Overleven op de Mountain Of Hell

Door Yannick Schepers -

  • Sport

Overleven op de Mountain Of Hell

De Mountain Of Hell als vakantiebestemming, bucket list evenement of sportieve doelstelling, iedereen heeft zo zijn redenen wanneer ze zich inschrijven voor deze legendarische wedstrijd. De eerste keer dat mijn Vojo-collega Jeffry me het voorstel deed om samen deel te nemen, een jaar geleden tijdens mijn eerste mountainbike vakantie in de Alpen, was mijn antwoord ja … hoewel ik nooit had durven denken dat het zo ver zou komen. Het onderwerp kwam regelmatig opnieuw ter sprake en na een tijdje begon ik werkelijk te geloven dat ik zou deelnemen. Hoe onmogelijk de finish ook leek, ik zou meedoen voor de ervaring, de vriendschap en het avontuur. De Mountain Of Hell ligt achter ons en hier blik ik terug op een fantastisch evenement.

De voorbereiding

Wanneer ik terugkijk naar mijn eerste bezoek aan de Alpen één jaar geleden, dan moet ik bekennen dat daar toen iemand stond, 15 kilogram zwaarder, zonder conditie of enige noemenswaardige ervaring. Maar wel iemand die gebeten was door de sport.

Jeffry heeft mij het voorbije jaar op sleeptouw genomen, hij is met mij gaan trainen, hij heeft me gemotiveerd om die kilo’s te verliezen en samen hebben we hard gewerkt om mijn technische vaardigheden te verbeteren. De laatste voorbereiding bestond uit de Enduro De La Semoy. Daar kon ik voor de eerste keer proeven van wat het is om een wedstrijd te rijden. Een paar weken later was het tijd om te vertrekken naar Les Deux Alpes.

Aankomst in de Alpen

De rit van Brussel naar Les Deux Alpes neemt al snel 9 uur in beslag. Op het moment dat ik de Alpen zie opdoemen gaat mijn hart wat sneller slaan. De beelden van de massale crash die tijdens de Mountain Of Hell in 2019 had plaatsgevonden, flitsen door mijn hoofd. Maar toch voel ik voor de eerste keer de overtuiging dat ik dit jaar mijn plek op die gletsjer zal innemen. Een paar uur later is mijn inschrijving officieel en heb ik mijn racenummer in handen.

Dat nummer bepaalt de startpositie voor de kwalificatie die als mini-massastart wordt gereden. Een kleine opwarmer voor het echte werk dat je de dag nadien krijgt voorgeschoteld. Het nummer 603 plaatst mij op de eerste rij van de ‘E-bike golf’ die uit slechts dertig deelnemers bestaat. Maar op die start is het nog twee dagen wachten.

De verkenning

De solidariteit viert hoogtij tussen de deelnemers onderling. Tijdens de race is het ieder voor zich, maar tijdens de voorbereiding is daar niets van te merken. Jeffry die reeds eerder was toegekomen, gidst mij samen met een aantal andere deelnemers door het parcours. Straks zitten we samen in dezelfde “miserie”, en dat maakt van ons strijdmakkers. We nemen de lift tot op 3200 meter en zien de top van de gletsjer die hoog boven ons uittorent. Waar we nu skiërs zien afdalen, zal het zicht er over twee dagen volledig anders uitzien, met honderden bikers die de gletsjer trachten te bedwingen. Maar niet vandaag, denk ik bij mezelf.

Samen met stoere ladies Kristien Nelen en Liesbeth Hessens, twee namen die later in dit verhaal nog zullen terugkomen, zetten we de afdaling in op het tweede deel van de gletsjer. Over die ervaring kan ik me lyrisch uitdrukken. Het was een unieke beleving, in een betoverend landschap waar de realiteit de fantasie lijkt te overstijgen. We trachten onze snelheid te controleren zonder de wielen te blokkeren, terwijl we de voeten op de pedalen proberen te houden en je de opspattende sneeuw in je open mond voelt vallen. Meter na meter groeit het zelfvertrouwen en laten we de fiets sneller en sneller over de sneeuw bollen, de banden winnen en verliezen voortdurend aan grip alsof ze zich klauwend in de sneeuw proberen vast te bijten. We hebben de besneeuwde piste voor ons alleen. Juichend komen we toe op de eerste rotsen.

Jeffry geeft me de eerste race tip: “zolang je door de strategisch geplaatste vlaggenpoortjes rijdt, bepaal je zelf welk traject je volgt. Een vlagje missen staat gelijk aan straftijd die wordt toegevoegd aan je eindtijd.” De switchbacks met losse stenen en rotsschilfers die zo typerend zijn voor de Alpen leiden ons verder richting het dal. Op 2600 meter komen we de eerste bordjes van de kwalificatie tegen. Deze editie delen de kwalificatie en de wedstrijd een deel van het parcours. Wat mij betreft zijn dat twee vliegen in één klap, één training voor zowel kwalificatie als wedstrijd. De ervaren rotten vonden dit echter toch wel een beetje jammer. Zij misten de “oude” kwalificatie.

Onze verkenning stopt in het dorp van Les Deux Alpes. De laatste sectie van de wedstrijd bestaat uit een wandelpad naar het lager gelegen dorpje Venosc. Verkenning per fiets is hier verboden gezien dit pad exclusief tijdens de wedstrijd bereden mag worden. Te voet mag het wel, maar die wandeling bewaren we voor morgen na de kwalificatie.

De kwalificatie

Ik rij mee in het E-bike klassement en om 14 uur word ik verwacht aan de start van de race. Met 30 man zijn we, dat is een kleine groep vergeleken met de anderen die per 100 starten. Ik ben net op tijd om Kristien en Liesbeth te zien vertrekken. De start van de kwalificatie gaat na 200 meter over in een besneeuwde afdaling. Zachte, half gesmolten sneeuw in dit geval.

We zien de voorlaatste wave uit het zicht verdwijnen en maken ons klaar om onze plek voor de kwalificatie in te nemen. De noten van Highway To Hell weergalmen tussen de bergen die ons omringen. Ik hoor de rijder naast mij diep ademhalen, hij kijkt me even in de ogen, non-verbaal wensen we mekaar veel succes. Nu zijn we nog vrienden. Plots valt het startsignaal en in een stofwolk rijden we zo snel we kunnen richting die eerste sneeuw.

Het is ieder voor zich nu, de competitie barst los, maar op de singletrails is het niet altijd makkelijk om een plek te winnen. Zonder er aandacht aan te besteden zien we hier en daar de eerste valpartijen, maar telkens springt de piloot weer recht om de race te hervatten. Die rijder voor je is het enige dat telt, als een stier die jaagt op een rode lap jaag je op de rijder voor je. Na elke inhaalbeweging kijk je uit naar de volgende terwijl je ondertussen je eigen positie probeert te verdedigen tegen het geweld dat jou op de hielen zit.

Hoe dichter we het dorp naderen, hoe meer mensen zich verzamelen langs het parcours. Met elke aanmoediging stijgt de adrenaline. Na 19 minuten komt voor mij de finish in zicht. Zo snel we kunnen duiken we de laatste drie bochten in, voor mij schuift er iemand onderuit maar het enige dat ik zie is de finish. Ik kom over de meet waar ik word opgewacht door mijn vrienden. Ik ga volledig uit mijn dak. Wat een ervaring. Mijn eindresultaat, dat dit jaar door je positie en niet door je eindtijd wordt bepaald, levert me rij ‘J’ op als startlijn, midden in het pak.

Een middagmaal later, en terwijl de eerste regendruppeltjes komen opzetten, trekken we onze stoutste wandelschoenen aan en is het tijd voor de verkenning van het wandelpad van Venosc.

Het slagveld van de Venosc

Die onschuldige regendruppeltjes blijken al snel niet zo onschuldig te zijn. Het steile wandelpad bestaat uit houten balken die verzonken in het pad een reuze trap vormen waarbij elk gevoel voor symmetrie volledig zoek lijkt te zijn. Treden tot 50 centimeter hoog zijn aan mekaar verbonden door krappe switchbacks. Rotsen, grind, hout en zelfs metalen goten wisselen mekaar af. Hier en daar wordt ons uitgelegd dat er een “shortcut” bestaat waarbij je legaal een deel van het parcours kunt afsnijden. Ik voel me niet aangesproken wanneer die uitleg wordt gegeven, ik weet niet wie dat kan, maar ik hoor er alleszins niet bij.

De regen, die ondertussen met bakken uit de lucht komt vallen, spoelt mijn moed en zelfvertrouwen weg, het ravijn in. Met slijk bedekt komen we na een wandeling van bijna drie uur moe, verslagen en gedesillusioneerd toe in het dorp.  Het moment dat ik gestopt ben met de trackanalyse ligt al anderhalf uur in het verleden. Die timing valt samen met het moment waarop ik heb beslist dat ik deze sectie van het parcours aan mij voorbij zouden laten gaan. Liever een DNF dan een gebroken nek. 

De ervaring was zo overweldigend dat ik het hele avontuur op de schop zou gooien. Greg, een van onze vrienden, maakte de onfortuinlijke beslissing deze wandeling aan te vatten met indoor tennisschoenen. Een vergissing die ongetwijfeld bepalend is geweest in zijn besluit om morgen niet te starten. De eerste DNS binnen onze groep is nu al een feit. 

De Mountain Of Hell

Het is 5u30 ‘s morgens wanneer ik wakker word in mijn omgebouwde bus. Gisterenavond kreeg Liesbeth mij bij het genot van warme kleren en een pintje toch nog overtuigd om aan de start te verschijnen. Zij had bij haar eerste deelname drie jaar terug een volledig mislukte kwalificatie en dacht ook om niet te starten, toen overtuigde Jeffry haar op zijn beurt om toch achteraan te starten. Volgens hem was ze goed genoeg om via een inhaalrace misschien wel podium te rijden (wat ze toen ook gedaan heeft).

Dat overheersende gevoel van solidariteit wint het van de angst. We doen dit allen samen en straks vieren we dat aan de finish. Moe, koud en zenuwachtig trek ik mijn kleren aan. Ik pak mijn fiets, en de letter ‘J’ die mijn startpositie bepaalt laat ik achter. Een weloverwogen beslissing. Ik verkies de staart van de race waar ik kan starten samen met een vriendin die niet op tijd was om haar kwalificatie te rijden.

De Jandri voert ons naar 3200 meter waar ons een verassing wacht. De regenval van gisteren heeft de gletsjer te gevaarlijk gemaakt waardoor de start naar deze hoogte werd verplaatst. Het stuk van de massale valpartij van 2019 (waarvan iedereen op sociale media wel het filmpje heeft gezien) is nu nog smaller en heeft bovendien grote ijsplekken. De organisatie neemt hier een een heel goeie beslissing. Het zal nog uren duren voordat die start ook effectief plaats vindt. We hokken samen en tot dan proberen we het warm en gezellig te houden. De deelnemers worden ieder om beurt afgeroepen zodat ze hun plaats aan de start kunnen innemen.

Tegen negen uur ligt ook mijn fiets onder een heldere hemel klaar op de sneeuw. Het duurt nu niet lang meer en voor me zie ik een zee van fietsers op en neer springen en dansen op de muziek de weerklinkt boven de sneeuwvlakte.  Niet veel later horen we opnieuw de eerste noten van Highway To Hell, gelijktijdig vliegt de helikopter die straks het startsein zal geven over ons heen. We maken ons klaar voor een running start, een traditie die ik vooral ken uit de autorace in Le Mans. 

De helikopter cirkelt een paar keer rondom het deelnemersveld en ik besef dat dit het meest surrealistische kippenvelmoment is dat ik ooit mocht ervaren. De massa voor mij schiet in beweging en ook ik loop naar mijn fiets en duw hem door de sneeuw naar de start. De race is begonnen!

Vóór mij gaat het hier en daar onmiddellijk mis. Ik zie lichamen glijden, fietsen vliegen en de piste ligt bezaaid met binnenbanden, Go Pro’s en goggles. Na 200 meter zie ik iemand wandelen met zijn fiets in de hand, het achterwiel op vier plaatsen gebroken. Ik probeer me te concentreren, maar ik rij trager dan ik zou willen. Ik zoek zo snel ik kan de rotsen op om mijn weg naar beneden te vervolgen. Ik rij om te overleven en van het race instinct waar ik me gisteren op kon beroepen blijft weinig over. Ik slaag erin om de gletsjer heelhuids te verlaten, de race naar het dal gaat onverstoord verder.

Op de rotsen voel ik me beter, ik slaag er in om mijn racetempo te verhogen. Ik haal een aantal concurrenten in, maar zit ook vaak vast in de file die ontstaat op technische segmenten in het parcours. Halverwege de race word ik op een vlak stuk ingehaald door een concurrent. De eerste technische hindernis maakt hij een stuurfout en gaat hij onderuit. Ik haal hem in, maar ben nog niet van hem af.

Niet veel later steekt hij me op een vlak stuk opnieuw voorbij. Ik rij niet voor het podium dus dit zijn de momenten waarop ik op adem tracht te komen. De geschiedenis herhaalt zich op het eerste technisch segment dat volgt. Opnieuw zie ik mijn concurrent in het stof bijten. Ik roep hem nog toe om geen onnodige risico’s te nemen, maar hij zal me niet gehoord hebben.

Moest je denken dat dit het einde van dat verhaal is, dan kom je net als ik bedrogen uit. Een paar minuten later doet hij opnieuw een poging, vlak voor een linkerbocht, maar raakt daarbij mijn rechterbeen met zijn voorband. Alsof er een knop wordt ingeduwd verandert mijn mentaliteit en rijd ik terug zoals ik dat deed tijdens de kwalificatie. Ik jaag op de persoon voor me, maar bovenal verdedig ik mijn plaats voor de aanval die langs achter blijft komen.

We doorkruisen het dorp en ik zie de ingang van het wandelpad richting Venosc naderen. Ik stop en ga opzij. Vragend kijken omstaanders me aan, maar op instinct neem ik een beslissing. Natuurlijk ga ik door. Aan de start van het wandelpad is er een file ontstaan, de eerste trap van Venosc ga ik te voet met de fiets in de hand.

Zodra ik kan, spring ik opnieuw op de fiets en probeer mijn weg verder te zetten tot ik mijn naam hoor roepen. Ik zie Greg terug en vergeet opnieuw even dat ik in een wedstrijd zit. “Hoe gaat het met jou”, roep ik hem toe. Rij toch voort idioot was zijn antwoord. Gelijk had hij.

Ik herken de plaatsen die we gisteren bekeken hebben en zonder na te denken slaag ik er in om te doen wat me gisteren onmogelijk leek. Met een stuur in de hand, een drogere ondergrond en een lijf vol adrenaline lijkt alles mogelijk. Als mieren werken we ons een weg naar beneden waarbij inhalen en ingehaald worden simultaan lijkt te gebeuren.

Sneller dan ik had verwacht verlaten we het wandelpad om nog een paar meter door het bikepark te racen.  Heel even zie ik de finish in de verte opdoemen, tot mijn zicht troebel wordt. Het zijn tranen die mijn ogen vullen, tranen van geluk en ongeloof, nooit had ik gedacht dat ik deze wedstrijd zou uitrijden. Opnieuw staan mijn vrienden me op te wachten met water, quiche en schouderklopjes. Het is een moment dat ik mijn heel leven lang nooit zal vergeten.

Het eindklassement

De zege bij de mannen was voor de Fransman Kilian Bron met een eindtijd van 00:28:52.  Gaillot Babtiste kwam 8 seconden later over de finish, gevolgd door Widmer Mirco die er nog eens 7 seconden bij deed.

Bij de dames zien we een overwegend Belgisch podium. De eerste plaats was echter weggelegd voor de Française Emilie Serre met een eindtijd van 00:40:44. Liesbeth Hessens behaalde de tweede plaats na 00:41:34 gevolgd door haar landgenoot en huidige Belgische kampioene enduro Kristien Nelen die knap derde werd met 00:45:32.

De plaats van eerste E-biker was verdiend voor Giorgio Righi die met een eindtijd van 00:32:03 een imponerende race heeft gereden.

Binnen het Vojo-klassement behaalde Jeffry Goethals een indrukwekkende 73ste plaats met een eindtijd van 00:36:26 en plaatst zichzelf daarmee knus binnen de top 100. Ikzelf reed de race uit net onder het uur met 00:59:59.

Ook de oorspronkelijke organisatie van de Mountain Of Hell werd verdiend het podium opgeroepen. Sinds dit jaar wordt deze wedstrijdorganisatie overgenomen door de UCC, maar ze krijgen nog steeds de ondersteuning van de Choucas bikers die de ziel vormen van deze wedstrijd. UCC organiseert ook de Megavalanche in Alpe D’Huez die een week later gereden werd en de Maxiavalanche in Cervinia die komend weekend plaatst heeft. Beiden hebben ook een start op een gletsjer en vormen samen met de Mountain of Hell de enige wedstrijden die op deze manier starten.

Meer info via: https://www.ucc-sportevent.com/en/mountain-of-hell-eng/ en https://www.les2alpes.com/

Foto’s: Pyrene Duffau, Baptiste Vignaud, Yannick Schepers, Greg Linotte en Wouter Wormgoor

DoorYannick Schepers