Ontdekking | Finale Ligure: een gids voor de XC-rijder

Door Jeffry Goethals -

  • Natuur

Ontdekking | Finale Ligure: een gids voor de XC-rijder

Finale Ligure aan de Italiaanse Rivièra is vooral gekend voor zijn vele enduro-trails en bijhorende shuttlediensten, maar de regio werd in eerste instantie bij mountainbikers bekend door de 24-uurs wedstrijd en zijn XC-parkoersen. Wij gingen terug naar de oorsprong, namen een fiets met een beperkte veerweg – een Trek Top Fuel – en bijhorende banden met minder uitgesproken profiel, en ervaarden er de (vele) mogelijkheden die je er hebt als XC-rijder.

Bij het grote publiek is de Italiaanse kuststrook tussen Savona en de grens met Frankrijk vooral gekend door de wielerwedstrijd Milaan-San Remo. Hier wordt, eenmaal de wielrenners de kust bereiken, de Via Aurelia bijna integraal gevolgd tot aan de finish. Vooraleer ze de verschillende Capi, Cipressa en Poggio bedwingen, rijden ze doorheen het mooie Finale Ligure. Dit voorjaar werd het dorpje nog door de bekende wielercommentator Michel Wuyts besproken als een uit de hand gelopen vissersnederzetting, waar het tegenwoordig leuk vertoeven is met het gezin voor een zomervakantie. Voor mountainbikers is de regio echter al meer dan een decennia een waar paradijs met een heel actieve lokale community van trailbouwers, shuttlediensten en aangepaste verblijfplaatsen.

In eerste instantie zie je ter plaatse vooral dikke enduro-fietsen (al dan niet elektrisch), maar je ziet ook steeds meer gravelbikes en vooral opnieuw weer veel XC-rijders. De regio rond Finale Ligure en zijn mountainbike-mogelijkheden werd in 1999 voor het eerst bekend door de 24-uurs wedstrijd, die ook nu nog steeds wordt georganiseerd. Met de opkomst van enduro en het ontstaan van de Enduro World Series werd het trailnetwerk in eerst instantie vooral verder ontwikkeld voor deze discipline.

Met bergen van meer dan 1000 meter hoog die (bijna) in de zee eindigen was en is er in de Finale Outdoor Region meer dan plaats genoeg voor alle offroad disciplines – hiernaast wordt er trouwens ook veel aan hiking en muurklimmen gedaan – en werd ook de XC-rijder niet vergeten. Neem daarbij dat de nieuwe generatie XC-fietsen steeds meer aankunnen, en dan bekom je een situatie dat slechts een minderheid van de meer dan 175 officiële trails enkel geschikt zijn voor enduro-fietsen. En nog meer dan vroeger kun je nu de verbinding maken tussen de verschillende hubs, onderweg positieve hoogtemeters verzamelen en dit combineren met prachtige natuur, vergezichten en technische afdalingen.

Op voorhand hadden we ingeschat, dat je de regio het best op twee manieren kunt ontdekken met een XC-fiets. Enerzijds kun je op een vaste locatie vertrekken en daar één grote lus maken met als uiteindelijk resultaat evenveel positieve als negatieve hoogtemeters. Anderzijds kun je profiteren van een single lift shuttle die je diep en hoog het binnenland inbrengt om dan via verschillende trails richting de kust te rijden. Dan heb je op een rit van 40-45km ongeveer 1000 tot 1500 positieve hoogtemeters en rij je makkelijk 2500+ meter in dalende lijn.

Here we go!

Vanuit Brussel is het 1100 kilometer rijden en je neemt best de route via Zwitserland. Zo heb je veel minder tolkosten (ook al moet je een vignet kopen) dan via de Franse autosnelwegen. Zet wel je roaming uit eenmaal je Basel nadert tot je op een Italiaans mobiel netwerk komt, want voor je het weet tikt je telefoonrekening met supersonische snelheid met tientallen euro’s aan.

Het is belangrijk om te weten dat je de zomermaanden juni, juli en augustus best vermijdt. Op dat moment zijn er veel gewone toeristen die het in de dorpjes allemaal wat te druk maken, maar vooral het is er veeeeeel te warm met temperaturen die bijna altijd boven de 35°C zitten.

Het is belangrijk om te weten dat je de zomermaanden juni, juli en augustus best vermijdt. Op dat moment zijn er veel gewone toeristen die het in de dorpjes allemaal wat te druk maken, maar vooral het is er veeeeeel te warm met temperaturen die bijna altijd boven de 35°C zitten. Naast april en mei, zijn ook september en oktober een ideale periode. Je kan soms nog sneeuw hebben in april en in oktober kan het ook wel eens regenen, maar dat is nog altijd beter dan helemaal weg te smelten.

Wij hadden, voor onze driedaagse trip, twee fietsen mee op onze fietsendrager. De Trek Top Fuel is een moderne XC/Marathon-fiets gemaakt voor avontuurlijke ritten. De efficiënte Active Brake Pivot-vering en een aangename klimhouding zorgen ervoor dat je vlot en makkelijk omhoog rijdt. Met zijn 120mm veerweg voor en achter, moderne geometrie, dropper post en goed uit de kluiten gewassen Bontrager XR4-banden kun je bovendien ook stevig technisch afdalen.

Daarnaast hadden we ook een Trek Slash bij. Dit is een enduro-monster met 170/160mm veerweg, met remmen die een Russische tank kunnen doen afstoppen en een stevige wielset/banden combinatie (Stan’s Flow Ex MK4 met de IRC Tanken). Alles samen bijna 15kg aan bruut geweld. Zoals gezegd zijn slechts enkele trails niet aangeraden voor een “normale” mountainbike zoals de Top Fuel. We zijn dit zelf gaan uitzoeken en komen er op het einde van dit artikel op terug en vertellen je ook waarom niet. Een mountainbike zonder achtervering en/of zonder een verstelbare zadelpen is volgens ons geen aanrader om te genieten van de trails en hiermee blijf je best op de brede paden.

Er zijn verschillende kleine pittoreske dorpjes waar je heerlijke koffie kunt drinken, van een gelato kunt genieten en kunt verblijven in een hotel, huisje of B&B. Van West naar Oost heb je Pietra Ligure, Borgio, Finale Ligure, Varigotti en Noli. Er zijn ook twee campings, dit zijn Camping Tahiti en Freeride Outdoor Village, die gericht zijn op mountainbikers met de nodige faciliteiten. Je kunt in principe ook wild parkeren met je camper, maar we raden aan om toch op zijn minst op de betalende parking, die je op je linkerkant kunt terugvinden bij het uitrijden van Finale richting Pietra, te gaan staan. Het staat er vol met andere campers en je slaapt langs een drukke weg, maar het uitzonderlijke fraaie zicht op de Middellandse Zee maakt veel goed.

© Trailforks

Via het rustieke Finale Borgo en Calice Ligure trek je het binnenland in en daar heb je verschillende regio’s zoals Base Nato, Mallare, Manie, Orco Feglino, Melogno, San Giacomo en Pietra Ligure. In Finale Ligure zelf eindigen eigenlijk weinig trails, enkel op de westelijke flank heb je een cluster met onder andere de blauwe Bondi, de rode X-Men en de zwarte Caprazoppa. De kleuren van de trails zijn in Finale Ligure overigens met een korrel zout te nemen.

Groene en blauwe trails zijn in principe altijd perfect te doen, maar soms zitten er serieus rooie stukken in een blauwe. Sommige rode zijn ook een optie, zeker als je ze eerst hebt kunnen verkennen.

Groene en blauwe routes zijn in principe altijd perfect te doen, maar soms zitten er serieus rooie stukken in een blauwe. Sommige rode zijn ook een optie, zeker als je ze eerst hebt kunnen verkennen. Zwart komt overeen met de internationale Double Black Diamond  standaard en zijn dikwijls EWS wedstrijdstages en daar heb je als XC-rijder weinig te zoeken en veel te verliezen.

Dag 1: de lus met enkele zijsprongen

We kozen op de eerste dag om te vertrekken vanuit Finale Ligure zelf en daar ons avontuur te beginnen en te eindigen, een grote lus dus met ander woorden. Vertrekkende vanuit het centrum reden we oostelijk, richting Finalpia, en daar klommen we via een mooie asfaltklim naar het Manie-plateau. Hier bevindt zich het officiële parcours van de 24-uurs wedstrijd. Het rondje van 12km blijft relatief hoog en bevat naast enkele goed rollende stroken, ook korte nijdige hellingen en enkele stevige afdalingen.

Het parcours is heel leuk en fysiek best pittig. Het is wat wennen aan de droge stenige ondergrond, maar er is voldoende grip en de trails worden duidelijk nog regelmatig gereden. Hier beginnen is echt een aanrader, want de vergezichten op de zee zijn adembenemend en je hebt onmiddellijk een vakantiegevoel.

Je kunt op de kleine lus makkelijk afwijken naar enkele trails, zoals de blauwe Toboga. De grote kombochten zijn een uitdaging en beleving die je op zijn minst moet hebben geprobeerd. Op geen enkel moment ga je hier trouwens in de problemen komen met je XC-fiets. Eenmaal beneden, kun je bijna rechtstreeks weer aansluiten op de verbindingsweg naar het parcours.

Aan de andere kant, richting de zee, heb je de beruchte DH Uomini en daar blijf je best weg. Deze steile en brute afdaling is eigenlijk alleen goed berijdbaar tijdens een wedstrijd. De ondergrond schuift er enorm en er zijn enkel heel moeilijke hindernissen waar je de nodige veerweg, bescherming en ervaring voor moet hebben. Wij kwamen hier op de laatste dag met de Trek Slash, vooral voor de mooie foto. Als je wilt afzakken naar de kust, dan neem je best de blauwe Semaforo die je naar Noli brengt. Hier kun je via een asfaltklim weer naar het plateau klimmen of langs de Via Aurelia (met de korte beklimming van de Capo Noli) terug naar Finale Ligure.

Op het Manie-plateau heb je ook de groene Ponti Romani trail, waar je in 3,6km bijna 225 meter moet klimmen en tussendoor een paar korte afdalingen hebt. Daarna kun je doorsteken via enkel brede offroad paden naar de blauwe Andrassa die je terugbrengt naar het einde van de Toboga. Je kunt hier al snel een uurtje of drie jezelf vermaken en je bovendien helemaal leeg rijden. Onze kuiten staan al goed op spanning!

Dag 2: omhoog met de shuttle

Er zijn talloze shuttlediensten in en om Finale Ligure, en deze kunnen je voor een redelijk betaalbaar bedrag één of meerdere keren omhoog brengen. De meeste shuttles rijden ofwel naar Melogno of naar de Base Nato. Wil je andere regio’s gaan verkennen en geshutteld worden van ‘s morgens tot ‘s avonds, dan boek je best een privé-shuttle (ideaal voor een groep van 4 tot 6 bikers).

Wij lieten ons naar Melogno brengen, waar de wereldbefaamde Rollercoaster trail start. Hier kom je regelmatig XC-toppers tegen die eerst de volledige klim vanuit Finale, van bijna 1000 hoogtemeters, als opwarmertje hebben gereden om vervolgens door te steken naar de Base Nato (zie foto) om daar de Ingegnere en aansluitend de Supergroppo rijden.

Onze benen waren vanzelfsprekend nog helemaal fris en we reden daarom eerst de volledige Rollercoaster naar beneden. Deze ludieke en niet te moeilijke trail is met zijn 6,4km zowat de langste van de regio en je moet eerst nog even klimmen voor je aan de dik 20 minuten lange afdaling kunt beginnen. Ze komt ongeveer halverwege de asfaltklim uit. Vervolgens reden we die op eigen kracht omhoog en gingen we in het virtuele spoor van de profs. De Ingegnere is een fantastische trail met een aaneensluiting van perfect aangelegde bochten. Maar we hebben ons het meest geamuseerd op de, bij momenten fysiek heel lastige, Supergroppo. Het bewegend beeldmateriaal hierboven spreekt voor zichzelf!

Dag 3: enkele enduro-trails

Als afsluiter gingen we op de laatste dag nog enkele echte enduro specials van de Enduro World Series rijden. Het grote verschil met de gewone trails is dat je hier veel steilere stroken hebt met veel meer grote rotsen en andere obstakels. Je hebt om simpelweg de trail te kunnen rijden een geometrie nodig met een veel vlakkere balhoofdhoek. Je hebt ook absoluut meer veerweg nodig om de schokken te kunnen opvangen en je stabiliteit te behouden. Ook de banden moeten van een ander calibrer zijn om grip te kunnen houden en af te remmen waar nodig. XC-remmen zullen ook dikwijls te snel oververhitten, dus aangepaste calipers en schijven zijn eveneens een noodzaak.

Als je deze trails gaat proberen met een XC-fiets, dan moet je met andere woorden over goddelijke rijcapaciteiten beschikken om niet in de problemen of ten val te komen. Aangezien wij niet Mathieu of Nino heten, kozen we wijselijk voor onze Trek Slash en ruilden we onze kleine helm in voor een full face model en pakten we onze knieën en rug in met de nodige bescherming. Voor ons springen Cacciatore, Madonna dela Guardia en Cro-Magnon eruit. Op Little Champéry hebben we een zijsprong genomen, waar we al enkel bij het kijken naar de afgrond het koud zweet voelden lopen op ons voorhoofd. Dit ging ons als XC-rijder, zelfs met een enduro-fiets, het petje te boven.

De Italiaanse Rivièra en vooral de streek rond Finale Ligure is een absoluut mountainbike paradijs. Hoewel de meesten onder ons de trails daar zullen associëren met die-hard enduro komt dat niet overeen met de realiteit. Het merendeel is vooral geschikt voor de moderne XC-fiets en -rijder die graag werkt voor zijn plezier en dus stevige positieve hoogtemeters wilt combineren met uitdagende negatieve. De volledige streek ademt avontuur uit en er heerst een outdoor levensstijl. Combineer dat met lekkere koffie, gelato en pizza en je weet waarom wij zo van onze trip daar hebben genoten!

Meer informatie: www.finaleoutdoor.com

Nog niet genoeg van Finale Ligure? Lees dan ook dit artikel: www.vojomag.nl/finale-ligure-naar-de-oorsprong-van-een-mythische-bestemming

DoorJeffry Goethals