Bike Transalp 2023: mooier met de jaren

Door Juul van Loon -

  • Staff pick

  • Sport

Bike Transalp 2023: mooier met de jaren

Het zijn echt de allerlaatste hoogtemeters van deze Bike Transalp. Ook onze allerlaatste kans op een aanval op onze Italiaanse concurrenten, die een paar minuten voorsprong hebben in het algemeen klassement. Met een volle bak bergop achtervolging zijn we net bij ze aangesloten, en met een lastige afdaling incoming – daar zijn ze sterker in dan wij – is er maar één optie: erop en erover. Teamgenoot Bart en ik hebben door het afraffelen van de vorige 600 hoogtemeters alleen geen kans gehad om dat plan door te spreken.

Een poging om dat wel te doen, krijg ik niet. We draaien 180 graden terug en voor ons ligt een steil bospad. Alsof we zojuist beginnen aan een xc-race van een uurtje en niet al zes etappes, bijna 500 kilometer en 15.000 hoogtemeters in onze benen hebben, plaatst Bart een demarrage. Concurrent Simone Linetti springt zonder na te denken mee. Zijn partner Roberto Crisi hoor ik kreunen en zuchten. Hij moet passen. Ik voel met ‘m mee, want ik sta ook op kraken. Maar áls deze (toch wel) wanhoopspoging een kans op slagen wil hebben, zal ik voor ze allebei de afdaling in moeten duiken. Ik geef alles. De tank gaat helemaal leeg. Crisi heeft de handdoek in de ring gegooid. Ook Linetti valt wat stil. Ik haal ‘m bij. Druk mijn voorwiel langs zijn achterwiel. Hij ziet dat. Zijn tempo gaat weer omhoog. Mijn benen verzuren. Die van hem ongetwijfeld ook, maar ik kom niet verder dan zijn crank.

Voordat überhaupt tot me doordringt dat dit een ietwat te spectaculair einde is van deze fantastische week, is daar een bocht naar links. Het begin van de downhill richting Riva. De verlossing voor mijn benen, de opening van het vakje acceptatie in mijn hoofd. Bart en ik gaan geen vierde worden in deze Transalp, maar vijfde. Niet dat ik daar niet blij mee ben. Integendeel, dit had ik niet gedacht toen we ons afgelopen winter inschreven. De afdaling neem ik daarom volledig op zeker. Met een voldaan gevoel rijden we vervolgens naar de finish, met mijn gedachten al bij die welverdiende duik in het Gardameer.

Op puntenjacht in de Bike Transalp

De Bike Transalp is al jaren een van mijn favoriete etappewedstrijden. Toch besloten Bart en ik in 2019 dat het mooi was geweest. Na vier keer samen te hebben gereden, hadden we het evenement voor ons gevoel uitgespeeld. Een negende plek in het eindklassement, beter ging het niet meer worden. Totdat we in 2022 allebei met een andere partner nog eens aan de start stonden, en weer gepakt werden door de schoonheid en kwaliteit van deze race. Als in 2023 de Transalp zijn 25ste editie beleeft en ook nog eens een UCI-race wordt, zijn we meteen weer om. We gaan voor de vijfde keer samen meedoen en kijken hoeveel punten we voor de wereldranglijst kunnen scoren.

Dat worden er sowieso veel meer dan toen gehoopt. Naast de paar honderd ‘amateurteams’ staan er amper 10 UCI-duo’s in het Oostenrijkse Nauders in het startvak. Jammer, in onze ogen. Omdat een historische én vette koers als de Transalp een beter startveld verdient. En omdat we zelf ook meer plezier hebben in het strijden om posities, dan ze cadeau te krijgen. Dat we een week met strijd op het scherpst van de snede tegemoet gaan, dat weten we dan nog niet.

Zo’n eerste etappe is altijd aftasten. Bart en ik pakken meteen ons vaste ritme op. Dat betekent dicht bij elkaar rijden als het bergop gaat en zo elkaar zo veel mogelijk helpen, en daarna mij (als de mindere daler van ons twee) zo snel mogelijk beneden krijgen. Dat doen we vooral door mijn teamgenoot de juiste lijnen te laten rijden, die ik dan zo goed mogelijk probeer te volgen. Dat is deze eerste rit meteen hard nodig, want een makkelijke start zijn de eerste 51 km en 2200 hm zeker niet. We finishen amper vijftien kilometer verder aan de Reschensee, maar daartussen liggen een paar loodzware beklimmingen en vooral spectaculaire afdalingen.

De laatste downhill gaan we al strijdend in met een Duits team, met twee coureurs die in andere marathons vaak voor ons rijden. Wortels, wortels, wortels. M’n Orbea Oiz filtert ze heerlijk weg. Mijn eigen stuurmanskunsten hebben meer moeite met de vele bochten en flowy passages. Het gaat kilometers fantastisch naar beneden. We lijken de strijd te verliezen, maar een tactische move (ik zorg dat ik op een kort tussenstuk bergop wat voorsprong pak) blijkt onnodig. Onze concurrenten rijden lek en zo komen we als vijfde binnen.

De volgende etappe richting Livigno is lang (97 km/3100 hm) en heeft vele gezichten. Een supersnel begin, met volle bak koers en zo lang mogelijk aanhaken bij de topteams. Daarna de prachtige klim over Döss Radond richting Val Mora, die we volledig op ons eigen tempo rijden. Zo kunnen we toch nog wat genieten van de schoonheid van de omgeving en paden. De extra lus die we bij Livigno voor onze wielen krijgen, eist zijn tol. Zowel de Duitsers, de Italianen (vierde in de eerste rit) als wij krijgen te maken met kramp. Dat, in combinatie met een paar smerige kuitenbijters boven de 2000 meter maakt het een lijdensweg richting de streep. We halen elkaar meerdere malen in: de concurrenten staan soms zelfs stil langs de kant omdat ze geen meter meer kunnen trappen. Aan de streep zijn de verschillen opnieuw klein. We worden weer vijfde.

In de twee weken voor de Transalp ben ik al veel op hoogte geweest en dat voordeel besluiten we aan het begin van de derde etappe in te zetten. De rit begint met een klim van 2000 naar 2400 meter en dat in ongeveer 2,5 kilometer. Mijn betere acclimatisatie aan de ijle lucht zorgt ervoor dat ik tot aan de top kan aanhaken bij het Nederlandse KMC-team, die derde in het klassement staan. Bart rijdt zijn eigen tempo omhoog in de buurt van onze concurrenten en het idee is dat hij in de flowy bikepark-afdaling wel weer terugkeert.

Ik maak alleen een fout. Al jarenlang is onze tactiek dat we niet verder dan een paar meter van elkaar wijken. Daarom begin ik op de top te twijfelen als ik mijn teamgenoot achter me niet meer kan zien. Ik durf niet door te blijven rijden, hou te veel in voor de afdaling en dat is funest voor ons plan: beneden hebben we alsnog een achterstand. De rest van de etappe wordt zo weer een spannend duel met de Duitsers en de Italianen. Bart is echter goed warmgedraaid tijdens het loodzware einde. We rijden trails op en af tegen een bergwand aan. Ik kan maar net aan het wiel van m’n ploeggenoot volgen. Het is steil, draaien en keren, en dan moet de stevige afdaling richting Bormio nog beginnen. Die gaat over natuurlijke paden, door bos en over skipistes. Menens, en ik zie misschien wel meer af dan op die eerste klim. De Duitsers zetten we op meer dan vijf minuten achterstand. De Italianen blijven we voor het eerst voor. In een sprint, nota bene. Die spelen we slim. Bart pakt in het laatste stukje afdaling een voorsprong, ik hou ze allebei achter me en zorg ervoor dat ik er in de laatste rechte lijn één voorblijf.

De hel barst los

De volgende ochtend ligt onze focus vooral op de lucht. Die is diepdonker, en het regent. Nu staat vandaag niet alleen de klim naar de iconische Gavia-pas op het menu (2600 meter), maar ook een stevig technische downhill aan de achterkant. Die kennen we van eerdere deelnames. Eén ding: je wil niet met verkleumde vingers over die gladde rotsen naar beneden. Toch zijn we als we richting het startvak fietsen rustig. Stiekem houden we ook wel van dit soort omstandigheden. Ook lijkt het iets op te klaren. “Dat komt wel goed”, zeggen we nog tegen elkaar. Ongeveer 2 minuten voor de start barst de hel echter los. Het komt met bakken uit de hemel. De startprocedure gaat toch door. Totdat vanuit het achterveld een coureur in paniek naar voren komt gerend en Urs Huber en Simon Schneller, leiders in het klassement, bijna smeekt om de boel stil te leggen. ,,We are scared”, roept hij. De geletruidragers bedenken zich geen 2 seconden en leggen hun fiets plat. Nu starten is onverantwoord.

Binnen vijf minuten heeft het hele startveld zich verplaatst richting de overdekte schaatshal en in de ruime kantine is het wachten op wat nu. Na een half uur komt race director Marc Schneider binnen en hij spreekt de menigte toe: de etappe wordt in zijn geheel afgelast. Er worden bussen ingezet richting Male in Val di Sole – what’s in a name. Wij hebben gelukkig eigen vervoer, al is de organisatie ook erg snel. Ruim een uur na het cancellen van de rit rijden we in onze eigen auto al achter een volgepakte bus met andere deelnemers.

Dit was de koninginnenrit (100 km/3200 hm) van de Bike Transalp 2023 en alhoewel we er helemaal achter staan dat-ie niet door is gegaan, balen we daar wel van. We hadden ‘m aangestipt als moment om een eerste slag te slaan in het klassement en dat gaat helaas niet door. Maar goed, nieuwe kansen in de rit van Malé naar Valle del Chiese en ondanks dat die 71 km met 2500 hm is, vliegen we erin. Het draait uit op een verbeten duel met onze Italiaanse en Duitse vrienden.

Even geen aandacht voor de prachtige omgeving, of de vette trails waar we weer overheen worden gestuurd. We zetten elkaar onder druk, maar komen samen boven op klim één. We slaan uiteindelijk onze slag net voor en na het loopstuk waarmee klim twee eindigt. We houden op een glibberige trail voldoende voorsprong vast om uit het zicht te blijven en zo op de laatste asfaltklim verder weg te lopen. Met een marge van vier minuten op de Italianen worden we weer vierde.

Als we ook in het klassement nog een plek op willen schuiven, dan is de voorlaatste rit (64 km/2500 hm) de uitgelezen mogelijkheid. Die gaat over de legendarische Tremalzo-pas richting Lago di Ledro. Voor die immense col ligt echter ook nog een stevige poekel en die eindigt met een loopstuk dat overgaat in een trailsectie. Niet mijn specialiteit, dus proberen we op het asfalt daarvoor voorsprong te pakken. Het lijkt wel een beetje de Tour de France. Ik probeer met wat demarrages de Italianen te breken, maar ze geven geen krimp.

Sterker nog: het kost mezelf te veel energie en daardoor heb ik mijn slechtste fase van deze Transalp. Ik maak een paar domme stuurfouten, word onzeker van de afgronden waar we langs rijden en we verliezen meerdere plekken. Uit frustratie rijden we wel een erg lekkere beklimming van de Tremalzo. Daar winnen we de meeste plekken weer terug, behalve die op de Italianen. De karakteristieke grove gravel-afdaling met ontelbaar veel haarspeldbochten nemen we vervolgens op zeker: het heeft geen zin om daar alles op alles te zetten. Morgen nog één kans.

Een prestigestrijd tegen beter weten in

Deze zware week eist zijn tol, maar we zijn gemotiveerd om nog een poging te wagen onze concurrenten te kraken. We passen op de eerste klim onze Livigno-tactiek toe. Ik haak aan bij KMC, maar pak minder voorsprong dan gehoopt en moet ze net onder de top laten gaan. Daardoor ronden we samen met de Italianen de eerste top en raken we weer op achterstand in de pittige afdaling. Ik ben teleurgesteld, raak mijn focus wat kwijt en denk alleen maar aan veilig binnenkomen.

We moeten op de allerlaatste beklimming weer in de achtervolging. Bart heeft de handdoek duidelijk nog niet gegooid. Ik hou met moeite zijn achterwiel. En laat dat pas los als hij in de slotfase demarreert uit het wiel van de Italianen, tijdens de prestigestrijd tegen beter weten in. Maar, alhoewel we de sprint naar de top van Roberto en Simone verliezen, is dat intensieve einde wel een mooie kers op de taart van deze Transalp.

Na onze welverdiende duik in het Gardameer kunnen we niet anders concluderen dat het de juiste keuze was om opnieuw aan deze iconische meerdaagse deel te nemen. Niet alleen vanwege het mooie resultaat en de stevige strijd die we hebben uit kunnen vechten, maar vooral ook vanwege het parcours. Dat was misschien wel het mooiste tot nu toe. Wie zegt dat de Transalp vooral over easy gravel gaat, leeft in de steentijd. Al jaren tekent Marc Schneider routes uit die het uiterste van mens en materiaal vergen.

Omdat de Bike Transalp net als andere marathons kampt met teruglopende deelnemersaantallen, zijn er om de wedstrijd heen wel wat zaken veranderd. Zo is er geen pasta-party inclusief huldiging en briefing meer; wat ons betreft een gemis. Dit jaar was het ‘avondeten’ voor het eerst direct na de finish. Tot ongeveer 18.00 uur. Ideaal voor teams die laat binnenkomen, wij vonden onszelf vaak om half zes aan een geplunderd pasta-buffet. Maar hé, we zijn Hollanders: eten dat ‘gratis’ is laten we niet schieten.

We kozen qua logistiek voor de camper-camping optie. Met voldoende campings en camperplaatsen in de buurt van de start-finish was dat een uitstekende manier, al heb je daar wel begeleiding voor nodig. Doordat het evenement minder massaal is dan voorheen, zijn er weinig zorgen over of er nog wel plek is. Ook in de slaapzalen is het minder druk én hotels zijn beter beschikbaar. Maar, of dat zo blijft? Wat mij betreft niet, want ik kan, nee móet iedereen aanraden de Transalp een keer te rijden. Ook in 2024 ziet het parcours van de Transalp er namelijk weer veelbelovend uit.

Meer info en inschrijvingen via https://event.delius-klasing.de

De Bike Transalp volgen kan via Facebook en Instagram.

Foto’s copyright Markus Greber / Bike Transalp

DoorJuul van Loon