Test MTB | Trek Marlin 7: budgetvriendelijke gezel voor toertochten of mtb-routes in de buurt
Door Jan Geys -
Quizvraag, welk MTB-model is de bestseller van Trek wereldwijd? Nee, niet de Supercaliber full-suspension of Procaliber hardtail, maar wel de Marlin. Als je wat verder kijkt dan enkel naar blitse onderdelen, dan valt dat succes wel te begrijpen. De barrière om in te stappen ligt bij deze low budget fiets gewoon heel wat lager. Ben je op zoek naar een eerste fiets om kennis te maken met de mountainbikesport, verlangt de regio waar je woont niet meteen een high-end full-suspension of wil je niet al te veel geld uitgeven, dan is de Marlin misschien wel een van de opties om te overwegen. Of je met de Marlin qua prijs-kwaliteit ook een goede keuze maakt, wilden we zelf op de proef nemen.
Niet iedereen heeft nood aan een (dure) racebolide, de redenen daarvoor zijn legio. Het kan met budgettaire ruimte te maken hebben, maar ook met je profiel als rijder. Met een maximaal prijskaartje van 1099 euro hebben we met de Trek Marlin onmiskenbaar met een instapmodel te maken. Dat zie je niet alleen aan de keuzes die gemaakt worden, maar ook aan het gewicht. In de loop van dit artikel zal ook duidelijk worden dat Trek voor de Marlin vast heeft gehouden aan (bewezen) trends uit het verleden om de prijs te drukken en niet de moderne toer is opgegaan.
Frame
We kunnen er niet omheen, met een totaalgewicht van 14,15 kg (maat M) hebben we duidelijk niet met een pluimpje te maken. Een van de verklaringen daarvoor is dat er voor het frame van de Marlin Alpha Silver Aluminium gebruikt wordt, de zwaarste aluminumsoort die Trek gebruikt om zijn fietsen te bouwen (naast Platinum en Gold Aluminium). Zoek overigens niet naar een carbon versie van de Marlin in de catalogus, die is er niet.
Het frame is verkrijgbaar in zeven maten van XS tot XXL, inclusief de ML-maat die we bij andere nieuwe modellen uit de Trek-familie alweer uit de catalogus zien verdwijnen. De twee kleinste maten zijn uitgerust met 27,5 inch wielen en een knik in de bovenbuis, de andere fietsen allen met 29 inch wielen.
Wat meteen opvalt, is de afwerking van de lasnaden die nogal aan de ruwe kant is. Je houdt ervan of niet.
De interne kabelgeleiding is eenvoudig uitgevoerd met een ingang bovenaan in de onderbuis.
In het frame is ruimte voor twee bidonhouders. Let wel op dat je het frame beschermt bij het bevestigen van een bidonhouder aan de zitbuis. De bidon zou het frame kunnen raken, wat ons is overkomen.
Geometrie
Op de medium zien we een balhoofdhoek van 69,5 graden en een zitbuishoek van 71,9 graden. Daarmee volgt Trek op de Marlin (voorlopig) nog niet de trend van een vlakkere voorkant en rechtere zitbuishoek. Ook bij de liggende achtervork (met een lengte van 438 mm langer dan de 430 mm van de Procaliber) en reach (met een lengte van 418 mm vrij kort in vergelijking met de 430 mm van de Procaliber) merken we dat de Marlin nog niet is aangepast aan de moderne trends bij hardtails.
Vering
Waar we de laatste jaren in XC steeds meer de trend zien naar 110 of 120 mm voorvorken, kiest Trek op de Marlin nog steeds voor een exemplaar van 100 mm. Op de RockShox Judy Silver kan de rebound ingesteld worden en zien we een lockout die bovenop de vorkpoot moet bediend worden. (Dankzij de Turnkey demper-cartridge gaat de blokkering van deze voorvork automatisch terug open als de vork grote schokken te verduren krijgt, wat perfect past in het plaatje van toegankelijke MTB. Uiteraard zal je op worteltapijten en rotspartijen met een 120 mm meer comfort ervaren, maar je stelt jezelf best ook de vraag hoe vaak je zulke trails voor de wielen krijgt wanneer je 90% van de tijd over de paden in Nederland en Vlaanderen rijdt.)
Onderdelen
Verder is de Marlin uitgerust met Bontrager Kovee-wielen met een interne breedte van 23 mm, Shimano 200MT-remmen en een Sram NX Eagle 12-speed achterderailleur. Shifter, ketting en crankstel dragen de stempel SX Eagle.
Verrassend genoeg koos Trek niet voor een band uit de eigen (vernieuwde) Bontrager-lijn maar wel voor de Maxxis Rekon 2.4”. De (goedkopere) prijs kan een reden zijn voor deze keuze.
De TranzX-dropper post maakt dat je met de Marlin 7 met een geruster hart de afdalingen kan induiken. Het verstelbereik neemt toe of af naargelang de fietsmaat; op de medium bedraagt de drop 125 mm.
Een mooie bescherming op de liggende achtervork beschermt het frame tegen het geklapper van de ketting.
Dat de Marlin een veelzijdig inzetbare fiets is, maken de bevestingspunten voor een bagagerek en fietsstandaard duidelijk. Zijn succes ligt niet puur in het terrein, dit is een fiets die meerdere toepassingen kent, tot de dagelijkse trip naar school voor de jongeren toe.
Trek Marlin: versies en prijzen
Met de Marlin 7 gen 3 uit deze test benoemen we meteen het topmodel uit het gamma. De adviesprijs bedraagt 1099 euro. Naar ons gevoel hebben we daarmee ook het belangrijkste model benoemd uit de Marlin-familie als je echt serieus offroad over trails en door bossen wil mountainbiken.
Vanaf de Marlin 6 (899 tot 949 euro) zetten we immers een stapje terug naar een 10-speed en vanaf de Marlin 5 (649/679 euro) zelfs naar een 9-speed. Voor meer info over de onderdelen van deze modellen verwijzen we graag naar de website van Trek.
Trek Marlin 7: de terreintest
We hebben de Trek Marlin de voorbije weken voornamelijk getest op droog, licht vochtig terrein. We reden slechts één echt modderige rit. We hadden het eerder over de ‘ouderwetse’ geometrie , maar het moet gezegd dat de zitpositie best prima was. Niet te rechtop, niet te ver naar voren, maar vrij neutraal, wat goed past bij een type fiets als de Marlin. Hoewel de stuurpen in het begin erg kort leek, raakten we er snel aan gewend.
De balhoofdhoek is niet te steil, waardoor de fiets goed stuurt in bochten. Geen onaangename verrassingen, geen onderstuur, misschien een beetje minder levendigheid, maar aangezien de fiets niet echt race-georiënteerd is, is dat laatste ook geen groot gemis.
Want laten we eerlijk zijn, deze fiets is puur om mee te toeren. Hij is echt ontworpen voor rijders die niet langer dan drie uur in het zadel willen zitten. We hebben een paar ritten van meer dan drie uur gemaakt, en vanaf een bepaald moment begin je af te tellen, want de fiets en het gewicht zorgen ervoor dat je er na meer dan drie uur genoeg van hebt. Verwacht ook geen snelle, sportieve ritten. Daar is deze fiets gewoon niet voor gemaakt.
Dat merk je al snel bij het accelereren. De fiets reageert traag bij het versnellen, of je nu in het zadel zit of op de pedalen staat. Als je eenmaal op gang bent, merk je al snel dat het niet makkelijk is om een hoog tempo aan te houden. Zelfs als het je lukt om een hoog tempo aan te houden, heb je al snel het gevoel dat je je enorm inspant om een relatief lage snelheid te bereiken.
Ook bergop merk je het gewicht van de fiets meteen. Je beseft al snel dat versnellen bergop absoluut geen optie is. In eerste instantie leek een kettingblad met 30 tanden ons te klein voor ons terrein, maar uiteindelijk, zelfs op onze gebruikelijke routes, snap je waarom als de heuvels steiler worden. We hebben het grootste kroontje op de cassette meer dan eens gebruikt. Het voordeel is dat de fiets niet steigert en stabiel blijft. Je hoeft dus niet op de punt van het zadel te zitten om steile stukken te beklimmen.
In afdalingen kun je, wanneer de paden niet te ruw zijn, echt losgaan. Met een kettingblad van 30 tanden kom je al snel in een agressievere rijpositie terecht om er een paar extra km/u uit te persen. Hiervoor kun je de dropper zadelpen gebruiken. De besturing is ook goed. De fiets helt gemakkelijk van links naar rechts en blijft stabiel, zelfs in krappe haarspeldbochten. Wanneer de afdaling ruwer wordt (rotsen, wortels, drops, etc.) of speelser (sprongen, bermen, etc.), schittert de fiets echt. In tegenstelling tot vlak terrein met hetzelfde type ondergrond, waar de fiets helemaal niet speels was, kun je hier echt genieten, maar alleen onder twee voorwaarden: met de zadelpen naar beneden en het kunnen bereiken van optimale snelheden.
Met de zadelpen naar beneden is het gemakkelijk om een reeks steile bochten te nemen en de fiets zonder aarzelen in de afdaling te gooien, terwijl je de juiste snelheid behoudt om ze te nemen zonder je voorwiel te hoeven optillen. Vergeet niet dat het gewicht van de fiets, hoewel het je stevig op de grond houdt, het rijplezier beperkt. Maar je aarzelt niet om ervoor te gaan. De fiets is stabiel, biedt een precieze besturing en kleine sprongetjes zijn een fluitje van een cent. Bij grotere sprongetjes kan de landing al wat harder aanvoelen.
Best is wel zo vaak mogelijk (licht) staand op de pedalen af te dalen om de schokken op te vangen. Want enkel rekenen op het comfort van de fiets is onvoldoende. Net als op vlak terrein is elke wortel of steen voelbaar. We kunnen gerust stellen dat afdalingen het favoriete terrein van de Marlin zijn. Omdat de fiets traag reageert op vlakke grond, zul je er niet hetzelfde plezier mee beleven als tijdens een geweldige afdaling.
Het zadel zit best comfortabel. Geen pijn of ongemak. Alleen af en toe een vreemd gevoel: het gevoel dat het zadel scheef stond, vooral na het gebruik van de dropper zadelpen. Toch beweegt het zadel niet! Is het omdat onze testfiets al vaak gebruikt is en er speling zit op de dropper? De handvatten zitten ook comfortabel.
Verdict
Weet wat je koopt geldt eigenlijk bij alle fietsen, ook zo bij de Trek Marlin 7. Voor amper meer dan 1000 euro weten we dat we ons niet mogen verwachten aan een snelle XC-bolide vol technische snufjes, maar wel aan een hardtail zonder franjes voor zij die graag een MTB-route of toertocht in de buurt meepikken. Zolang je maar in gedachten houdt dat hij niet echt gemaakt is voor marathons of lange ritten van meer dan drie uur. Wil je toch graag meer comfort en heb je enkele honderden euro’s meer budget, dan kan je bij Trek bij de Procaliber terecht die met een 120 mm voorvork op pad gestuurd wordt in plaats van de 100 mm van de Marlin.
Meer info via www.trekbikes.com
