Test nieuw | Orbea Occam 5: twee fietsen voor een nieuwe benadering van all-mountain

Door Léo Kervran -

  • Techniek

Test nieuw | Orbea Occam 5: twee fietsen voor een nieuwe benadering van all-mountain

De vierde generatie van de Orbea Occam werd in 2019 van boven tot onder herzien om zich aan te passen aan de ontwikkelingen van de Oiz en Rallon. Het model kende enorm veel succes, in die mate dat hij zelfs het Baskische merk verraste. Er rust dan ook heel wat druk op de opvolger, en om te proberen iedereen tevreden te stellen koos Orbea ervoor om niet één maar twee Occams te ontwikkelen: de SL en de LT. Voor meer uitleg en de eerste rondjes werden we door het merk uitgenodigd in de Spaanse Pyreneeën:

Om deze nieuwe Occam beter te begrijpen, moeten we eerst even terug in de tijd. In 2019 presenteert Orbea de vierde generatie van dit model, die dan de vorm aanneemt van een 140 mm in 29”. Een veelzijdig en toegankelijk trail-model dat collega Olivier destijds verleidde met zijn downhill-capaciteiten (lees Test nieuw | Orbea Occam 2020: schaamteloos veelzijdig!) en zijn neiging om bij de Rallon aan te kloppen, in een tijd dat dit type fiets nog niet bestond.

Het succes volgde onmiddellijk, maar gaandeweg evolueerde ook de Rallon en Orbea zei tegen zichzelf dat er misschien ruimte was voor iets … En zo arriveerde twee jaar later de Occam LT, gebaseerd op hetzelfde frame als de Occam maar met een veerweg van 160 mm voor en 150 mm achter. Dit vergrootte de mogelijkheden van de machine een beetje, maar de geometrie en de ophanging bleven die van de Occam die op trail is getypeerd, terwijl de concurrentie andere stappen zette. Ondanks zijn veerweg had de Occam LT niet echt genoeg in huis om te concurreren met de modernste all-mountains of ‘mini-enduro’s’.

Vandaag is de 5de generatie er en deze keer heeft Orbea de twee modellen tegelijk ontworpen. De visie van het merk is simpel: de Occam is nog steeds een ‘trailfiets’, maar het segment is sinds 2019 geëvolueerd en vandaag de dag bestaan ​​er twee benaderingen naast elkaar. Je hebt dus twee fietsen nodig!

Ja, maar twee verschillende fietsen met dezelfde naam zijn duur en ingewikkeld voor iedereen, merk en verdelers. De Occam blijft daarom een Occam voordat hij de toevoeging SL of LT krijgt met een enkel frame dat visueel heel dicht bij het oude frame aanleunt. Het is vooral de uitrusting die het verschil gaat maken. Als gevolg hiervan is de Occam SL lichter en meer gericht op trappen, met een high-end model dat minder dan 11 kg weegt, terwijl de Occam LT bedoeld is om beter geschikt te zijn voor de bergen dan voorheen en assertiever.

Occam SL

De Occam SL is daarom de kleine fun-trailbike, degene die je vertrouwen moet geven bergaf (in ieder geval meer dan een XC-fiets), maar bovenal de best mogelijke capaciteiten geeft bij het trappen op de pedalen. De geometrie en veerweg liggen heel dicht bij de oude Occam, maar de uitrusting is veel meer in een bepaalde richting georiënteerd dan in het verleden. Dit is niet langer een fiets waarmee je overal mee uit de voeten kan en een laag gewicht en efficiëntie bij het trappen waren de belangrijkste sleutelwoorden.

We hebben een ​​29″-fiets met 140 mm veerweg voor en achter en een balhoofdhoek van 65,5° (-0,5°), een zitbuishoek van 78° (+1°), een reach van 465 mm in maat M (+ 15 mm op elke maat), een liggende achtervork van 440 mm (geen verandering) en een -37 mm bottom bracket (-2 mm).

Orbea heeft enkele details van de kinematica aangeroerd, maar deze wijzigingen zijn zo licht dat het gedrag over het geheel genomen onveranderd is gebleven: we hebben het over 2% progressiviteit en 2 tot 3% meer anti-squat.

Bovendien houdt de inspiratie van de Oiz daar niet op: de Occam SL profiteert ook van de I-Line-technologie, gepatenteerd door Orbea, waardoor de vergrendelingskabel van de schokdemper volledig verborgen kan worden. Het grote verschil zit hem in de componenten: de Occam SL is uitgerust met Fox Float inline-schokdemper (de nieuwe, iets eerder dit jaar gepresenteerd) en Fox 34-vork, allemaal bestuurd door de SquidLock-lockout!

Kleine vork, kleine schokdemper en overal carbon (zelfs het onderdeel dat de schokdemper met de link verbindt is gemaakt van composiet) om gewicht te besparen … dit werpt uiteindelijk zijn vruchten af: in de meest hoogwaardige versie, de M-LTD, weegt de Occam SL in maat M slechts 10,85 kg! We kennen XC-fietsen die zwaarder zijn dan dat, en hier hebben we 140 mm veerweg …

  • Occam SL M-LTD (€ 9.999): Fox 34 Fit4 Factory- & Float Factory-veringen, Sram XX Eagle AXS-aandrijving, Sram Level Ultimate-remmen met 4 zuigers, Oquo MP30 LTD-wielen, Schwalbe Wicked Will 2.4 Super Race Addix Soft-banden
  • Occam SL M10 (€ 5.999): Fox 34 Fit4 Factory- & Float Factory-veringen, Shimano Deore XT (derailleur, shifter, crankstel) / SLX (cassette) / Deore (ketting), Shimano Deore XT-remmen met 4 zuigers, Oquo MP30 Team-wielen, Schwalbe Wicked Will 2.4 Super Race Addix Soft-banden
  • Occam SL M30 (€ 4.499): Fox 34 Performance- & Float Performance-veringen, Shimano Deore XT (derailleur) / SLX (shifter, cassette) / Deore (ketting), Shimano Deore-remmen, Race Face AR 30-wielen, Schwalbe Wicked Will 2.4 Super Race Addix Soft-banden

De Occam SL past ongetwijfeld niet in de gebruikelijke hokjes en heeft op papier ook geen moderne equivalent. Er zijn drie carbon modellen gepland waarvan de twee meest hoogwaardige modellen, de M-LTD en M10, zijn uitgerust met carbon Oquo-wielen (lees Presentatie & eerste test | Oquo: wanneer Orbea zich op het wiel stort).

We merken ook dat ze weliswaar niet echt goedkoop zijn (we hebben het nog steeds over carbon fietsen), maar dat de prijzen relatief zijn.

Het gamma zal in totaal zes modellen omvatten, aangezien drie aluminium versies de familie compleet maken met een frame dat ongeveer 1 kg zwaarder is. De voorste driehoek profiteert van een hoogglansafwerking waardoor hij bijna doorgaat voor carbon omdat de lasnaden vervaagd lijken. Volgens Orbea zou dit ook de weerstand tegen vermoeidheid moeten verbeteren.

 

  • Occam SL H10 (€ 3.799): Fox 34 Performance- & Float Performance-veringen, Shimano Deore XT (derailleur, shifter, crankstel, cassette) / Deore (ketting), Shimano Deore-remmen, Race Face AR30-wielen, Maxxis Dissector 2.4 Exo / Rekon 2.4 Exo-banden
  • Occam SL H20 (€3.599): Fox 34 Performance- & Float Performance-veringen, Sram GX Eagle-aandrijving (derailleur) / NX Eagle (shifter, cassette, ketting), Shimano Deore-remmen, Race Face AR30-wielen, Maxxis Dissector 2.4 Exo / Rekon 2.4 Exo-banden
  • Occam SL H30 (€ 2.799): Marzocchi Bomber Z2- & Fox Float Performance-veringen, Shimano Deore-aandrijving, Shimano MT201-remmen, Maxxis Dissector 2.4 Exo / Rekon 2.4 Exo-banden

Occam LT

De Occam LT is bijna het tegenovergestelde. De fiets mag dan wel gebaseerd zijn op hetzelfde frame als de Occam SL, maar Orbea presenteert hem als een machine die eervol moet presteren bij het trappen en zo efficiënt mogelijk moet zijn bij het afdalen. Valt dit te verenigen in één fiets?

Het merk geeft zichzelf in ieder geval de middelen. De veerweg neemt toe tot 160 mm voor en 150 mm achter en het frame heeft een kleine flip-chip met twee standen op de schokdemper om de geometrie te doen variëren.

Klein, maar heel goed doordacht: in vijftien of twintig seconden wissel je van de ene naar de andere positie, inclusief los- en vastdraaien! Nog beter, de manipulatie gebeurt met een inbussleutel van 6 mm, maar deze is al aanwezig op de fiets, in de afneembare hendel van de achterwielas.

Het is lang geleden dat we een flip-chip hebben gezien die zo gemakkelijk te gebruiken is en dat is iets uitstekends, hij nodigt je zelfs uit om hem te gebruiken tijdens lange uitstapjes in de bergen: hoge positie tijdens het klimmen en laag voor de lange afdaling na de picknick op de top!

Vergeleken met de oude Occam LT maakt de geometrie een sprong: de balhoofdhoek wordt vlakker naar 64 of 64,5° (-1 of -1,5°) en de zitbuis wordt rechtgetrokken naar 77 of 77,5°. Het bottom bracket komt hoger (-28 mm) of lager te liggen dan voorheen (-37 mm), afhankelijk van de positie van de flip-chip. Door de langere vork is de reach iets korter dan bij de Occam SL, maar nog steeds langer dan bij de vorige generatie: 455 of 460 mm in M ​​en een verschil van 25 mm tussen alle maten.

Op de link heeft het merk ook het ontwerp van de lagers en hun aanspanning herzien. Vanaf nu is het mogelijk om zelf de uitlijning te controleren en indien nodig aan te passen, om zo de beste werking en vooral een zo lang mogelijke levensduur te garanderen.

De toename van de veerweg gaat gepaard met een “overdimensionering” van bepaalde componenten. Van een Fox 34 Fit4 op de Occam SL gaan we hier over naar een Fox 36 met Grip- of Grip 2-cartridge, dus zonder blokkering maar met preciezere aanpassingen. Voor de schokdemper blijven we bij Fox en hebben we de keuze tussen een Float X met lucht of een DHX met spiraalveer. Ten slotte is het onderstel ook meer gericht op bergpaden, met robuustere wielen en banden met meer grip.

Door het identieke platform ligt het intrinsieke gedrag van de ophanging zeer dicht bij dat van de Occam SL (een beetje progressiever dankzij de grotere veerweg) en de taak om van de Occam LT een betere daler te maken, rust dan ook vooral op de schouders van de vork en demper.

Dit gamma bestaat uit vijf modellen. Net als bij de SL hebben de eerste drie een carbon frame, maar hier blijven de wielen op alle niveaus van aluminium. Net als bij de Occam SL blijven de prijzen correct.

  • Occam LT M-Team (€ 7.999): Fox 36 Grip2 Factory / DHX Factory, Sram GX Eagle AXS (ketting, cassette, shifter) / X0 Eagle AXS (crankstel, derailleur), Sram Code Silver-remmen, Oquo MC32 Team-wielen, Maxxis Minion DHF 2.5 Exo MaxxTerra-banden
  • Occam LT M10 (€ 5.999): Fox 36 Grip2 Factory / Float X Factory, Shimano Deore (ketting) / SLX (cassette) / Deore XT (derailleur, crankstel, shifter), Shimano Deore XT-remmen met 4 zuigers, Oquo MC32 Team-wielen, Maxxis Minion DHF 2.5 Exo MaxxTerra-banden
  • Occam LT M30 (€ 4.699): Fox 36 Grip Performance / Float X Performance, Shimano Deore (ketting) / SLX (shifter, cassette) / Deore XT (derailleur), Shimano Deore-remmen met 4 zuigers, Race Face AR 30-wielen, Maxxis Minion DHF 2.5 Exo MaxxTerra-banden
  • Occam LT H20 (€ 3.799): Fox 36 Grip Performance / Float X Performance, Shimano Deore (ketting) / SLX (shifter, cassette) / Deore XT (derailleur), Shimano Deore-remmen met 4 zuigers, Race Face AR 30-wielen, Maxxis Minion DHF 2.5 Exo MaxxTerra-banden
  • Occam LT H30 (€ 3.299): Fox 36 Grip Performance / Float Performance, Shimano Deore-aandrijving, Shimano MT420-remmen, aluminium wielen, Maxxis Minion DHF 2.5 Exo MaxxTerra-banden

In aluminium telt de Occam LT-reeks slechts twee modellen. Net als de Occam SL Hydro (de aanduiding van de aluminium modellen bij Orbea, vandaar de H in hun naam), profiteert de voorste driehoek van een hoogglansafwerking.

Gedeelde elementen

Omdat de Occam SL en Occam LT hetzelfde platform delen, delen ze ook een aantal nieuwe kenmerken met betrekking tot de constructie van het frame.

 

Ten eerste, en misschien wel het allerbelangrijkste, heeft Orbea gewerkt aan de insteeklengte van de telescopische zadelpen, zodat iedereen met de grootst mogelijke drop kan rijden. Zo is de maat S standaard uitgerust met een OC-model (OC staat voor Orbea Components) met een drop van 150 mm veerweg, terwijl de maat M recht heeft op 175 mm en de maat L op 200 mm. En nogmaals, we hebben het over de standaard montage van de seriemodellen.

Technisch gezien accepteren alle maten het OC-model van 230 mm. De rest is slechts een kwestie van beenlengte! Orbea heeft ook een tabel met minimum en maximum zadelhoogtes (trapas-zadel) voor elke zadelpenlengte ter beschikking, een hulpmiddel waarmee iedereen het model kan kiezen dat het beste bij zijn of haar behoeften past.

 

Nog een welkome nieuwigheid: de Occam is nu uitgerust met een beschermende vinylfilm die de meest blootgestelde delen van het frame bedekt, met als opmerkelijke uitzondering de verstevigingsarm in de voorste driehoek. Deze film wordt standaard geïnstalleerd op de carbon modellen en als optie aangeboden op de aluminium modellen (€ 99) en je hebt de keuze uit een glanzende of mat transparante afwerking. De bescherming kan zelfs gepersonaliseerd worden om een ​​beetje kleur of fantasie toe te voegen.

 

Nu we het over bescherming hebben, Orbea heeft het belangrijkste draaipunt van de ophanging versterkt. De lagers zijn nu dezelfde als op de Rallon-endurofiets en zouden een levensduur moeten hebben die twee tot drie keer langer is dan die van de lagers van de voormalige Occam. Ook de rubberen beschermingen zien er heel geslaagd uit.

Wat de praktische kant betreft, profiteert de Occam op zijn beurt van het Lockr-opbergvakje dat werd ingehuldigd op de nieuwste Rallon. Het werd terloops enigszins opnieuw ontworpen (grootte van de opening, mechanisme, gewicht) om een ​​betere toegang tot de binnenkant van de diagonale buis en een betere afdichting te bieden.

Het is te vinden op zowel de carbon als aluminium modellen en via het opbergvak heb je ook toegang tot de kabels die in de diagonale buis circuleren.

De kleine FLP-multitool die (eveneens) op de Rallon werd geïntroduceerd en vervolgens in 2021 op de Occam LT, werd behouden en bevindt zich nog steeds in het draaipunt van de link. Het brengt de vier meest gebruikte inbussleutels (2, 3, 4 en 5 mm) samen, waaraan de inbussleutel van 6 mm van de verwijderbare hendel van de achterwielas moet worden toegevoegd.

Aan de (minder) praktische kant verdwijnen de kabels en leidingen nu door de headset in het frame. Net als vorig jaar bij de Oiz gaf Orbea voor deze Occam toe aan de trend. Het merk verzekert echter dat het de zaken goed heeft gedaan door de levensduur van de lagers te maximaliseren en zo het onderhoud te beperken.

De bovenste lager wordt royaal beschermd en bovenal heeft Orbea gekozen voor een duurder model dan voorheen: de bovenste lager alleen zou 2,5 keer de prijs kosten van de complete headset van de oude Occam.

Aan de ene kant is een duurzamere lager goed, maar aan de andere kant vragen we ons af of het echt een goede zaak is. Een dergelijk verschil heeft zijn weerslag op de prijs van de fiets en aangezien de oude Occam niet echt problemen had met het balhoofd, vinden we dat we net zo goed af zouden zijn met een klassieke passage van de kabels en iets minder luxueuze lagers …

Ten slotte is het personalisatieprogramma MyO nog steeds actueel, op deze jaargang te beginnen vanaf de M10-modellen. Hiermee kan je de kleuren van jouw frame en, nieuw, jouw Oquo-wielen kiezen! Het wielenmerk dat Orbea vorig jaar lanceerde, heeft zich inderdaad bij het programma aangesloten en we hebben nu de mogelijkheid om hun kleur op dezelfde manier aan te passen als het frame.

Orbea Occam LT M10: de terreintest

Om de balans op te maken van deze veranderingen, nam Orbea ons twee dagen mee naar Bielsa, in het hart van de Spaanse Pyreneeën. Geen Occam SL op het programma, dit keer gaan we richting de toppen om de mooiste afdalingen op te zoeken en dat is het terrein van de Occam LT!

Ons testmodel is de Occam LT M10 – een van de modellen die waarschijnlijk het meest succesvol zal zijn met zijn Fox Factory-veringen en zijn Shimano Deore XT-groep – van € 5.999. Niet goedkoop, maar ook niet superduur. Het enige verschil met het seriemodel is dat Orbea de Maxxis Minion DHF-banden en hun kwetsbare Exo-karkas heeft ingewisseld voor een Assegai/DHR II-duo met een DH-karkas dat veel geschikter moet zijn om over de rotsen te rijden. We hadden zelf zo ver niet willen gaan, want banden met een Exo+-karkas hadden ook al veel interessanter geweest dan het standaard gemonteerde Exo-karkas, maar het merk heeft niet voor deze optie gekozen.

Voordat we beginnen af te dalen, moeten we eerst naar boven! Dit lijkt misschien futiel, maar toen we lange tijd te voet omhoog klauterden, merkten we dat de grote onderbuis goed op de rug rust en dat het niet nodig is om het stuur of de crank stevig vast te houden om te voorkomen dat de fiets wegglijdt. En gezien de portages die de door Basque MTB en Orbea bedachte route voor ons in petto had, is dat maar goed ook!

Serieuzer nu: de Occam LT trapt heel goed voor deze categorie. Bergpaden zijn altijd atypisch terrein en we kunnen het volledige bergopwaartse gedrag van een fiets er niet beoordelen, maar blindelings hadden we nooit kunnen vermoeden dat de fiets was uitgerust met banden met een DH-karkas.

Ondanks dit zware en aan het terrein klevende onderstel (maar aangepast aan de omstandigheden) heeft de fiets de juiste respons en voel je je niet gedwongen om tegen de machine te vechten om vooruit te komen. We bevinden ons ongetwijfeld in zijn speelterrein en we durven ons nauwelijks voor te stellen hoe het zou zijn met zachtere en lichtere banden van het type Exo+.

Bergaf kostte het me, net als Olivier bij de vorige Occam, wat tijd om mijn maat en instellingen van de veringen te vinden. Met mijn 1m79 en mijn voorkeuren voor de reach zit ik met de Occam LT precies de tussen de maten M en L in.

Gelukkig liet Orbea ons beide fietsen testen en … verrassend genoeg werkten beide. In maat M is de fiets erg dynamisch en gebruik ik de achtervering veel met mijn benen, wat behoorlijk veel vergt van het achterwiel. In maat L belast ik de voorkant gemakkelijker, de fiets is minder speels maar stabieler en kan met soepelere trajecten worden bereden. Beide leken mij echter geen voor de hand liggende keuze. Het is aan jou om te zien wat werkt (we hebben de keuze) of niet (niets is perfect), maar één ding is zeker: er bestaat geen “slechte” beslissing en ik heb nooit het gevoel gehad een fout te hebben gemaakt of dat ik een machine in mijn handen had die onmogelijk te besturen viel.

Qua demping verliep de eerste afdaling vanaf de top van de Pico Comodoto (2354 m) nogal ingewikkeld. Met de Float X en zijn originele instellingen had de fiets niet veel grip en de achterkant ‘plakte’ niet aan de uitdagende bergpaden zoals ik het zou willen. Echt een verrassing is dat overigens niet: de kinematica is al erg op het trappen gericht (denk eraan dat de anti-squat nooit onder de 100% komt) en de extra dynamiek van de luchtveer is er teveel aan. Ik heb de indruk dat de vering te veel naar XC neigt voor dit speelveld. Tegelijkertijd zit ik in  het laatste stuk van de afdaling, die veel speelser is en weg heeft van een gigantische pumptrack, meermaals aan het einde van de veerweg.

 

Bij de vorige Occam vond Olivier een oplossing door een grote token in de schokdemper te plaatsen om de druk iets te verlagen. Aangezien de vering niet echt veranderd is, twijfel ik er niet aan dat dit zal werken. Ik wil echter iets anders proberen en aangezien Orbea ook aanbiedt om een ​​DHX met spiraalveer op de fiets te monteren, is dit de kans!

Met de DHX ondergaat de fiets een metamorfose. Ik heb meer grip aan de achterkant, de fiets stuitert minder (binnen een bepaalde grens is de kinematica niet veranderd) en omdat een spiraalveer halverwege de slag ook meer steun biedt dan een luchtveer, bereik ik veel minder het einde van de veerweg. De verandering is zo radicaal (op een goede manier) dat ik absoluut geen reden zie om op dit bergachtige terrein met een luchtveer te rijden. Op minder veeleisende heuvels kan het anders zijn, maar hier is mijn keuze gemaakt.

Ik profiteer van enkele rotaties op hetzelfde stuk afdaling om de twee posities van de flipchip te vergelijken, aangezien ik sinds vanochtend in de hoge positie heb gereden (of ‘Low’ in de vocabulaire van Orbea, waar ‘Lower’ staat voor de lage positie). Het zal geen verrassing zijn dat ik deze nieuwe lage configuratie verkies om hard bergaf te rijden, maar er gaat geen nieuwe wereld voor ons open zoals bij de verandering van de schokdemper.

We waarderen wat dit met zich meebrengt, maar de fiets lijkt in de ene positie niet meer tot leven te komen dan in de andere, het is vooral een kwestie van persoonlijke voorkeuren en speelveld. Het voordeel is dat je heel gemakkelijk tussen de twee posities kunt schakelen, zodat we nooit aarzelen om van positie te veranderen en nog eens en nog eens, om te testen of om het beste te halen uit wat het systeem te bieden heeft. In zekere zin, zelfs zonder bediening op het stuur, leunen we dichter bij Canyon’s ShapeShifter aan dan bij de meeste flip-chips.

Na een prachtige avond aan de oevers van de Ibòn de Urdiceto, neemt de tweede dag ons mee in de voetsporen van de TransNomad, tussen spectaculaire portages, maansteenslag en eindeloze afdalingen vanuit afgelegen valleien. Nadat ik de dag ervoor mijn instellingen had gevonden, kon ik op deze dag het karakter van de fiets en zijn evolutie beter begrijpen in vergelijking met de oude Occam LT.

Vergeleken met zijn voorganger is de progressie zeer merkbaar en dankzij de evolutie van de geometrie hebben we veel meer vertrouwen in de nieuwe Occam LT. Aan de andere kant moeten we toegeven dat het doel ‘een fiets die capabeler is dan ooit en waarmee je zo snel kunt gaan als je wilt’, om de marketingtoespraak van Orbea te gebruiken, niet is bereikt. En het is geen kwestie van met woorden spelen, uiteraard zal een DH-fiets beter afdalen dan de Occam LT, maar zelfs in deze categorie van zeer veelzijdige 150/160 mm kennen we fietsen die efficiënter zijn bergaf.

Begrijp ons niet verkeerd: de Occam LT is een degelijke afdaler die gemakkelijk 90% van de rijders tevreden zal stellen. De geometrie is geruststellend en de vering doet zijn werk … zolang je maar niet te hard probeert te duwen, want daar bereiken we de grens van dit concept van één platform / twee heel verschillende fietsen. De Occam LT is afhankelijk van de ophanging van de Occam SL, die erg pedaalgericht is, en dit vertraagt ​​hem als je een bepaald niveau bereikt.

Orbea liet ons tijdens deze presentatie zien dat het de markt, de beoefenaars en de verschillende invloeden heel goed begrijpt, dus aan die kant gaat alles goed. Ofwel heeft Orbea een heel andere visie op downhill-prestaties dan de onze, wat mogelijk is, ofwel bereiken we simpelweg de huidige limiet van de Occam en de ophanging van de 2020/2024-versie.

Dit terzijde (we herinneren je eraan dat we het alleen hebben over de 10% beste piloten, 90% van de rijders zullen geen probleem hebben met deze Occam LT) bestaat er weinig twijfel over dat de Occam, SL of LT erg leuk zal zijn op een klein beetje minder veeleisend terrein. Het is misschien geen “mini-enduro” zoals sommige fietsen met dezelfde veerweg, maar het blijft een zeer veelzijdige machine, die in staat is om op absoluut elk terrein te rijden. Perfecte veelzijdigheid bestaat (nog) niet en elke fiets heeft altijd een slider die net iets anders is geplaatst dan die van de buren, maar ook dat maakt het interessant en geeft hen karakter …

Conclusie

Je hebt waarschijnlijk door het lezen van dit artikel al begrepen dat de nieuwe Occam LT-versie minder indruk op ons maakte dan 4 jaar geleden, maar dat komt vooral door de evolutie van de concurrentie. Orbea mist zijn doel als we op zoek zijn naar maximale downhill-prestaties, maar de Occam LT blijft een (zeer) goede fiets, die iets anders biedt vergeleken met andere 150/160 mm fietsen op de markt.

Waar steeds meer merken de neiging hebben machines te maken die heel goed naar beneden gaan, maar tevreden zijn om hun berijder mee te nemen op de beklimmingen, doet de Occam LT het tegenovergestelde. Ten koste van een iets minder ‘enduro’-gedrag tijdens afdalingen, maakt hij zelfs de langste beklimmingen plezierig en kan hij ongetwijfeld aanspraak maken op de titel van beste klimmer in de categorie. Orbea biedt ons een andere benadering van all-mountain en aangezien we graag de keuze hebben, is dat uitstekend!

Meer info via orbea.com

Foto’s Jérémie Reuiller

DoorLéo Kervran