4 Islands MTB Stage Race: stenen en bubbels eisen de hoofdrol op

Door Jeffry Goethals -

  • Sport

4 Islands MTB Stage Race: stenen en bubbels eisen de hoofdrol op

Door de huidige coronamaatregelen zijn er heel weinig wedstrijden voor profs, maar nog veel minder voor amateurs. De organisatie van de 4 Islands MTB Stage Race zette, na de annulering van vorig jaar, voor zijn 2021 editie echter door. Wij gingen de uitdaging aan om volledig volgens de regels deel te nemen. Daar waar de 260 kilometer en bijna 6000 hoogtemeters aan een hels tempo en de overvloed aan stenen meestal de enige uitdaging zijn, bleken er nu wel meer hindernissen op ons parcours te liggen.

Het begon met de onzekerheid, ging de wedstrijd immers wel doorgaan? Voor de organisatie moet het niet makkelijk geweest zijn. Een evenement organiseren op 4 eilanden met de nodige transfers via bussen en ferry’s en met verschillende hotels is sowieso niet makkelijk op poten te zetten, laat staan financieel vanzelfsprekend. Rekening houdend met de negatieve balans van vorig jaar (toen de wedstrijd op het laatste nippertje werd geannuleerd), het minder aantal bevestigde deelnemers (een kleine 200 teams in vergelijking met de 300 bij een normale editie) en de extra inspanningen om alles volgens de gezondheidsprotocollen te laten verlopen, kun je alleen maar spreken van veel doorzettingsvermogen.

Maar ook als ‘Europese’ deelnemer moet je creatief denken, tot op het laatste moment flexibel zijn en praktisch ook in staat zijn om met de bijkomende gevolgen van een reis naar het buitenland om te gaan. De grootste rem op een deelname dit jaar, voor een Belg, was de quarantaineverplichting van 10 dagen na terugkeer uit een rode zone. En dat onze overheid dat serieus neemt, leggen we later nog uit. In andere landen gelden gelijkaardige regels, en samen met de moeilijkheden om effectief op het eiland Krk in Kroatië te geraken, betekende dit concreet dat er dit jaar uiteindelijk maar 100 duo’s aan de start stonden. Dat leverde een bijkomende situatie op waarbij de inschrijving van de afwezige deelnemers niet wordt doorgeschoven naar de editie van volgend jaar of niet wordt terugbetaald. In een ideale wereld was dit natuurlijk wel gebeurd en de organisatie betreurt oprecht dat dit niet kon. De vaste kosten waren al gemaakt en deze editie was, door het lagere aantal deelnemers en de hogere organisatiekosten, al per definitie een overlevingsoperatie.

Hoe het voor ons begon

Uiteindelijk stonden we midden april met twee teams klaar om deel te nemen. Het plan was dat de mannen met een busje (met alle bagage en fietsen) in het weekend voorafgaand aan de 4 Islands – die op dinsdag van start gaat – richting Kroatië zouden rijden en dat de vrouwen op maandag het vliegtuig zouden nemen naar Zagreb en dan met een huurauto de laatste 3 uur naar de startplaats zouden overbruggen. Maar het reisverbod tot 19 april gooide roet in het eten. Ik was de enige die een professionele reden kon geven om België te verlaten en moest dus noodgewongen de rit van 1350 kilometer, doorheen opeenvolgend Duitsland, Oostenrijk en Slovenië, alleen maken.

In elk land moest je een negatieve Covid-19 test kunnen neerleggen indien je er zou overnachten. Duitsland was dus geen probleem, maar ik was wel van plan in Oostenrijk in het busje te overnachten. Op vrijdagmorgen ging ik langs bij de huisarts en zonder resultaat vertrok ik zaterdag in alle vroegte. Een honderdtal kilometer voor de grens met Oostenrijk kreeg ik digitaal mijn officiële negatieve resultaat binnen.

Het verplichte document dat je op voorhand via de website van de Kroatische overheid moest invullen, kwam niet ter sprake.

Na een vlotte grenscontrole overnachtte ik dus in mijn busje net voor de grens met Slovenië. Op zondagochtend was er een stuggere controle in Slovenië, maar ze wilden vooral uitpluizen of ik geen internationaal geseinde crimineel was. Om Kroatië binnen te mogen, werd er wel gevraagd naar een negatieve test. Het verplichte document dat je op voorhand via de website van de Kroatische overheid moest invullen, kwam niet ter sprake.

Ter plaatse

In het anders toeristische Baška was het doods… Ik was natuurlijk vroeg ter plaatse, maar er waren totaal geen toeristen en de deelnemers aan de wedstrijd druppelden maar sporadisch binnen. Geen enkel terras was open en de enige manier om ‘s middags iets te eten, was via een wettelijk achterpoortje waar we niet gaan over uitweiden, maar er was absoluut geen risico voor onze gezondheid. Het hotel waar we verbleven, was zelfs tot 14 uur in de namiddag gewoon gesloten. In de openlucht zag je mensen zonder mondmasker, maar eenmaal binnen zag je niemand meer zonder. De ontsmettingsgel vloeide bovendien overvloedig.

Sporters willen net voor een competitie echt niet ziek worden. Bij het avondmaal was er geen probleem om anderhalve meter afstand te houden in de grote eetzaal, er was immers echt heel weinig volk in vergelijking met mijn vorige deelname in 2018. De wedstrijd startte natuurlijk pas op dinsdag en er kwamen nog redelijk wat deelnemers op maandag toe, maar druk is het nooit geweest (zie verder). De andere drie Belgen van onze bubbel hadden ondertussen op zaterdag een test laten afnemen om op maandagmorgen op de luchthaven van Zaventem het vliegtuig te mogen betreden. Op zaterdag moet je echter je sample zelf, voor de middag, naar het labo brengen. Anders heb je pas maandagavond de uitslag en kun je dus niet vertrekken.

En dan (eindelijk) RIJDEN!

We hadden er ongelooflijk veel zin in. Het begon met een pittige proloog waar je de longen uit je lijf kon rijden. De favorieten in de verschillende categorieën waren gekend. Bij de elites was het vooral uitkijken naar de duo’s Hans Becking/José Dias, Jaroslav Kulhavy/Matous Ulman en de nr. 1 van de UCI Marathon ranking Martin Stošek en Andreas Seewald. De strijd bij de vrouwen ging duidelijk gaan tussen de Zwitserse Ariane Lüthi en Irina Lützelschwab en het Italiaanse duo Constanza Fasolis en Clausia Peretti.

De Mixed winnaars kon je al voor de start opschrijven, zonder pech gingen Tanja Žakelj – in 2013 eindwinnares van de Wereldbeker XCO – en Urban Ferencak iedereen oprollen. Bij de Masters kondigde zich een strijd aan tussen vijfvoudig Cape Epic-winnaar Karl Platt en Michael Anthes en de (afzonderlijke) winnaars van een vorige editie, de Spanjaarden Tomi Misser en David Ruano. Bij de Grand Masters was er op papier weinig tegenstand voor Jan Weevers en Peter Vesel. Je leest het al, een enorme hoop toppers. Er waren bitter weinig amateurs… Wijzelf hoopten bij de Masters op een eventuele top 5 en onze dames hadden veilig en vlot uitrijden als doel. Zowat alle favorieten (Becking, Platt, Zakelj & Weevers) droegen na de proloog de leiderstruien, enkel de Italiaanse dames hadden verrast met een minuut voorsprong op Ariane Lüthi en haar ploeggenote.

Op woensdag vertrokken we voor de eerste echte rit van 71 kilometer en 1750 hoogtemeters. Tijdens de proloog werd er afzonderlijk gestart, nu was dat in drie afzonderlijke waves. Eerst de elites, twee minuten later de dames en nog eens 5 minuten later de rest. Je kreeg elke dag een mail toegestuurd en de briefing van de rit stond de avond voordien online op YouTube. Daarin werd duidelijk gemaakt dat iedereen door de medewerkers van de federatie een specifieke plaats zou aangeduid krijgen bij de start, waarbij de nodige afstand werd gegarandeerd. En die deden dat elke rit strikt! Tot een halve minuut voor de start was een mondmasker verplicht en doordat iedereen volgens zijn klassement werd opgesteld, was er geen onnodig gedrum om toch maar al voor de start naar voren te schuiven.

 

We vlogen aan een razend tempo de eerste de klim naar het maanlandschap van Krk naar boven en daar werd al snel duidelijk dat een hardtail geen goede optie is voor deze wedstrijd. Het parcours is niet per se heel technisch, maar het is wel heel bruut waardoor je absoluut een volgeveerde fiets moet hebben, wil je enigszins tempo kunnen houden en jezelf niet in de vernieling rijden. Daarnaast zijn snel rollende en brede banden (2.35 – 2.4″) met eventueel een insert ook sterk aangeraden.

 

Opnieuw gingen zowat alle favorieten met de overwinning naar huis, behalve Hans Becking en José Dias. Deze laatste had door de enorme omweg die hij had moeten maken om vanuit Portugal in Kroatië te geraken, te veel vermoeidheid opgestapeld, waardoor hij aan het einde even moest passen. Het Nederlands-Portugese duo kreeg een dikke minuut aangesmeerd, wat op zich wel meevalt na een wedstrijd van drie uur. Bij de dames sloeg het Zwitserse duo Lüthi & Lützelschwab meteen terug, zij waren meer dan 5 minuten sneller dan de Italiaanse vrouwen.

De boot op

Het unieke aan de 4 Islands MTB Stage Race is dat je elke dag op een ander eiland rijdt. Op dag 2 (de proloog tellen we even niet mee) wacht er ‘s morgens achtereenvolgens een busrit, ferrytocht en opnieuw een busrit om op het “Happy Island” Rab te komen. Voor je mag opstappen, wordt je temperatuur gecontroleerd en mondmaskers en handen ontsmetten zijn altijd verplicht. Op de ferry kun je in de buitenlucht zitten, maar ook daar bleven de meesten hun mondmasker dragen.

Op Rab regende het de vorige 5 edities pijpenstelen (met zelfs een aflasting tot gevolg in 2017), maar nu werd het frisse ietwat wisselvallige lenteweer in het begin van de week geleidelijk aan zonniger en warmer. Er werd op de boot gestart en met maar 100 teams kon dit in één keer. Oorspronkelijk, met de 200 ingeschreven teams, had de organisatie een tweede start voorzien. Praktisch zou dat laatste betekend hebben dat alle vrijwilligers meer dan 2 uur extra moesten worden ingezet, wat het echt een heel lange dag zou gemaakt hebben. Op zich een meevaller dat dit nu niet moest, maar de Kroaten waren er klaar voor.

Zowel bij de elites als de dames kregen we 65 kilometer lang een felle strijd voor de overwinning. Deze keer ging het BUFF® Scott MTB Team van Hans Becking opnieuw met de overwinning lopen. Op het strand van Rab waren ze in de sprint sneller dan het Tsjechische duo Kulhavy/Ulman, maar tijd maakten ze dus niet goed. Bij de dames staken de Italiaanse Fasolis en Peretti met een halve minuut de overwinning op zak. In de andere categorieën wonnen de leiders (Platt, Weevers en Zakelj) opnieuw overtuigend.

De Queen Stage

De derde dag op het eiland Cres was op papier niet onmiddellijk de zwaarste etappe van de wedstrijd. Met maar 1650 hoogtemeters over 73 kilometer, zag het er makkelijker uit dan de eerste rit, maar hier was het terrein nog meer bezaaid met stenen.

Bij het verlaten van de boot ging het direct rechts steil omhoog en na een kleine rollercoaster kreeg je onmiddellijk een heel stevige klim voorgeschoteld. Door materiaalpech op de eerste dag startten wij steeds achteraan, maar tijdens de rit schoven we steeds makkelijk op. Net voor de rollercoaster staken we de leiders bij de Grand Masters voorbij en ik grapte tegen Jan Weevers “tot straks”, wetende dat we het deze rit rustig aan gingen doen om eventueel tijdens de laatste rit een gooi te doen naar het dagpodium.

Maar het ging heel snel en na een afdaling op asfalt kwam er een bocht omhoog met in het midden losse steentjes. Ik ging bijna het decor in en 3 seconden later zag ik Jan wegschuiven en tegen de grond gaan. Later vernam ik dat hij met een kleine blessure werd gedwongen om op te geven. Hij stelt het ondertussen goed! We haalden snel ons vrouwenteam in, beiden deden ze het als relatief onervaren bikers uitstekend, en gingen doseren en geen gekke dingen doen vandaag.

Iets over halfweg kwamen de nieuwe leiders bij de Grand Masters, Peter Wouters en Günter Reitz, bij ons en dit gaf ons de impuls om het tempo op te trekken. We namen ze op sleeptouw en door hun niet afgevend karakter reden ze een dijk van een etappe. Ze breidden hun beperkte voorsprong op hun achtervolgers in het klassement zo uit tot 10 minuten.

Tanja Zakelj won ondertussen weer met veel overschot bij de Mixed. Lüthi en Lützelschwab liepen in de stand opnieuw 3 minuten uit bij de dames. Bij de Masters ging het Mondraker-duo, uitzonderlijk maar verdiend, met 1 seconde het Bulls Team van Platt vooraf. De elites bleven op het scherp van de snee strijden, met de drie favoriete teams die samen door de smalle straatjes naar de finish scheurden. Niemand kon daar voorbij de Tsjechische reus Jaroslav Kulhavy en zijn ploegmaat Matous Ulman.

Een klein woordje over de lunch na elke rit. Ik herinnerde van mijn vorige deelname dat die steeds in orde was met als hoogtepunt aan het einde van de derde rit een enorm luxueus buffet. Het contrast met het flesje drank en de plastieken boterham (je kent ze wel van de tankstations) die je enkel kreeg na het inscannen van je armbandje, kon bij deze editie niet groter zijn. Duurder, veel minder smakelijk, maar wel coronaproof.

Lošinj, de parel

Het kleine dichtbevolkte eiland Losinj, waar in 2018 een wereldbeker Downhill werd georganiseerd, bereik je vanuit Cres door een smal brugje over te steken. Deze keer geen busreis met daaropvolgend een ferry voor de start. We konden uitslapen en de rit was korter met maar 40 kilometer en 900 hoogtemeters. Iedereen was klaar om nog één keer te knallen. Wij mochten onze podiumambities redelijk snel opbergen.

We geraakten net niet bij de top 3 van de masters en daarna moest ik noodgedwongen wat gas terugnemen om zo niet helemaal stuk te gaan op de twee muren, telkens een kilometertje aan ongeveer 20% gemiddeld, in het midden van de rit. De beresterke Tanja Zakelj en haar partner reden ons opnieuw voorbij en we konden net niet aanklampen. Achter ons was de eindoverwinning bij de Grand Masters binnen voor Peter en Günter, aangezien hun naaste achtervolgers materiaalpech hadden. Voor ons zetten Platt en Anthes de puntjes op de i en wonnen opnieuw bij de Masters.

Tussendoor maakten we de strijd bij de vrouwen van dichtbij mee. Eerst reden we de Zwitserse vrouwen voorbij. Die gingen goed op het vlakke, redelijk in de klimmen, maar niet zo snel in de technische afdalingen. Daarna kwamen we bij het Italiaanse duo en die reden duidelijk een pak sneller in de afdalingen. Vol risico naar de eindstreep, maar hun dikke minuut voorsprong was uiteindelijk niet genoeg voor het eindklassement.

Het Nederlandse duo Rosa van Doorn en Tessa Neefjes mocht als derde mee op het eindpodium. Bij de elites was de strijd minstens even spannend. Canyon Northwave was uitgespeeld na pech en BUFF Scott was vol in de aanval gegaan. Aan de eindstreep hadden ze een halve minuut voorsprong op Kulhavy en co, in het eindklassement waren de rollen omgedraaid. Die ene minuut die Becking en zijn maatje hadden verloren tijdens een zwak momentje in de eerste rit, maakte uiteindelijk het finale verschil…

Eenmaal terug thuis

De terugreis naar huis verliep rustig en makkelijk. We deden een zelftest en reden met twee terug in het busje, de andere twee namen het vliegtuig. Elke grenscontrole was redelijk streng, behalve bij het betreden van België was er, net als bij het verlaten van het land, opnieuw niemand te bespeuren. Ondertussen hadden we natuurlijk het Passenger Location Form ingevuld en de eerste verplichte test gepland op maandag. Al na een paar uur kregen we de eerste sms’jes binnen met de te volgen procedure.

We werden op maandagmiddag allen bijna gelijktijdig gebeld door de Corona Tracing. Die hanteren trouwens geen gestandaardiseerde vragenlijst. Bij mij vroegen ze echt naar symptomen en voelde ik een gemeende bezorgheid, bij iemand anders was het meer een politiecontrole met de nadruk op het in quarantaine blijven (waarbij je dus echt het huis niet mag verlaten, tenzij voor boodschappen) en de mogelijke boetes als je zou gepakt worden. Na een week in mijn kot blijven, kreeg ik op zondag opnieuw telefoon en had ik wederom een vriendelijke persoon aan de lijn voor de verder opvolging. Ze had wel geen idee over het resultaat van mijn meest recente PCR-test.

Bij het publiceren van dit artikel ben ik ondertussen voor de derde keer negatief getest. Ik heb uitermate genoten van eindelijk nog eens te kunnen reizen en opnieuw mee te doen aan een competitie. In normale jaren trek ik er immers een paar keer op uit voor een buitenlands avontuur en het monotone thuiszitten, waarbij je in België ook nog eens heel beperkt wordt waar je offroad nog mag rijden, heeft mentaal echt wel een stevige impact gehad. De organisatie van de 4 Islands MTB Stage Race verdient een dikke pluim voor hoe ze deze editie hebben doen doorgaan. Het was veilig voor elke deelnemer zijn gezondheid (er is momenteel geen enkel coronageval gekend), alles verliep uitermate vlot en goed georganiseerd en het blijft een uniek concept. Voor de volledigheid, we waren er incognito en allen betalende deelnemers. 

Meer informatie: www.4islands.hr

Foto’s: Vedran Metelko, Ivan Šardi & Samir Ceric Kovacevic / 4 Islands MTB Race

Een mooie aftermovie van het BUFF® Scott MTB Team vind je hier: www.vojomag.nl/video/buff-scott-mtb-team-4-islands-mtb-croatia

DoorJeffry Goethals