Léon88: wanneer maatwerk hand in hand gaat met serieproductie

Door Jan Geys -

  • Techniek

Léon88: wanneer maatwerk hand in hand gaat met serieproductie

Het Franse merk Léon88, dat gespecialiseerd is in titanium, schakelt in 2023 van een productie op maat over naar een serieproductie. Al mag daar de bedenking bijgemaakt worden dat er nog altijd mogelijkheden zijn voor maatwerk. Vijf modellen – twee mountainbikes, een monster gravelbike en twee ‘gewone’ gravelbikes – vormen het leeuwendeel van het assortiment voor 2023.

Nadat we eerder deze week het gamma van Sauvage aan je hebben voorgesteld, is het nu de beurt aan grote broer Léon88 om in de schijnwerpers te staan. Dat merk maakte naam met de mogelijkheden die het biedt voor alles wat met maatwerk te maken heeft, denk maar aan aanpassingen van de afmetingen van het frame, een gepersonaliseerde lak en decoratie, enz. Vanaf 2023 zal het merk zich meer richten op een serieproductie, maar dit wil niet zeggen dat er een einde komt aan deze premium service.

Er zijn nog steeds aanpassingen mogelijk, maar daar zal een door het merk opgelegde wachttijd aan vasthangen. Kies je liever een kant-en-klare fiets, dan vind je je gading in de standaard voorraad.

Wat niet zal veranderen, is dat alle frames in Azië worden geproduceerd, en dat nog steeds door dezelfde onderaannemer waarmee het merk destijds begon. Deze frames voldoen wel aan de specificaties die opgesteld zijn door David Robert, de man achter het merk Léon88, maar ook het eerder genoemde Sauvage. “Na feedback van onze klanten hebben we gekozen voor een geometrie die we in serie zullen toepassen en die gericht is op competitie en een sportief karakter”, legt hij uit.

Al deze seriemodellen worden op de markt gebracht in de vorm van een framekit (inclusief de vork). Met de online configurator van Léon kun je desgewenst ook de verschillende onderdelen kiezen als je liever meteen een complete fiets bestelt. De fiets wordt vervolgens geassembleerd in de Vogezen voordat hij naar de klant wordt verzonden. Op onze redactie hebben we ons de voorbije dagen geamuseerd met voor elk model de goedkoopste en duurste configuratie te creëren, om zo een beeld te vormen van de prijsvork per model.

Torrentibus: de hardtail made by Léon88

Het gamma van Léon88 telt momenteel twee mountainbikes, maar Léon88 heeft tot op heden enkel de vernieuwde Torrentibus voorgesteld. Dit betekent niet dat de Semita, de XC full-suspension van het merk, in 2023 geen deel meer zal uitmaken van het gamma. Enkel dat hij te zijner tijd zal worden gepresenteerd. De Torrentibus is dus wel al onthuld en met hem beweert Léon “een comfortabele en wendbare fiets aan te bieden die ook over enkele jaren nog steeds trendy zal zijn.” 

Naast het titanium zijn er nog verschillende details die de identiteit van het merk verraden. Zo zien we een gravure op de balhoofdbuis, een micro-gestraalde afwerking en de staande achtervork die een eindje onder de bovenbuis met het frame wordt bevestigd.

De Torrentibus heeft een interne kabelgeleiding die aan de bovenkant van de onderbuis het frame induikt, voordat hij net boven de trapas naar buiten komt. Het frame van de Torrentibus biedt ook plaats aan 3 bidonhouders.

Voor de remmen koos men een postmount-montage. Het frame is ontworpen voor wielen van 29″ met ruimte voor banden tot 2.6″. Achteraan zien we een UDH-derailleurhanger, net zoals op alle seriemodellen van Léon88.

Kenmerkend voor de fietsen van Léon88 is de radicale geometrie. Voor de Torrentibus komt dit neer op een balhoofdhoek van 67 graden, een zitbuishoek van 76,5 graden en een liggende achtervork van 425 millimeter op de medium.

Deze afmetingen zijn aan de moderne kant, en dat is ook het geval met de vering vooraan. Het is namelijk een vork met een veerweg van 120 millimeter waarmee de Torrentibus op pad wordt gestuurd.

Een framekit van de Torrentibus gaat voor 2655 euro over de toonbank. In de configurator kan je vervolgens de verschillende gewenste componenten toevoegen. Het goedkoopste dat bij ons uit de configurator rolde voor deze Torrentibus kost 5106 euro, terwijl de duurste montage 8728 euro zal kosten.

Monstra: Gravel …? MTB …?

De Monstra is noch een echte gravelbike, noch een mountainbike. Léon omschrijft hem als “de essentie van all-terrain fietsen.” Dit soort machines die bedoeld zijn om de meest uiteenlopende terreinen te overwinnen, lijken wel het nageslacht van een mountainbike-vader en een gravel-moeder. Het ‘monster’ gravel-kind dat daaruit geboren wordt, zou je grofweg kunnen omschrijven als een frame van een gravelbike met de wielen en banden van een mountainbike.

Vergeleken met de LeMonstre, de monster gravelbike van Sauvage, is de geometrie van de Léon Monstra met een korte liggende achtervork van 425 millimeter, een balhoofdhoek van 70 graden, een zitbuishoek van 74,5 graden en een kort balhoofd van 100 millimeter veel radicaler.

Het frame heeft een interne kabelgeleiding met een ingang aan de bovenkant van de bovenbuis. Geïnspireerd door bikepacking, biedt de Monstra plaats aan drie bidonhouders en heeft hij meerdere bevestigingspunten voor bagagetassen, met name op de bovenbuis en de vork.

Waar het op zijn naamgenoot binnen het Sauvage-assortiment (LeMonstre) mogelijk is om een ​​vork met een veerweg van 100 millimeter te monteren in plaats van de standaard vaste vork, is dit niet mogelijk op deze Monstra. De lengte van de vork is verkleind in vergelijking met eerdere modellen (450 millimeter tegenover 490 millimeter in het verleden), waardoor het balhoofd iets groter kon worden gemaakt en je, indien gewenst, met een lager liggende voorkant op pad zou kunnen gaan.

Zoals reeds gezegd, zijn de invloeden vanuit het mountainbiken voelbaar op deze hybride montage, en dat met name op het onderstel, aangezien het frame van deze Monstra geschikt is voor 29″-wielen met een breedte tot 2.4″.

De framekit (inclusief de carbon vaste vork uit eigen huis) kost 2200 euro, waar je 80 euro moet bijtellen voor de vork met de bevestigingsnokken. Net als bij de rest van het gamma kunnen de componenten afzonderlijk worden gekozen op de website van het merk. De duurste set-up kost daar 7928 euro, terwijl de goedkoopste complete fiets afklopt op 4763 euro.

LaRage: een veelzijdige titanium fiets

Dit is misschien wel de gravelbike bij uitstek binnen Léon88. “Dit is het ideale model voor mensen die op alle soorten wegen en in het bos willen rijden”, legt David Robert uit.

Het seriemodel van de Léon LaRage heeft in maat M een balhoofdhoek van 70 graden, een zitbuishoek van 74 graden, een liggende achtervork van 420 millimeter en een balhoofdbuis van 125 millimeter.

Net als bij de Monstra heeft de LaRage een interne kabelgeleiding met een ingang aan de bovenkant van de bovenbuis. Ook hier is plaats voor drie bidonhouders, maar de vaste voorvork van deze LaRage is niet voorzien van bevestigingen voor bagagetassen. Deze bevinden zich aan de bovenkant van de bovenbuis en aan de bovenkant van de achterste driehoek, met de mogelijkheid om daar een spatbord te installeren. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een vork met bevestigingsnokken bij het configureren van het model op de website van het merk.

Op de foto’s wordt de LaRage geïllustreerd met een vaste vork, maar de montage van een geveerde vork is eveneens mogelijk. De online configurator van het merk stelt voor om hem uit te rusten met een Rockshox Rudy.

Voor het overige kan er een voorderailleur gemonteerd worden (met een beugel) indien je liever voor een dubbel kettingblad gaat, ook al is de LaRage standaard geoptimaliseerd voor een 1by. Het frame beschikt over een royale ‘wielkast’ waarin banden tot 700x45c passen.

Voor de framekit (met vaste carbon vork) van deze LaRage moet je een bedrag van 2200 euro neertellen, waar je respectievelijk 80 of 380 euro moet bijrekenen voor een vork met bagagenokken of een Rockshox Rudy. De duurste montage kost 8202 euro, de goedkoopste 4969 euro.

GraALL: bedoeld om de grenzen tussen de disciplines te doen vervagen

Als je hart moeite heeft om te kiezen tussen de weg of de offroad paden, dan is dit het model waarmee je je asfaltminnende alter ego kunt verzoenen. De GraALL is bedoeld “om te worden gebruikt met twee wielsets: een met gravelbanden en een tweede met racebanden”, legt David Robert uit.

De mix tussen het zeer klassiek ogende titanium en de originele architectuur van de staande achtervork, zorgt ervoor dat de GraALL visueel opvalt. De afwerking is netjes en de details op het frame geven de laatste touch aan het algemene uiterlijk van het model.

Qua geometrie heeft de GraALL in maat M een balhoofdhoek van 72 graden, een zitbuishoek van 74 graden en een korte liggende achtervork van 405 millimeter (waar dit op een racefiets over het algemeen eerder rond de 420 millimeter draait).

Bij de GraALL zit de ingang voor de interne doorvoer van de kabels in het balhoofd. Zoals gebruikelijk zijn er veel bevestigingen voor bidonhouders en bikepacking-accessoires. Léon88 geeft aan dat het frame is ontworpen voor banden tot 700×42.

De framekit met carbon Leon88-vork kost 2200 euro. Ook hier moet je rekenen op een toeslag van 80 euro voor de vork met bevestigingsnokken voor bagagetassen. Met alle duurste componenten in de configurator piekt de GraALL op 8211 euro, terwijl de meest betaalbare montage 4583 euro kost.

David Robert eindigt met een woordje over de “Léon88”-garantie: “Omdat ons framebreukpercentage lager ligt dan het industriegemiddelde, hebben we besloten de garantie te verlengen tot 50 jaar (!) en dat voor alle toepassingen, of het nu om vrijetijdsfietsen of competitiemodellen gaat (nvdr. de garantie van de fabrikant van een fiets dekt over het algemeen het gebruik in wedstrijden niet!). Deze garantie geldt voor iedereen, of je nu de eerste eigenaar bent of niet. We hebben er ook voor gekozen om dit met terugwerkende kracht toe te passen, zodat klanten die ons in het verleden hebben vertrouwd er ook van kunnen profiteren.”

Meer info via https://cycles-leon.com

Foto’s copyright Léon88

DoorJan Geys