Test nieuw | Scor 2030: de kleine fiets die het groots ziet

Door Léo Kervran -

  • Techniek

Test nieuw | Scor 2030: de kleine fiets die het groots ziet

De Scor-familie groeit! Twee jaar na de geboorte van het merk en het verschijnen van de eerste twee “platformen”, de 4060 en zijn e-bikeversie 4060 Z, onthult Scor vandaag een nieuw model: de 2030, een fiets met een sterk karakter om mee op avontuur te gaan of wat te spelen achter het huis. Na het succes van de 4060 is de druk op het jonge Zwitserse merk voor dit nieuwe model groot.

Lezers die ons van nabij volgen, herinneren zich vast wel dat we de nodige aandacht hebben besteed aan de geboorte van Scor. Zij die het merk nog niet moesten kennen, worden geëxcuseerd, het merk bestaat dan ook nog maar amper twee jaar. Oorspronkelijk was het slechts een klein alternatief project van een ingenieur en een designer bij BMC, maar het verhaal groeide geleidelijk uit tot het punt waarop een echt merk (ondersteund door BMC) werd gecreëerd. Wil je daar meer over weten, lees dan zeker dit artikel: Scor, de geboorte van een nieuw merk.

Terug naar de 2030! Zoals Mariano Schoefer, een van de “vaders” van Scor ons laat begrijpen, is de lancering van deze nieuwe fiets een bijzonder moment. Voor een jong merk is het lanceren van een ​​tweede model (of in dit geval een derde, aangezien er vanaf het begin twee waren) een teken van een zeker succes, maar het brengt ook zijn verwachtingen met zich mee. De 4060 heeft de Scor-filosofie gedefinieerd voor iedereen die ermee heeft kunnen rijden (lees Test | Scor 4060 LT GX: met de felicitaties van de jury), waardoor op alle modellen die volgen de zware taak rust om daar ook aan te voldoen.

Deze 2030 is dus een (zeer) veelzijdige trailbike die begiftigd is met veel karakter, als we de technische fiche mogen geloven: 120 mm veerweg achter, maar 140 mm vooraan en een balhoofdhoek van 64,5°!

Antoine Lyard, de productmanager, legt ons uit dat de 2030 twee doelstellingen moet vervullen:

  • aan de ene kant is het “zijn” droomfiets (waar de 4060 die van Mariano Schoefer is), een veelzijdige fiets die zijn of haar berijder overal mee naartoe kan nemen op dagtochten,
  • en tegelijkertijd is het ook een “playbike”, een zeer dynamisch en speels fietsje voor wie op zoek is naar een responsieve fiets.

In de woorden van Mariano wilde Scor “een fiets creëren die het trappen en klimmen plezierig maakt, terwijl hij het vertrouwen geeft om van de afdalingen te genieten en overal uitnodigt tot sprongetjes”. Kortom, een ​​”50% uphill en 70% downhill” fiets! Een ambitieus programma en om daaraan te voldoen moest het merk goed nadenken over het gebruikelijke drieluik geometrie/ophanging/stijfheid.

Voor de geometrie levert dit de bovenstaande tabellen op. Onder de belangrijkste afmetingen onthouden we een reach van 457 mm in maat “457” (equivalent van M, maar we herinneren je eraan dat Scor je laat kiezen op basis van de reach en de afmetingen, meer dan de maatreferentie), een balhoofdhoek van 64,5°, een korte liggende achtervork (429 tot 434 mm afhankelijk van de maat) en een zeer rechte zitbuishoek tussen 77,6 en 77,9°. Zoals gebruikelijk bij Scor is de stack laag (610 mm in maat 457): volgens het merk is het gemakkelijker om een ​​te laag front omhoog te brengen dan een te hoog front te laten zakken.

De fiets is voorzien van een balhoofdstel met omkeerbare cups om de balhoofdhoek te variëren.

Je zal merken dat de tabel twee rijen heeft voor het meten van de zitbuishoek: er is de meting op de marktreferentiehoogte van 750 mm, wat Scor ziet als de “reële” meting. 750 mm zadelhoogte is een gemiddelde waarde in maat L, maar dat is veel voor een S en niet veel voor een XL. Scor heeft er daarom voor gekozen om voor iedere framemaat de zitbuishoek op een andere hoogte te meten.

We merken ook op dat de 2030 in één maat meer verkrijgbaar is dan de 4060: de L en XL zijn “vergroot” om ruimte te maken voor een nieuwe “M/L” om de verschillen tussen de maten te verkleinen en zo het risico om tussen twee maten te vallen te verkleinen. Ten slotte merken we op dat de fiets is uitgerust met een balhoofdstel met omkeerbare cups om de hoek met 1° te variëren: 64,5° in liggende positie, 65,5° in rechtopstaande positie. De fiets zal in de lage positie worden verkocht en het is in deze configuratie dat Scor de 2030 heeft ontworpen.

Achteraan is de fiets zoals reeds gezegd voorzien van 120 mm veerweg. Daar dankt de fiets overigens zijn naam aan. Net als de 4060, die achteraan met een veerweg van 140 of 160 mm kan worden uitgerust, kan de 2030 met 120 of 130 mm veerweg op pad worden gestuurd. Antoine Lyard geeft aan dat het technisch mogelijk is om over te schakelen naar 130 mm (het volstaat om een vulring te verwijderen in de demper om van 47,5 naar 52,5 mm veerweg te gaan), maar dat de kinematica in de eerste plaats werd ontworpen voor 120 mm. Zijn advies? “Laat de fiets zoals hij is in 120 mm, rij erop en vraag jezelf bij de eerste onderhoudsbeurt af of je echt meer nodig hebt of dat je blij bent met zoals het is.”

De architectuur is vergelijkbaar met die van de 4060, met een virtueel draaipunt met de demper zeer laag geplaatst, maar de kinematica is herwerkt om zich aan te passen aan het beoogde programma. Het draait om drie punten:

  • een zeer laag draaipunt en een korte fiets,
  • een anti-squat die erg aanwezig is tijdens het trappen maar die snel induikt om de vering los te laten,
  • en een verhouding die compatibel is met spiraalveren en niet te lineair is, om voldoende ondersteuning te bieden aan rijders die hard op hun benen drukken.

In de cijfers vertaalt zich dit in een progressiviteit van 25%, een aanbevolen sag rond de 30% en een anti-squat rond de 100% bij doorzakking en aan de bovenkant van de cassette (65% aan de onderkant van de cassette, nog steeds bij doorzakking). Er wordt ons ook verteld dat de 2030 compatibel is met de meest voorkomende dempers met extra reservoir, zoals de Fox Float X en de RockShox Super Deluxe.

Het merk geeft ook aan dat het voor enigszins progressieve veerinstellingen heeft gekozen en geeft al enkele aanwijzigingen voor degenen die moeite hebben om heel de veerweg te benutten: als je een 2030 hebt met een RockShox-demper, kun je de oorspronkelijk geïnstalleerde token verwijderen. Bij een Fox-demper kan je de token van 0,8 inch³ vervangen door een kleiner exemplaar (0,2/0,4/0,6 inch³).

Een laatste belangrijk punt voor het gedrag van de fiets is de stijfheid. Bij Scor wordt enkel carbon gebruikt, maar zoals bij een aantal andere merken vandaag de dag gelooft men niet dat meer stijfheid altijd synoniem staat voor een betere fiets. De verticale stijfheid is aanwezig om de 2030 een goed trapgedrag te geven, maar zijdelings heeft het merk naar meer flexibiliteit gezocht. Zonder daarin te ver te gaan natuurlijk, maar genoeg om de Scor-spirit van een “verende fiets” te verkrijgen die de impulsen van de rijder teruggeeft zonder te destabiliseren en waarmee je kunt “carven” zoals op ski’s. Dit soort uitspraken klinkt soms een beetje hol, maar hier kunnen we heel goed begrijpen wat ze ons willen vertellen, aangezien dit precies een van de sterke punten van de 4060 is.

Toch was het niet gemakkelijk omdat het merk verschillende keuzes tegelijkertijd maakte die het beheer van de stijfheid bemoeilijkten: de twee zijden van de achterste driehoek zijn niet langer verbonden door een grote plaat vóór het achterwiel, terwijl we vooraan nu een opbergvak (dus een gat) zien in de schuine buis. Het was daarom noodzakelijk om andere onderdelen te versterken (de verticale staande buizen van de achterdriehoek, de bovenbuis) en nieuwe oplossingen te bedenken (de montage van de demper op de rocker). Al met al betekent dit alles dat Scor de 2030 aankondigt als homogener dan de 4060, waar we een relatief stijve voorkant en een veel flexibelere achterkant hadden.

Daarnaast is er grote vooruitgang geboekt op de praktische aspecten van de fiets. Zoals gezegd is de 2030 uitgerust met een echt opbergvak (de Stash Hatch) in plaats van een klein opbergvak onder de schuine buis. Het is niet het breedste vak dat we kennen, maar is toch erg handig, vooral omdat er altijd een reserve derailleurhanger bij zit en hij perfect in de vorm van de buis past. We waarderen ook de moeite die is besteed aan het tasje dat gemaakt is van waterdicht materiaal en voorzien van een flap om de ritssluiting te beschermen.

Scor heeft ook gewerkt aan de relatie met modder in het algemeen, een van de zwakke punten van de 4060. Op de 2030 mag modder zich niet ophopen rond de rocker zoals bij de grote broer en veel oppervlakken zijn herbeoordeeld of gesloten om water makkelijker te laten wegvloeien bij het kuisen. Tegelijkertijd profiteren de lagers van beter beschermende afdichtingen, die zowel sterker zijn als beter op hun plaats blijven.

Het merk heeft de aluminium assen van de eerste 4060’s, die te krap waren in het licht van de beproevingen waaraan bepaalde klanten de fiets onderwierpen, ingeruild ten gunste van robuustere stalen modellen. Bovendien is de hardware nu volledig toegankelijk vanaf de tegenovergestelde zijde van de aandrijving dankzij het gebruik van zelfborgende moeren. Het is niet langer nodig om het crankstel te demonteren om bijvoorbeeld de aanspanning van de rocker te controleren.

Ten slotte zul je gemerkt hebben dat de kabels niet door de headset gaan: “We zien er het nut niet van in”, zegt Antoine Lyard met een kleine glimlach. Nog beter: alles wordt zorgvuldig door de wanden van de verschillende buizen geleid. Dat maakt geen geluid en de kabel glijdt op natuurlijke wijze van binnen naar buiten zonder dat je hoeft te gaan vissen, wat wil je nog meer?

Zoals gebruikelijk bij Scor is de aankleding minimalistisch: alleen een logo met relïef in de kleuren van het frame op de stuurbuis en een plaatje aan de achterkant van de zitbuis zijn af fabriek aanwezig, verder wordt niets opgelegd. “Het gaat niet om ons, maar om de coureurs. We willen onszelf niet op de voorgrond plaatsen, maar ze zichzelf laten uiten”, wordt ons verteld.

Een mooie filosofie. Het merk wordt sinds het begin geassocieerd met het Franse Slicy, een specialist in framebescherming, en biedt verschillende kits aan die het frame zowel beschermen als een beetje kleur geven. Als je jezelf geïnspireerd voelt, houdt niets je tegen om zelf te tekenen wat er op jouw beschermingskit zal worden afgedrukt!

Het gamma bestaat uit 3 modellen en een framekit, met prijzen variërend van 4999 tot 8999 euro voor een complete fiets:

  • 2030 NX (4999 euro / 14,10 kg / kleur Not Yellow): RockShox Pike Select & Deluxe Select+, Sram Code R & NX Eagle, XDX-530 wielen, Maxxis Dissector/Rekon Exo 2.4″
  • 2030 GX (6999 euro / 13,60 kg / kleur Ice Blue): RockShox Pike Ultimate & Deluxe Ultimate, Sram Code RSC & GX Eagle, DT Swiss XM 1700-wielen, Maxxis Dissector/Rekon Exo 2.4″
  • 2030 X01 (8999 euro / 13,12 kg / kleur Sevruga Trip): Fox 34 Factory Grip 2 & Float Factory, Sram G2 Ultimate & X01 Eagle, DT Swiss XRC 1501-wielen, Maxxis Dissector/Rekon Exo 2.4″
  • 2030 Frameset (3299 euro / 3,36 kg / kleur Sevruga Trip): Fox Float Factory-demper

Scor 2030: de eerste test

Nu je alles over de fiets weet, gaan we op pad! Scor nodigde ons uit in La Bresse om de 2030 in reële omstandigheden te ontdekken. Daar kregen de fietsen (en de renners) alles voor de wielen geschoven. Snelle stroken door de modder, zeer veel stenen, wortels, leempaden, droog en heet weer, regen, … Genoeg om een ​​redelijk volledige eerste indruk van de machine te krijgen.

In het segment van fietsen met niet al te veel veerweg en die goed zijn in het opzoeken van hun limieten, is de concurrentie hevig: de nieuwste Santa Cruz Tallboy en Commencal Tempo komen meteen als beste uit de bus, maar we kunnen ook de Canyon Spectral 125 noemen, of de Evil The Following, Transition Smuggler en Scott Spark ST. Voor het merendeel fietsen met een uitstekende reputatie.

Toch onderscheidt de Scor 2030 zich vanaf het begin door een uitstekend trapgedrag: hij gaat snel en goed omhoog! De zithouding is comfortabel, zelfs op steile hellingen, er is respons vanuit de pedalen en je hebt niet het gevoel dat je aan de grond vastgeplakt zit of een te zware fiets voortsleept. We zitten echter op het aangekondigde tussenmodel (GX) van 13,6 kg, dus van een vedergewicht kunnen we niet echt spreken.

Deze 2030 is echt dynamisch tijdens het trappen, meer dan de meeste van de hierboven genoemde fietsen. De nogal rollende achterband helpt zeker, maar dat hoort tenslotte ook bij de fiets. Als we op zoek zouden moeten naar een minpuntje, lijkt het erop dat de vering niet de meest comfortabele is die we kennen. Deze lijkt behoorlijk stevig. We hebben echter alle nodige grip in de technische secties, dus hij doet zijn werk goed, alleen heeft hij een nogal “sportief” karakter.

En het mooiste is dat dit alles niet ten koste gaat van het downhill-gedrag. Met de balhoofdhoek van 64,5° waan je je op een all-mountain of kleine enduro en kun je precies op die manier rijden, zonder je ook maar een seconde zorgen te maken over de kleine veerweg achter.

Trouwens, welke kleine veerweg? De 2030 incasseert alles wat hem wordt aangeboden zonder terug te deinzen en met de originele demperinstellingen (in ons geval een RockShox Deluxe Ultimate) moet je zelfs een beetje werken om heel de veerweg te gebruiken. Scor wilde een fiets die stand houdt en niet crasht als een XC als je hem indrukt, en dat is gelukt! En met de geometrie die een levendige en wendbare achterkant combineert met een zelfverzekerde voorkant, kun je echt plezier beleven aan het loslaten van de remmen en het spelen met de lijnen: soms creatief, soms direct, de 2030 past zich aan alles aan.

De fiets komt goed op gang, ook al denken we dat hij misschien zelfs speelser zou zijn met een iets rechtere balhoofdhoek. We hadden niet de mogelijkheid om de 65,5°-configuratie uit te proberen, maar het is iets om te verkennen.

Zoals reeds vermeld, is het comfort een minpuntje. Bergop lijkt de vering van de 2030 behoorlijk stevig. De Santa Cruz Tallboy en waarschijnlijk de Scott Spark ST (van wat we weten van de Spark 900 en de Genius) zijn flexibeler en filteren beter, met als nadeel dat ze gemakkelijker het einde van de veerweg raken. Hier bevinden we ons meer op het niveau van de Canyon Spectral 125.

Er moet ook worden opgemerkt dat de Scor 2030 zich zeer goed zal aanpassen aan een meer solide bandenmontage. Het duo Dissector/Rekon in de Exo-uitvoering klopt qua programma en draagt ​​zeker bij aan het flatterende trapgedrag, maar als de klim voor jou niets meer dan een noodzakelijk kwaad is, kun je net zo goed iets zwaarders monteren om nog meer van de afdaling te genieten.

De remmenkeuze verdient alle lof: een Sram Code voor enduro/DH op een 120 mm fiets lijkt misschien overdreven, maar omdat deze remmen met de 180 mm Centerline-schijven gemakkelijk te doseren zijn, zijn ze perfect.

Je zou kunnen vrezen dat de nieuwkomer de 4060 ST zou overschaduwen, maar in werkelijkheid is dat niet zo omdat de twee machines heel verschillend zijn. Ook al is hij speels en gemakkelijk bergaf te plaatsen, toch is de 4060 ST iets zachter geveerd dan de 2030 en een minder goede trapper. Hij heeft alles van de perfecte kleine enduro voor het midelgebergte. De 2030 zal op zijn beurt echt schitteren op prachtige uitjes in de trail/all-mountain spirit.

Tot slot nog een woord over de keuze van de maat. Met 1m79 zit ik meestal tussen maat M en L en op de 4060 past de 459 mij perfect. Op deze 2030 had ik de gelegenheid om de 477 (“M/L”) en vervolgens de 457 (“M”) te proberen, en beide keuzes kunnen logisch zijn. De 477 is iets minder speels maar vergevingsgezinder, terwijl de 457 reageert op de minste vingerknip, maar als de voorkant begint te glijden heb je maar één kans om hem te herstellen … Als je favoriete reach tussen twee maten valt, weet dan dat er niet echt een slechte keuze zal zijn, maar dat alles mogelijk is en dat het vooral een kwestie van voorkeur is.

Conclusie

Deze 2030 is nog maar eens een schot in de roos voor Scor. Het merk mag dan nog jong zijn, toch kun je de ervaring voelen van de mensen die hem hebben ontworpen en dit nieuwe model wordt onmiddellijk als een veilige gok geplaatst in het wereldje van 120 mm fietsen die het groter zien dan hun veerweg. En als extraatje zijn de ‘kinderproblemen’ van de 4060 gecorrigeerd (assen, afvoer modder, bereikbaarheid van bouten). Het merk luistert dus duidelijk naar de feedback van de klanten. De enige kleine kritiek die we na deze test op de 2030 konden maken, is de ophanging, die een beetje comfort mist om echt perfect te zijn. Maar dat is slechts een detail en bovendien heeft het merk nooit verborgen dat de fiets niet voor iedereen geschikt zou zijn. Het feit dat we er zoveel van eisen, wil ook zeggen dat we de 2030 erg leuk vonden en we graag zouden willen zeggen dat hij geen gebreken vertoont! Hoe het ook zij, als je denkt dat dit kleine speeltje iets voor jou zou kunnen zijn en je je praktijk goed hebt begrepen, bestaat er geen twijfel over dat hij je heel veel plezier zal schenken.

Meer info via scor-mtb.com

Foto’s Dominique Müller & Thomas Knecht

DoorLéo Kervran