Dossier | Kies je voor 1×11 of 2×11 op je gravelbike?

Door Jurgen Groenwals -

  • Techniek

Dossier | Kies je voor 1×11 of 2×11 op je gravelbike?

Stellen dat de gravelbike hip en hot is, is een open deur intrappen. Zowat elke fabrikant heeft ondertussen een of meerdere gravelbikes in verschillende prijsklassen in de catalogus staan. Aluminium of carbon, een eerder sportieve of comfortabele geometrie, als ‘fiets-voor-erbij’ of als ‘een-fiets-voor-alles’, erg duur of betaalbaar … het aanbod is in een paar jaar tijd indrukwekkend compleet geworden. Waar je als gravelbiker echter nog steeds onvermijdelijk mee geconfronteerd zal worden, is de keuze tussen een enkel of een dubbel kettingblad. De 1×11 versus 2×11 discussie heeft in het gravelbiken een nieuw speelveld ontdekt. 

Een antwoord op die vraag is niet zo eenduidig te stellen, beide systemen hebben voor- en nadelen. En waar kan je beide systemen beter aan de tand – of tandjes, zo je wenst – voelen dan in en om het prachtige Shimano Experience Center in Valkenburg. Bij onze aankomst staan er twee gravelbikes op ons te wachten. Een geoefend oog herkent een Ridley Kanzo-frame met daarin opgehangen de GRX RX810 met Di2. Een van de bikes is voorzien van een 1x-aandrijving, de andere met een dubbel kettingblad.

Zonder ons, voorlopig althans, al te veel om de techniek te bekommeren, gaan we meteen rijden. Al rijdend zullen we alvast een goede indruk opdoen van de mogelijkheden én beperkingen van beide systemen. 

Dat rijden verloopt niet zonder slag of stoot. Op de eerste, brutaal steile klim die we inslaan, staat de 1x rijder na pakweg tweehonderd meter te voet. Nadere inspectie leert dat een kettingblad met – even slikken – 48 tanden echt wel veel te zwaar is om deze klim tot een goed einde te brengen.

De rest van onze rit verloopt zonder noemenswaardige moeilijkheden. We genieten van vier seizoenen in een ochtend en van de schitterende omgeving en fietsmogelijkheden in Valkenburg.

Terug in het Shimano Experience Center kaarten we na over ‘wanneer 1×11 of 2×11’ met bike mechanic, Kenny Hendrix. Wanneer ik hem opwerp dat ik die en die helling met de 1x amper kon bedwingen, kaatst Kenny de bal al lachend terug: “Daar heb je meteen een deel van je antwoord.”

Natuurlijk is het complete antwoord iets meer genuanceerd. Een gids in het doolhof aan versnellingen voor de gravelbike.

In den beginne

3×9, 2×9, 2×10, 1×11, 2×11, 1×12 … het lijken wel de tafels van vermenigvuldiging uit het lager onderwijs. Doorheen de jaren zagen we heel wat combinaties tandwielen en cassettes de revue passeren. Ouwe getrouwe 3×9 ging reeds geruime tijd geleden op de schop. De consensus was dat van die 27 versnellingen er een heel pak was dat je toch nooit gebruikte. Twee kettingbladen en een beetje grotere cassette klaarden de klus evengoed. Tot Sram op een dag in 2012 besliste de voorderailleur overboord te kieperen en de 1×11 op de markt bracht.

Mountainbikers – en dan met name de professionele XC-racers, die dat stiekem vaak zelf reeds deden – zagen daar wel graten in. Het duurde nadien ook niet zo bijzonder lang vooraleer de 1x-aandrijving ook zijn intrede deed in de cyclocrosswereld. Maar ook avonturiers op de bike en lange-afstandsracers bleken wel gewonnen voor de eenvoud van het systeem. De 1x was een feit en tot spijt van wie het benijdt, een systeem dat niet meteen opnieuw van de markt ging verdwijnen.

Ook op gravel

Waarom dan de discussie of je al dan niet 1×11 of 2×11 gaat rijden op een gravelbike? De veelzijdigheid van een gravelbike stelt nogal wat vereisten op technisch gebied. Kort gesteld, in technisch opzicht is een gravelbike een soort endurance racer met een koersstuur waar brede banden in passen. Je rijdt er zowel vlot mee op de weg als op onverhard terrein. Het is geen mountainbike waarmee je op echt ruig terrein uit de voeten kunt, het is geen pure racefiets waarmee je over het asfalt zoeft.

Het is een fiets die vaak gebruikt wordt om te gaan bikepacken, vandaar de vele bevestigingspunten voor tassen en bagage en de eerder relaxte geometrie. Kortom, een gravelbike is een erg veelzijdige fiets die je op zowat alle terreinen kan inzetten en die daarbovenop comfortabel moet zijn. Gesneden koek voor de 2×11 hoor ik je denken. Wel, we hebben er even onze test met gravelbikes van de afgelopen jaren op nagekeken. Daarin merken we zowel bikes met een 1x als met een 2x set-up. Nergens in onze testverslagen lees ik dat deze of de andere combinatie beter of slechter werkt. Nergens lees ik dat er problemen waren op vlak van beperkt inzetbereik of dat een 1x deze of gene klim onmogelijk maakte.

Bereken je bereik

Vooraleer we naar de kern van de zaak gaan, even wiskunde voor gevorderden. Met bereik wordt de marge tussen de kleinste en grootste versnelling uitgedrukt (in een percentage).

Bereik berekenen bij een een 1x-aandrijving is redelijk eenvoudig. Je deelt het aantal tandjes van je grootste krans door het aantal tandjes van je kleinste. Het resultaat daarvan doe je maal 100 om op een percentage uit te komen. 

Een 11-42 cassette levert je dus: 42/11= 3,82 x 100 => 382%.

Bereik in een 1x set-up heeft dus niets te maken met het kettingblad op je crankstel. Het bereik van je cassette verandert niet omdat je met een groter of kleiner kettingblad rijdt. Je kan sneller rijden (of je hebt forsere poten nodig in de klim met een groter kettingblad), maar je bereik blijft hetzelfde.

Met een dubbel kettingblad komt de wiskunde voor gevorderden echt wel van pas. Hier ga je het aantal tanden van het grootste kettingblad delen door het aantal van het kleinste kettingblad en dat resultaat vermenigvuldig je met het resultaat van de deling tussen het aantal tanden van het grootste kransje en het aantal van je kleinste kransje. Dat doe je opnieuw maal 100 om op een percentage uit te komen.

Kijken we naar een veel gebruikte combinatie van de GRX-groep, dan zien we een crankstel in 48/31 en een cassette in 11/34 (Shimano Ultegra bijvoorbeeld).

48/31= 1,54

34/11= 3,09

1,54 x 3,09 = 4,76 => 476% 

Je merkt dat in de 2x-aandrijving het bereik met een vaak voorkomende combinatie een stuk groter is dan op de – voor een gravelbike – behoorlijk extreme 11-42 cassette. Doe zelf even de berekening voor een 1x-aandrijving met een meer voorkomende cassette als 11-36. Dan begint je misschien een en ander reeds te dagen.

1×11

De 1×11 aandrijving kent een aantal belangrijke voordelen. Het voornaamste voordeel zit in het feit dat je geen voorderailleur hebt. Een voorderailleur is, zeker bij meer extreem gebruik als gravel of mountainbike, een kwetsbaar onderdeel waar al eens een tak of steen tegenaan kletst.

Geen voorderailleur laat ook meer ruimte voor bredere banden en de fietsfabrikant kan opteren voor kortere chainstays, wat je dan weer een speelser en wendbaarder rijgedrag oplevert. Het totaalgewicht van een 1x is een stuk lager. Je hebt immers niet enkel een kettingblad minder, er is geen voorderailleur en er zijn dus ook geen kabels nodig voor die voorderailleur. Minder van tel op een gravelbike vanwege de geïntegreerde shifter/remgreep, maar je hebt eigenlijk ook een shifter minder nodig. Bijkomend voordeel is dat je minder onderhoud hebt met slechts een kettingblad. Tot slot noteren we de eenvoud in bediening: wordt de klim te zwaar, dan schakel je een tandje lichter. Nadenken of je nu al dan niet ook vooraan van kettingblad moet gaan wisselen, is er niet meer bij. 

Kenny Hendrix vult aan: “Belangrijk is dat bij een 1x-aandrijving gewerkt wordt met een sterkere veer (clutch) in de achterderailleur en dat de tandwielen voorzien zijn van een specifiek tandprofiel. Het Shimano Dynamic Chain Engagement tandprofiel houdt je ketting netjes op zijn plaats. Beide bieden dan het voordeel dat je ketting strak gespannen staat en op ruiger terrein minder aan het rammelen slaat.”

Zullen we dan maar voorgoed voor alle bikes afscheid nemen van de voorderailleur. Even geduld, zo’n vaart hoeft het ook weer niet te lopen. Er is wel degelijk een aantal nadelen aan het gebruik van de 1×11.

Nadeel: het is en blijft een compromis waarbij je keuzes zal moeten maken. Ook al mag het bereik theoretisch bijna hetzelfde zijn, je hebt ook de benen nodig. Rij je veel in heuvelachtig terrein, trek je richting Alpen of Dolomieten, dan kies je in een 1×11 set-up voor een kleiner kettingblad. Daarmee kom je (hopelijk) wél boven, maar op het vlakke of in de afdaling draai je al snel als een gek in de rondte met je kleine kettingblad. Akkoord, je kan wisselen van kettingblad en van cassette in functie van het terrein dat je gaat rijden.

Kenny Hendrix: “Ben je dat van plan, dan raden we aan bij de initiële montage van je fiets voor een GRX-achterderailleur met lange kooi te kiezen. Dat maakt dat je bij montage van een cassette met groter bereik (Shimano XT 11-speed in 11/42 bijvoorbeeld) niet meteen in de problemen komt.”

Met grotere cassettes komen grotere tussenstappen. Om je een idee te geven, de laatste stappen op een 11-42 cassette van Shimano gaan van 32 over 37 naar 42. Dat is vijf tandjes per keer en is toch aanzienlijk. 

2×11 

Ook de 2×11 kent natuurlijk zijn voor- en nadelen. De voordelen van de 1×11 (gewicht, onderhoud, eenvoud) kan je als nadelen aan de 2×11 beschouwen. Maar wat absoluut in het voordeel pleit, is dat je geen compromissen hoeft te maken. 

Kenny Hendrix: “Met je 2×11 rij je overal, zowel op het vlakke als op heuvelachtig terrein als in de bergen. Trek je toch richting hooggebergte, dan kan je eventueel voor een andere cassette kiezen. Voorbladen wisselen aan je crankstel is meer dan waarschijnlijk zo goed als uitgesloten.”

Op gravelbikes is de 2×11 waarschijnlijk nog steeds de meest gebruikte configuratie. Kijk even terug naar ‘Bereken je bereik’, neem je rekenmachine en speel eens met een paar veelgebruikte configuraties. Je zal merken dat het bereik in 2×11 bijna steeds groter is. Dat maakt ook dat de tussenstappen op je cassette kleiner en meer gelijkmatig verdeeld zijn. Als extra is het bij een 2×11 ook vaak handig om snel een groot verschil aan versnellingen te overbruggen. Sta je plots voor een steile muur, dan is het vaak net iets handiger om naar je kleinste kettingblad te schakelen in plaats van de hele zwik aan kransjes op je cassette te moeten overlopen.

Door het ‘bereik’ van een cassette is de laatste tijd het aantal afgelegde meters per omwenteling wat naar de achtergrond verdwenen. Deze tabel geeft mooi weer hoeveel meter je nu exact aflegt afhankelijk van het aantal tandjes vooraan en achteraan, maar ook afhankelijk van je wielmaat en je bandenmaat.

Conclusie

Als je ons nu gaat vragen wat jij moet kiezen voor jouw gravelbike, dan moeten we je het antwoord schuldig blijven. Er is niet een oplossing beter of slechter dan de andere. Alles is afhankelijk van jouw persoonlijke voorkeur en waar je meestal met je gravelbike gaat rijden. We kunnen wel advies geven. Wat absoluut in het voordeel van de 2×11 spreekt, is het grotere bereik en de kleinere schakelstappen, waardoor je altijd de juiste versnelling bij de hand hebt. Ben je van plan de bergen in te duiken of rij je als bikepacker vaak lange afstanden met een hoop bagage, dan zou de 2×11 misschien wel de meest aangewezen optie kunnen zijn voor jou. Ons lijkt de vaak voorkomende combinatie van een GRX800 48/31 crankstel samen met een 11-34 cassette in dat geval een prima idee. Eventueel zou je het crankstel van de GRX600-groep met 46/30 kunnen kiezen en dat combineren met een XT mountainbike-cassette in 11-40.

Maar ook al trek je regelmatig de bergen in, toch kan je je ook in dat speelterrein prima uit de slag trekken met een 1×11. Het probleem van bereik wordt gecompenseerd door de grotere cassettes op de 1×11. De eenvoud en het lager gewicht zijn ontegensprekelijk voordelen, maar je zal misschien iets vaker van kettingbladen en/of cassette willen/moeten wisselen. Woon je in heuvelachtig terrein of hou je wel van wat klimwerk, dan lijkt ons de GRX800 met 40 of 42 tanden of een nog kleiner blad met bijvoorbeeld 38 tanden – de keuze van veel bikepackers – wel een oplossing. Combineer dat met een grote cassette (XT in 11-40 of 11-42) en je zal je aardig uit de slag kunnen trekken. Woon en rij je meer op het vlakke land, dan kan je gerust voor een crankstel met 44 tanden in combinatie met een racecassette van 11-36 kiezen.

Dankzij het gebruik van zowel mountainbike- als racecassettes en de verschillende kettingbladen van de Shimano-groepen binnen zowel 1x als 2x kan je gaan combineren tot je voor jou de meest geschikte combinatie vindt. Een afzonderlijk kettingblad of een andere cassette zijn niet bijzonder duur. En kettingblad en/of cassette vervangen is niet erg complex.

Voorstelling GRX-groep: www.vojomag.nl/news/shimano-grx-drie-specifieke-groepen-voor-gravel/

Met dank aan het Shimano Experience Center: www.shimano-ec.com

DoorJurgen Groenwals