaal klokt de Griffus 2.5 af op 980 gram (27,5″) en 1100 gram (29″). 

Hutchinson Griffus: de eerste test

Hutchinson had ons uitgenodigd in het nieuwe EVO Bike Park van het Franse Digne-les-Bains. Het weerbericht kondigde regen aan en het hele team van Hutchinson keek dan ook angstvallig naar de lucht. Het zou jammer zijn om een nieuwe band die bedoeld is voor droge omstandigheden te testen in nattigheid …

Voorlopig is het echter nog droog en ook de voorbije maanden heeft het hier amper geregend. De ondergrond ligt er kurkdroog bij met een dikke laag stof.

Onze test doen we aan het stuur van een Evil Offering. Het is voor het eerst dat we met dit beest met een veerweg van 140 millimeter en 29″-wielen mogen rijden. Deze fiets is eerder bedoeld voor all mountain, maar hij bleek totaal geen problemen te hebben met de pistes van het bikepark. De Offering blijkt zeer stabiel en speels te zijn. Maar we gingen het hier over de banden hebben …

Tijdens onze test rijden we vooraan rond met een Hutchinson Griffus 2.5 en achteraan met een Griffus 2.4. Voor de bandendruk kiezen we voor 1.5 bar achteraan en 1.4 bar vooraan. De velgen van onze wielen hebben een interne breedte van 25 millimeter. Eens gemonteerd geven de banden noch een te brede, noch een te smalle indruk.

 

 

Nieuwe fiets, nieuw terrein en nieuwe banden … we moeten toegeven dat we geen al te hoge verwachtingen hadden van onze runs. 

Maar de banden stellen niet teleur. Op de kurkdroge pistes kunnen we probleemloos onze lijnen houden en we worden nooit verrast doordat de banden hun grip verliezen. Wanneer we ons in de bochten wat platter gooien, leveren de zijnoppen prima werk. Remmen doen we gecontroleerd maar krachtig en de banden geven geen kik.

Wat we tijdens deze eerste test wisten te appreciëren, is het voorspelbare karakter van de banden. Je voelt de band zachtjes wegglijden, maar je krijgt de tijd om te corrigeren alvorens hij helemaal het spoor bijster is. We hadden dan ook steeds het volste vertrouwen in de Griffus.

Een nog steviger karkas zou de band ook geschikt moeten maken voor downhill of voor de agressiefste renners, maar zelfs in zijn huidige uitvoering heeft de Griffus al een goed bestaansrecht in handen!

Meer info op www.hutchinsontires.com

Foto’s Romain Laurent & TDG Photographie / Hutchinson

DoorPaul Humbert