Inside | 72 uur met het BMC Racing Team
Door Olivier Béart -
De renners van het BMC Racing Team ken je ongetwijfeld wel. Met z’n vijven zijn ze: Julien Absalon, Titouan Carod, Lars Forster, Lukas Flückiger en Reto Indergand. Maar achter deze drie Zwitsers en twee Fransen staat natuurlijk ook een hele staff ter beschikking. Zonder hen zou het team niet draaien, ook al zie je ze amper in de spotlights. Ter gelegenheid van de wereldbekerfinale in Val di Sole zette het team de deuren wijd voor ons open en gedurende 72 uur maakten we deel uit van de grote familie die de renners en de staff bij het BMC Racing Team vormen. Een uniek moment dat we hier met jullie willen delen:
Op vrijdagochtend, wanneer de eerste renners van het team in de paddocks verschijnen, staan we dan ook al trouw op post aan de stand van het team.
Vrijdag: op bezoek bij Julien Absalon, Titouan Carod en Alex Moos
Op het programma van de dag staat een verkenning op de omloop van Val di Sole. De officiële trainingen beginnen voor de mannen pas om 11 uur en Titouan Carod en Julien Absalon hebben het plan opgevat om rond half twaalf samen een uurtje op het circuit te rijden. “De bedoeling is om vandaag de benen los te rijden en de juiste lijnen te herhalen, dus helemaal niet om diep te gaan. Soms is het parcours echter zo leuk dat het moeite kost om ons in te houden, maar de wedstrijd is pas op zondag en het is dan pas dat het telt.”
Om half elf stipt steekt ook Julien Absalon zijn hoofd binnen in de tent van het team. Nadat hij zijn spullen heeft opgeborgen, beschouwt hij samen met Benoît di Natale, één van de mecaniciens van het team, de fietsen. Absalon moet niet lang nadenken over de vraag met welke fiets hij zondag zal rijden, want hij rijdt al zijn wedstrijden met de BMC Fourstroke full suspension. Ook de banden waarop hij zal rijden heeft hij al gekozen. Zondag kiest hij zowel vooraan als achteraan voor Vittoria Mezcal-banden van 2.1.
Over de grootte van het kettingblad twijfelt Julien nog wel. Hij wil dan ook nog een test afwerken met een exemplaar van 32 tanden en met één van 34 tanden. Het is voor dit soort zaken dat deze laatste trainingen dienen. “Op deze fiets scheelt er iets met de voorrem,” merkt hij terloops op terwijl hij naar zijn reservefiets wijst die hij gebruikt om naar het hotel te rijden. Op het eerste zicht lijkt alles in orde, maar een renner van zijn kaliber merkt het kleinste detail op. De mecaniciens gaan dan ook meteen aan de slag om het zaakje te ontluchten.
Maar waar zijn de Zwitsers van het team ondertussen? Enkel Reto Indergand is even een koffie komen drinken en zijn bidon komen vullen, maar de anderen hebben hun gezicht nog niet laten zien. “De vrijdag is de dag van de Fransen,” legt Benoît ons uit. “Iedereen heeft een andere manier om een wedstrijd voor te bereiden en onze Zwitsers rijden op vrijdag liever wat op de weg. Ze komen dan ook enkel voor het middag- en avondmaal naar de stand.”
Voor Julien Absalon zijn de twee laatste wereldbekers van het seizoen extra speciaal. Het is namelijk voor het eerst in 14 (!) jaar dat hij niet de één of andere kampioenstrui mag dragen, maar in de gewone team oufit moet starten. “Natuurlijk doet het me iets dat ik zondag geen kampioenstrui mag dragen. De eerste training in de team outfit voelde dan ook best bizar aan. Maar het is allemaal toch eerder symbolisch, dus het went snel … en ik vind de rood-zwarte trui van BMC ook mooi, dus ik denk er al niet meer aan,” lacht hij.
Nog iets waar hij aan moet wennen is het nummer 14 op zijn stuurbord, waardoor hij vanop de tweede rij moet starten. “Ik ben nooit de beste starter geweest en in Mont-Sainte-Anne moest ik zelfs van op de derde lijn vertrekken, wat ik best moeilijk vond. Het wordt zondag dan ook zaak om goed te starten.”
Julien Absalon vertelt ons ook haarfijn hoe hij deze wereldbekerfinale aanpakt. “Op donderdag rijd ik nooit op de omloop, maar leg ik hem te voet af. Vroeger deed ik dat nooit, maar het helpt wel. Ik stop niet graag eens ik aan het fietsen ben en te voet kan ik wel mijn tijd nemen om te kijken welke lijnen de anderen volgen. Op vrijdag verken ik de omloop zodat ik alles nog een laatste keer in me kan opnemen. Zo herhaal ik de juiste lijnen en controleer ik ook mijn materiaalkeuze nog eens. Ook de start heb ik al getest. De lange rechte lijn duurt exact 55 seconden. Zondag wordt het dan ook zaak om daar en op de eerste klim al vooraan te zitten, want anders kan ik de top vijf wel vergeten.”
We hebben amper ons interview met Julien Absalon beëindigd of we zien hem al opnieuw plaatsnemen voor de camera. Achter de camera merken we Sylvain Golay op die in het verleden één van de mecaniciens was van het team, maar zijn rol is de laatste jaren geëvolueerd naar het verzorgen van de PR rond het team op de sociale media.
“Ik was altijd al graag in de weer met een camera en maakte af en toe wel eens foto’s of een filmpje van het team. Nu is het echter één van mijn officiële taken om de dagelijkse gang van zaken binnen het team te delen via onze sociale mediakanalen. Doordat de renners me goed kennen zijn ze ook veel relaxter dan dat een buitenstaander achter de camera zou staan.”
Terwijl Julien Absalon zich klaarmaakt om te gaan rijden, bespreken Titouan Carod en Alex Moos, de grote baas van het team die zelf een ex-renner is, nog eens wat ze van het circuit vinden. Moos reed zelf ook enkele rondjes en geeft zijn tips aan Titouan: “Probeer hier na de stenen langs rechts te rijden, dat gaat sneller. En daar heb ik gemerkt dat er door de vele passages een nieuw spoor is ontwikkeld. Probeer eens of dat sneller gaat.”
De bedoeling van dit soort briefings is om de renners te motiveren en vertrouwen te schenken
Iets voor half twaalf is het dan eindelijk tijd voor Julien Absalon en Titouan Carod om op de fiets te springen. Voor ons het moment om eens aan de mouw van Alex Moos te trekken en hem te vragen wat het nut is van deze briefings. “Toen je ons bezighoorde hadden we het over de juiste lijnen die Titou moet volgen, maar eigenlijk is dat niet het allerbelangrijkste. Ze rijden allemaal stukken beter met de fiets als mij en ze zijn ook groot genoeg om de juiste lijnen te kiezen. De bedoeling van dit soort briefings is om de renners te motiveren en vertrouwen te schenken dat ze de juiste keuzes hebben gemaakt. Tijdens deze korte persoonlijke gesprekken, die ik met alle renners voer, komen er ook meerdere zaken aan bod. Zo hebben we het ook over de voorbije wedstrijd, over wat er goed of slecht ging, over de strategie, … Voor de wedstrijd haal ik vooral de positieve punten aan, want ik wil dat ze zich goed voelen voor de wedstrijd.”
Alex Moos beschikt door zijn MTB- en wegverleden over tonnen ervaring en hij leest de wedstrijd dan ook als geen ander. “Tijdens mijn carrière kreeg ik regelmatig zulke briefings en ik heb daar veel van geleerd. Ik heb dan ook geleerd om de wedstrijd aan te voelen, waardoor ik al vaak de afloop van een wedstrijd kan voorspellen nog voordat ze ten einde is. Ik herinner me ook het verloop van heel wat wedstrijden nog, zelfs van renners die niet in het team zitten. Toen we Titouan in het team haalden, heb ik het met hem nog gehad over een lekke band of andere wedstrijdomstandigheden uit het verleden die hij zelf al vergeten was. En de renners merken ook dat de wedstrijden vaak verlopen zoals ik het op voorhand voorspelde. Zo win ik hun respect. Ze weten ook dat ik niet aarzel om te zeggen waar het op staat. Zelfs bij Julien Absalon is dat, ondanks zijn vele titels, soms nodig! Gelukkig gebeurt dit slechts zelden en we vormen echt een leuke groep die hard werkt en eerlijk en loyaal is. Het is aangenaam om met hen te werken en mijn rol is dan ook meer die van de grote broer dan die van de chef.”
Etenstijd
Terwijl Julien Absalon en Titouan Carod zich na hun training snel opfrissen, vallen ook Lars Forster, Reto Indergand en Lukas Flückiger binnen. Het middagmaal wordt dan ook met het hele team genuttigd. Van de mecaniciens tot de teammanager en van de renners tot de staff: iedereen neemt plaats rond de grote tafel.
Aan het fornuis staat Philippe Thalmann die samen met zijn vrouw Anne-Valérie, de kiné van het team, al jaren het team volgt. Philippe zorgt voor het eten en heeft zo zijn plaats gevonden in het team. De wereldbekerfinale in Val di Sole is echter een bijzonder moment voor het koppel, want ze hebben beslist om eind dit jaar te stoppen bij het team.
Het is logisch dat Philippe voor een gezonde maaltijd moet zorgen, maar dit hoeft niet synoniem te staan met smaakloos. “Natuurlijk moet het lekker zijn, want de renners moeten plezier hebben in wat ze eten,” aldus Philippe terwijl hij in zijn risotto roert. We hebben er trouwens ook van mogen proeven en we kunnen enkel maar bevestigen dat het lekker was. “We proberen zoveel mogelijk variatie te brengen in het eten en indien mogelijk maken we zelfs een streekgerecht.”
‘s Avonds herhaalt dit ritueel zich. Heel het team komt dan uit het hotel of appartement naar de tent afgezakt om er samen het avondmaal te nuttigen. Nu staat er zalm op het menu, aangevuld met wat groenten en voorafgegaan door een courgettesoep. Lukas Flückiger is in zijn nopjes en komt een tweede keer zijn bord vullen. Wel let men erop dat er ’s avonds minder zetmeelachtigen op het bord komen. Aan tafel gaat het er levendig aan toe. Er wordt veel gelachen en de fiets komt maar weinig ter sprake tot het gesprek afglijdt naar een belangrijk onderwerp dit weekend: de eindzege in het teamklassement van de wereldbeker. Indien het team er in zou slagen om deze trofee te winnen, dan is dat voor het vijfde opeenvolgende jaar! Alex Moos en Mélanie Leveau, de communicatieverantwoordelijke, hebben het al uitgerekend. Ook al staat het team niet aan de leiding (Scott-Sram van Nino Schurter heeft de leiding in handen), toch blijft alles nog mogelijk als iedereen zijn best doet.
Onze eerste dag bij het BMC Racing Team loopt ten einde en iedereen trekt rond 21 uur naar het hotel. Morgen gaan we eens een kijkje nemen bij de mecaniciens van het team.
Klik onderaan voor het vervolg …
Zaterdag, een workshop met Benoît en Fred
Benoît di Natale (links) kwam al eerder ter sprake en dan is er ook nog Fred Gerber, die enkele jaren geleden zijn fietsenwinkel in Zwitserland heeft stopgezet om het BMC-team te vervoegen.
“We werken beiden aan alle fietsen. Het is niet zo dat de ene dit uitvoert en de andere dat. We zijn slechts met twee dus als één van ons beiden ziek wordt, dan moet de andere dit meteen kunnen overnemen.”
Bealve een goed mecanicien is Fred ook een goede wielenbouwer. Shimano, de sponsor van het team, laat de renners vrij kiezen met welke velgen ze willen rijden, zolang ze maar gebruikmaken van de naven van het merk. Het is dan ook zeer handig dat Fred thuis is in het monteren van wielen. Zo heeft hij ook steeds een toestel bij om wielen te bouwen. “Het is een replica van een toestel dat ik eerder gebruikte in een winkel waar ik werkte, maar ik heb nooit eenzelfde model gevonden. Dus heb ik deze op maat laten maken.”
De fietsen arriveren piekfijn in orde op de wedstrijden, maar toch zijn er nog heel wat details die op punt moeten worden gezet. “De basis settings zijn al in orde als we op donderdag aankomen en naargelang de feedback van de renner moeten we na de eerste trainingen de laatste details nog op punt zetten. Op zaterdag controleren we alles nog eens en geven we de fiets nog een fikse onderhoudsbeurt zodat op zondag de fietsen perfect in orde zijn.”
De fietsen zien er dan ook al snel weer als nieuw uit nadat de renners hun training hebben afgewerkt. Maar dat is nog niet voldoende en Fred legt ons uit wat hij nog gaat doen: “Ik ga het crankstel en de vork demonteren en de lagers controleren. Ook de wielen controleer ik, maar sinds we zijn overgestapt op carbon velgen heb ik daar niet veel werk meer aan. In de ultralichte aluminium velgen die we vroeger gebruikten, zat er al snel een slag of een deuk, maar dat is nu niet meer het geval.”
We werpen nog snel een blik in de gereedschapskist van Fred, die ze echter voor onze neus snel toeklapt. “Sorry, maar dat mag ik niet tonen. Er zitten namelijk heel wat prototypes in die ik aan het testen ben. Je ziet, niet enkel de renners hebben dat privilege. Maar daar staat tegenover dat we discreet moeten zijn.”
“Een 9-tot-5 job is dit niet. We beginnen meestal rond 9u, maar de dag zit er nooit op voor 19u. Op woensdag helpen we ook bij het opzetten van de stand en de andere dagen trekken we met wat reservewielen naar de rand van het parkoers om in geval van nood onze renners te depanneren tijdens hun training. Er heerst in de technische zone gelukkig ook een goede sfeer tussen de mecaniciens van de verschillende teams. In geval van nood helpen we elkaar zelfs. Het is zo dat mountainbiken een mechanische sport is en dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen materiaal, maar een wedstrijd mag niet gewonnen worden doordat je andere teams in de sh.t laat zitten terwijl je zelf de oplossing binnen handbereik hebt,” vertelt Benoît.
Tot slot vragen we nog of de renners soms een bijzonder verzoek hebben. “Niet echt. Julien was wel één van de eersten om een dropper post te testen. Voor de rest moeten we vooral de kleine voorkeuren van alle renners kennen, zoals de afstand van de remhendels tot de grips, onder welke hoek de remhendels moeten staan, hoe de shifters van de Di2-derailleurs moeten aanvoelen, … Iedereen heeft wel een andere voorkeur en dat is iets dat we pas op het laaste moment samen met hen in orde zetten, zodat we zeker zijn dat alles perfect is.”
Tijd voor een massage en ontspanning
Terwijl hun fietsen tot in de puntjes verzorgd worden, worden ook de renners zelf niet vergeten. Zij worden onder handen genomen door de kundige handen van Anne-Valérie Thalmann. De massage gebeurt in het appartement dat wordt ingenomen door de staff. Julien Absalon maakt zich op voor zijn massage en legt zijn smartphone al snel opzij om lichaam en geest volledig te laten ontspannen met wat rustige muziek op de achtergrond … en het geklik van ons fototoestel. We hebben het begrepen, we nemen snel onze foto’s en maken dat we weg zijn.
Naar goede traditie sluit het team de zaterdag af met een raclette of fondue! Grote afwezigen zijn dit keer de renners, want uiteraard is dat geen maaltijd om daags voor een wedstrijd tot zich te nemen. Dit is een pleziertje dat de staff zichzelf gunt en het ideale moment om enkele genodigden en naasten van het team te ontvangen. De boss zelf serveert de borden en … een glaasje absint om af te sluiten!
Nu we onze buikjes hebben rondgegeten en alles klaar staat voor morgen is het tijd voor de wedstrijd!
Klik onderaan voor het vervolg …
Zondag: de wedstrijddag!
Titouan Carod was ook nu weer als eerste aanwezig. Hij profiteert ervan om zijn vriendin Lucie Urruty te gaan groeten na afloop van haar wedstrijd bij de dames U23.
Eén van de meest belangrijke rituelen voor de wedstrijd is het vullen van de bidons. Elke renner bereidt zelf zijn bidons voor en noteert ook welke bidon in welke ronde dient aangereikt te worden. Dit om op het juiste moment de juiste drank en de juiste gels te krijgen. Ook hier heeft iedereen een eigen voorkeur ook al maakt iedereen gebruik van de producten van Winforce, één van de sponsors van het team. Lukas Flückiger heeft zich geblesseerd aan zijn ribben en wordt nog snel ingetapet. Hij klemt zijn tanden op elkaar en we voelen de pijn in zijn plaats. Toch is er geen sprake van om niet op de fiets te springen!
Terwijl de renners zich concentreren …
… checken de mecaniciens een laatste keer de bandendruk en of alles goed vaststaat alvorens de chip aan te brengen.
Alex Moos geeft nog wat last minute tips en moedigt zijn renners nog een laatste keer aan: “Doe jullie best jongens. Denk aan de titel van beste team, dat is ons doel vandaag!”
Alvorens de renners zich gaan opwarmen, moedigen ze elkaar nog even aan. Ook enkele naasten komen nog snel een kus geven voor de wedstrijd. Nu is het de beurt aan Lucie Urruty om Titouan Carod te komen opzoeken, terwijl Reto Indergand wordt aangemoedigd door zijn zoontje en zijn echtgenote.
De wedstrijd
Iedereen heeft een eigen manier om zichzelf op te warmen. De ene rijdt graag op de weg, de andere liever een stukje op de startloop en nog een andere liever op de rollen. Voor deze laatsten is er vlakbij de startzone een plaats voorzien. Zaak is om tot op het laatste moment bezig te blijven om zo goed mogelijk aan de start te komen, maar gezien de warmte die hier heerst kan een beetje afkoeling geen kwaad.
Nog even en de start wordt gegeven. Alex Moos vertrekt met wat reservemateriaal naar de technische zone om er de mecaniciens bij te staan.
Het aanreiken van de bidons is steeds een indrukwekkend moment. Dit mag absoluut niet verkeerd gaan, want anders moeten de renners een halve ronde extra geduld hebben om zich te kunnen hydrateren. En dat kan nefast zijn voor hun wedstrijd, zeker als het zo warm is als vandaag. Maar hier helpt de ervaring en slechts zelden mist men een bidon. En de wedstrijd verloopt ook goed voor het team …
Julien Absalon eindigt sterk en wordt derde, terwijl ook Lars Forster (5de) en Titouan Carod (8ste) in de top tien eindigen. Lukas Flückiger is traag gestart en ziet duidelijk af door zijn ribblessure, maar toch eindigt hij als 14de. Reto Indergand wordt 22ste.
De goede resultaten laten er geen twijfel over bestaan en het BMC Racing Team wint voor het vijfde opeenvolgende jaar de trofee van beste mannelijke team in de World Cup. Iedereen is dan ook uitgelaten van vreugde …
Het weekend eindigt dan ook met een klein feestje op het podium wanneer de trofee wordt uitgereikt. Voor Philippe en Anne-Valérie is dit extra emotioneel omdat het de laatste keer is dat ze erbij zijn. Oorspronkelijk zou dit ook voor Julien Absalon het geval geweest zijn, maar de Fransman heeft alsnog beslist om een jaartje extra aan zijn carrière toe te voegen. Of dat nog in de kleuren van BMC zal zijn, is op dit moment nog niet geweten …
[summary


