Verkenning | La Forestière: in het hart van de Hoge-Jura

Door Jan Geys -

  • Natuur

Verkenning | La Forestière: in het hart van de Hoge-Jura

Pling! Op mijn scherm verschijnt een berichtje van mijn collega met de vraag of ik volgende week dinsdag tot donderdag vrij ben? Nee, eigenlijk niet, stuur ik als antwoord. Waarom? Of ik in de bres wil springen om hem te vervangen en in zijn plaats een reportage wil maken over de verkenning van La Forestière? La Forestière? Dat is toch in de Franse Jura? Ja, doe je het, krijg ik bijna smekend als antwoord terug. Laat me er een nachtje over slapen, repliceer ik, want de Jura, heerst daar geen vochtig klimaat? En zijn daar niet oneindig veel bossen waar ik uren in ga verdwalen en waar ik niet meer te zien zal krijgen als het bruine schors van de bomen en het bladerdek boven mijn hoofd …

Enkele dagen later zoef ik over de Franse snelwegen naar de voor mij zo goed als onbekende Jura. Het moet zijn dat ik medelijden had met mijn collega die met zijn handen in het haar zat, want met mijn VIP-ticket om een dagje de Brabantse Pijl van binnenuit te beleven, heb ik in allerijl iemand anders gelukkig gemaakt. Als ik na een vermoeiende autorit van acht uur in Arbent aankom, kan ik meteen aanschuiven voor de persconferentie. Na afloop daarvan begin ik stilletjes naar mijn hotelbed te verlangen, maar mijn gastheren zien dat eventjes anders. Ex-renner Thomas Dietsch, de ambassadeur van La Forestière en de grote chouchou van de vrouwelijke helft van de organisatie, drukt me op het hart dat je in de Jura doorgaat tot het einde. Terwijl hij nog een glas wijn inschenkt, maakt een lichte paniek van me meester als ik de uren slaap die me nog resten stilaan kan tellen op de vingers van één hand …

La Combe à la Chèvre

Enkele uren later opent een brede vallei uitnodigend het landschap voor ons. En de zon die van de partij is, neemt al meteen één van mijn grootste angsten weg: het regent dus toch niet de godganse tijd in de Jura! De vallei zelf luistert naar de naam ‘Combe à la Chèvre’ en een breed pad slingert door de weiden waar in de zomer het vee van het frisgroene gras komt proeven. En wij, wij proeven hier van de eerste stenen van de dag.

Thomas Dietsch weet ons te vertellen dat dit best een tricky stukje is, zeker in de ochtend. “Hier moet je goed opletten als je recht wilt blijven op de fiets,” vertelt hij, “want de witte keien die je hier ziet, zijn ’s morgens nog zeer glibberig door de dauw. Ik heb het trouwens ooit zelf aan den lijve mogen ondervinden. Voor ik het wist, lag ik op mijn knie en werd ik tot de opgave gedwongen.”

De witte keien zijn ‘s morgens nog glibberig door de dauw

Gelukkig loopt vandaag de chrono niet mee, wat in september tijdens de marathonwedstrijd van La Forestière wel anders zal zijn, dus hebben wij wel de tijd om uitgebreid van het landschap te genieten.

Maar niet te lang, want onze fotomodellen van de dag trappelen al vol ongeduld om op de fiets te springen en een andere mythische plek van La Forestière te ontdekken.

Roche d’Orvaz

Onderweg naar de rots van Orvaz is het de hoogste tijd om kennis te maken met een andere chouchou uit het Franse wielrennen, namelijk Jean-Christophe Péraud, je weet wel, de nummer twee van de Tour de France 2014 en in een iets verder verleden een zeer begenadigd mountainbiker die tijdens de Spelen in Peking nog de zilveren medaille behaalde. Als ex-winnaar van La Forestière, tot twee maal toe zelfs, wilde hij maar wat graag nog eens de paden van de Jura weerzien.

Péraud zei ondertussen de wielersport vaarwel en is sinds kort bij B’Twin aan de slag als productontwikkelaar. “Geen competitie meer voor mij,” aldus Péraud. “Niet op de weg en niet op de mountainbike. Na al die jaren is het welletjes geweest. Al fiets ik nog wel, maar merendeels op de weg. Ook al omdat ik in Lyon, waar ik woon, te veel tijd verlies alvorens ik de mooiste paden bereik. Ik moet eerst al een uur over de weg rijden vooraleer ik twee uurtjes kan mountainbiken, om dan nog een uur over de weg terug naar huis te moeten rijden. Nee, dan train ik liever meteen vier uur op de weg.“

Hier geniet Péraud echter met volle teugen van het uitzicht en we vragen hem vriendelijk of we nog een foto van hem mogen nemen. “Tuurlijk, naar waar wil je dat ik rijd?” “Nee, niet op de fiets, gewoon hier in het gras.” “Ah, dit is de beste shoot van de dag,” lacht hij.

Het is nu een kleine zes maanden geleden dat hij de fiets aan de wilgen heeft gehangen, dus wilden we even weten hoe het nu zit met dat fameuze zwarte gat.

“Het doet toch raar, want het is een hele ommekeer in je leven. Maar het zwarte gat is wel niet zo dramatisch dat ik er depressief van word, en ik geniet ook volop van de tijd thuis met vrouw en kinderen. Bij mijn afscheid had ik mezelf zes maanden gegeven om een nieuw doel te vinden. Bij B’Twin heb ik dat nu ook gevonden, dus het gaat de goede weg uit.”

Borne au Lion

Als je in september deze grenspaal ziet staan, dan weet je dat je je op het hoogste punt bevindt van La Forestière. In het begin van de zeventiende eeuw symboliseerde deze grenspaal nog de grens tussen Frankrijk, de Savoie en … het Spaanse koninkrijk. Jawel, de Franche-Comté maakte indertijd nog deel uit van het koninkrijk van Spanje.

Maar genoeg historie, we zijn hier niet op schooluitstap! Wij willen weten hoeveel jus we hier nog in de benen moeten hebben. Streekrenner Bastien Michaud, ex-winnaar van de Ultra Forestière, waarschuwt ons alvast: “We zijn hier ongeveer halverwege de marathon en de grootste beklimmingen liggen hier al achter ons, maar dat wil niet zeggen dat het vanaf nu een makkie wordt. Laat je aandacht zeker niet verslappen, want er volgen nog enkele pittige afdalingen.” Dit is dus het moment om de remmen wat steviger vast te grijpen.

Die Ultra Forestière is een apart geval. Het is namelijk een overkoepelend klassement bestaande uit de cyclosportieve op zaterdag (130 kilometer) en de mtb-marathon op zondag (100 kilometer). Als je van plan bent om in de voetsporen van Michaud te treden, dan is doseren de boodschap, anders dreigt de marathon op zondag in een heuse calvarietocht te veranderen in plaats van de weg naar de roem!

Bellecombe

Nieuw dit jaar is dat La Forestière de afsluitende manche is van de gloednieuwe MTB Alpine Cup, een serie van vier marathons in de Alpen. En niet van de minste, want naast La Forestière maken ook de Hero Südtirol Dolomites, de MB Race en de Grand Raid in Zwitserland deel uit van de serie.

“Met de Alpine Cup hopen we het aandeel buitenlandse deelnemers opnieuw wat op te schroeven, want de laatste jaren merken we dat zelfs de Zwitsers, die in vogelvlucht toch vlakbij wonen, niet meer in grote getale afzakken naar La Forestière,” geeft coördinator Manu Tartavez de reden aan waarom ze mee in de MTB Alpine Cup zijn gestapt.

Meer van Genin

Aan het einde van de marathon passeren de deelnemers van La Forestière in de nabijheid van het meer van Genin. Voor ons de ideale plek om de remmen vandaag voorgoed dicht te knijpen. De renners zelf zullen dit meer tijdens de wedstrijd niet opmerken, maar het meer is onze geheime tip voor wie na afloop van de wedstrijd zijn of haar batterijen wil komen opladen.

En hoe zit het nu met mijn vooroordelen die ik in de intro aanhaalde, zul je jezelf afvragen. “Eén editie op de zes komt de regen roet in het eten gooien, dus na de apocalyptische weersomstandigheden van vorig jaar (lees hier ons verslag van die heroïsche editie maar eens na) zitten we voor de volgende vijf jaar gebeiteld,” lacht voorzitter Jérôme Bey ronduit. En verdwaald in de uitgestrekte bossen ben ik ook nog niet, maar misschien ligt dat eerder aan het feit dat de mensen van La Forestière me uitstekend gegidst hebben vandaag …

Begint het al te kriebelen om zelf de Jura te komen ontdekken, en dan in het bijzonder de wedstrijd La Forestière, weet dan dat de inschrijvingen ondertussen geopend zijn en dat deze marathon in 2017 gepland staat op 17 september.

Het programma en de verschillende afstanden vind je terug op de website van La Forestière.

En de presentatie van de MTB Alpine Cup vind je hier: www.vojomag.nl/news/mtb-alpine-cup-een-nieuwe-serie-in-de-alpen

DoorJan Geys