Test Ride #6: IRC, Selle Italia & Leatt
Door Olivier Béart -
In de rubriek Test Ride komen regelmatig drie korte en beknopte testen aan bod. Maar begrijp dit niet verkeerd, een beknopter artikel wil niet zeggen dat we deze testen minder serieus nemen. Integendeel, ze worden met dezelfde ernst en ijver uitgevoerd als onze andere testen waarbij de producten gedurende een langere periode door het team van Vojo onder de loep worden genomen.
Klik op de link hieronder om rechtstreeks naar de testverslagen te gaan:
Test Ride: IRC Mythos XC 29” 2018
Het Japanse IRC kende eind van de jaren 90 het nodige succes met vooral de befaamde Mythos XC Front en Rear. Nadien deemsterde het merk bij ons wat weg, maar IRC wil nu opnieuw een plaatsje veroveren op de markt en heeft daarvoor zijn mythische profiel in een modern jasje gestoken. Vojo kon de hand leggen op twee exemplaren van de nieuwe IRC Mythos XC (29×2.25″) om ze aan een test te onderwerpen en dit is ons verdict.
Het profiel van de IRC Mythos XC 29″ 2018 doet denken aan het model dat vroeger bedoeld was voor het voorwiel. Voorband en achterband delen vandaag hetzelfde profiel, zij het wel dat de band op het achterwiel in omgekeerde richting gemonteerd wordt. Wanneer we de band van dichterbij bekijken, valt het op dat de centrale noppen lager zijn dan in het verleden, terwijl de schoudernoppen net groter zijn geworden. De band legt duidelijk het accent op snelheid en rendement. Daarnaast moest hij veel zijdelingse grip bieden en op zo veel mogelijk verschillende ondergronden uit de voeten kunnen. De hier geteste versie is het tubeless ready topmodel (29″x2.25″) met een adviesprijs van 60 euro per stuk.
Een eerste aangename verrassing krijgen we op de weegschaal. De band die volgens IRC 700 gram zou wegen, weegt in werkelijkheid slechts iets meer als 650 gram. Daarmee zit hij in het goede klasgemiddelde en onze twee testexemplaren wegen, op een paar grammen na, exact hetzelfde, wat betekent dat er een goede constante zit in de productie. Dankzij de soepele bandhielen is het een koud kunstje om de banden te monteren en de tubeless banden vereisen geen grote inspanning om ze op te pompen. Wanneer we de schuifmaat bovenhalen, stellen we echter vast dat de band met zijn breedte van 54 millimeter (met een druk van 2 bar) dichter bij een 2.1 zit als bij een 2.25. Zelfs op 24 millimeter brede velgen lijken ze vrij smal.
In de lage, maar brede noppen zijn geen groefjes voorzien en op voorhand waren we dan ook bezorgd of ze wel voldoende grip zouden bieden. Die bezorgdheid was onterecht en daar zit de rubberkwaliteit voor iets tussen, want het soepele rubber biedt een fenomenale grip. De band kent een lage rolweerstand, vergelijkbaar met een Schwalbe Racing Ralph, en voelt zich overal thuis, of het nu op het droge is of op rotsen. Op rotsen en natte wortels merkten we vooraan een verbluffende zijdelingse grip op terwijl we met de achterband kunnen genieten van een optimale tractie. Zelfs in de modder trekt hij zich behoorlijk uit de slag. Het enige jammere is dat de band door zijn geringe breedte zijn ‘dempende’ rol ziet verkleinen. Gelukkig is het karkas soepel waardoor je gerust voor een bandendruk van 1.4/1.5 bar kunt kiezen (voor een biker van 75 kilogram) zonder dat dit penibel wordt. Maar het had natuurlijk nog veel beter geweest indien de band wat breder zou geweest zijn.
Voor diegenen die graag het hele jaar door met dezelfde band rondrijden en die het haten om hun banden te vervangen in functie van het weer, is deze band een aanrader. Na een test van negen maanden mogen we zeggen dat de nieuwe IRC Mythos XC 29 indruk heeft gemaakt qua lekbestendigheid en duurzaamheid. Nadat we de band grondig proper hebben gemaakt, zou hij zo terug in de verpakking kunnen om als nieuw verkocht te worden, en dat na een test van iets meer als 1000 kilometer. Dit hebben we nog niet veel meegemaakt, zeker niet bij banden die bedoeld zijn voor snelheid. Idem voor het lekrijden: enkel aan het einde van de test voelden we de band lichtjes aflopen. Dit kwam doordat de latex uitgedroogd was en zijn rol niet meer naar behoren uitoefende. De flanken zijn echter nog als nieuw en de kleine driehoekige verstevigingen tussen de noppen op het loopvlak doen hun werk uitstekend.
Verdict
De nieuwe IRC Mythos XC-banden hebben ons verbluft qua duurzaamheid en lekbestendigheid. Het rendement is uitstekend en ze zijn inzetbaar op veel verschillende ondergronden. Na afloop van de test zien de banden er nog als nieuw uit en dat is eerder zeldzaam. Het is duidelijk dat IRC een rubbersamenstelling heeft ontwikkeld van hoge kwaliteit. Het enige jammere is dat de band aan de smalle kant is. Het soepele karkas laat wel toe om met een lagere bandendruk te rijden, maar een iets bredere band had nog beter geweest. Om deze reden missen ze maar net onze vijf sterren, al zijn we fan van de banden. Deze nieuwkomer en het merk IRC verdienen het dan ook om wat bekender te worden.
Meer info op www.sabma.com
Test Ride: Selle Italia SLR SuperFlow
Selle Italia hoeven we natuurlijk niet meer voor te stellen, want het bedrijf mag dit jaar al 120 kaarsjes uitblazen. Het zadel-gamma van Selle Italia is zo uitgebreid dat het soms moeilijk is om het juiste zadel te vinden. Voor een uitgebreide test viel onze blik op een racemodel, de Selle Italia SLR SuperFlow. Hop, in het zadel …
Voeg daar nog de titanium rails aan toe en we bekomen een licht en comfortabel geheel. Een laatste detail dat onze aandacht trok, is de lederen Fibra-Tek-afwerking. Het lijkt alsof het geheel uit één stuk werd gemaakt, want we zien geen naden. Bij het zadel werd ook nog een doekje meegeleverd om je zadel op te blinken. Al vragen we ons bij dit laatste af of dit in tijden waarin we steeds meer eco-bewust worden, wel echt nodig is? Iedereen mag daar natuurlijk vrij over oordelen, maar het helpt wel om de glans van dit topproduct te bewaren. De prijs van het zadel mogen we met 239,90 euro best gepeperd noemen.
Het Selle Italia SLR SuperFlow-zadel is verkrijgbaar in twee maten (S en L). Ik koos voor een large en ik moest in het begin een tijdje wennen alvorens me goed te voelen op het zadel. Het herinnerde me eraan dat een nieuw zadel, en zeker een racemodel als deze SLR SuperFlow, steeds de nodige aanpassingstijd vergt. Tussen de small en large zit er in de breedte een verschil van een centimeter. Het breedste deel van de small bedraagt 135 millimeter, bij de large is dit 145 millimeter. De twee modellen zijn wel even lang: 275 millimeter. Om het juiste model te kiezen heeft Selle Italia een eigen meettoestel ontwikkeld, de IDMatch. Op de website van Selle Italia vind je heel eenvoudig de dichtstbijzijnde winkel die dit meettoestel in huis heeft.
De perfecte vorm van dit zadel laat toe om bergaf vlot achter het zadel te gaan hangen. Uiteraard gaat dit bij het smallere zadel nog iets makkelijker als bij het bredere model. Lange tochten zijn tegenwoordig minder mijn ding, maar de tijd die ik doorbracht op het zadel was er een zonder klachten. En ik had ook nooit te maken met een doof gevoel in mijn kruis. Een grote opening in het midden van het zadel staat niet altijd synoniem voor comfort, maar hier is dat wel het geval. Een zadel beoordelen is geen makkelijke opgave, omdat het een persoonlijk gegeven is. Toch durven we hier te stellen dat het zadel niet voor iedereen geschikt is. Dit zadel is bedoeld voor een intensief gebruik en getrainde billen die profijt kunnen halen uit de goede ondersteuning die het zadel geeft aan het bekken.
Verdict
Na een test van meerdere maanden stelde het Selle Italia SLR SuperFlow-zadel ons niet teleur. Onlangs merkten we op een instapmodel van Selle Italia dat de toplaag loskwam, maar de SLR SuperFlow doorstond de tand des tijds. Dat heeft het te danken aan de zeer goede kwaliteit van het leder en de schitterende afwerking. Rond de opening is het zadel nog niet vervormd, iets wat we op andere zadels wel al meemaakten. We hebben het zadel ook niet gespaard van de hogedrukspuit en zelfs dat heeft het met verve doorstaan.
Meer info op www.selleitalia.com
Test Ride: Leatt DBX 3.0 Enduro V2
Leatt is een jong Zuid-Afrikaans bedrijf dat in 2005 voor het eerst van zich deed horen met de Leatt Neck Brace, een brace die dient om de nek te beschermen. Niet in het mountainbiken, maar wel in het motorcrossen. In de loop der jaren ontwikkelde het merk zich verder en oriënteerde het zich meer op het mountainbiken. Vandaag biedt het een heel panel producten aan, gaande van knie- en elleboogbeschermers tot rugzakken, helmen en kledij. Voor ons was het de eerste keer dat we een product van Leatt mochten testen en die eer viel te beurt aan de DBX 3.0 Enduro V2-helm met een verwijderbare kinbescherming.
We zeggen ‘bijna’, want de helm mag dan wel een certificaat hebben dat hij getest is volgens de EN1078 en CPSC 1203-normen, voor downhill is hij niet gekeurd. Daar geldt de internationale ASTM 1952-norm. Moest je jezelf met deze helm aanbieden aan de start van een officiële DH-wedstrijd, dan riskeer je dat de wedstrijdcommissaris je de start verbiedt. Of erger nog, in geval van een ongeluk ben je in dat geval niet verzekerd zoals het moet. Je bent gewaarschuwd!
Onze Leatt DBX 3.0 enduro V2-helm maakt gebruik van een schaal uit polycarbonaat en een EPS-liner (uit polystyreen). Leatt doet geen beroep op de MIPS-technologie om het hoofd nog beter te beschermen, maar maakt gebruik van een gelijkaardig procedé. Die technologie is eigendom van het merk en luistert naar de naam 360 Turbine. We leggen het even uit: verspreid over het schedeloppervlak zitten er tien blauwe min of meer soepele ‘implantaten’ (Leatt duidt ze aan met de naam Turbine) die de opdracht hebben om de frontale en zijdelingse schokken op te vangen en de rotatiekrachten op de hersenen te elimineren (die vaak gevaarlijker zijn als de schok zelf) en dus de hersenen beter te beschermen bij een impact. We hebben het zelf niet uitgeprobeerd door met ons hoofd tegen de grond of tegen een boom te slaan, maar we vinden dit wel interessant.
Het stelsysteem aan het achterhoofd is zeer ergonomisch en dus ook met dikkere handschoenen makkelijk te verstellen. De kinbescherming moet je eerst in de helm klikken en vervolgens vastmaken met twee gespen. Er zijn niet minder dan 23 ventilatiegaten (18 in de helm en 5 in de kinbescherming) die het hoofd perfect ventileren. En dan is er de nog de magnetische Fidlock-sluiting. De Leatt DBX 3.0 enduro V2 is verkrijgbaar in volgende drie maten: small (51/55), medium ( 55/59) en large (59/63).
Een helm testen is niet zo makkelijk als het lijkt, iedereen heeft nu eenmaal een ander hoofd. Voor ons zat de DBX 3.0 enduro V2 echter meteen goed. En eens vastgeklikt en aangepast aan ons hoofd verroerde hij geen vin. Zelfs zonder de kinbescherming blijft hij stevig op ons hoofd zitten, ook al schudden we ons hoofd heftig heen en weer. Zijn comfort is naar onze mening een van de beste van de full face-helmen die we al getest hebben. Dankzij de voorbeeldige ventilatie zweet je amper in de helm.
Het vizier kan vrij hoog geplaatst worden, wat resulteert in een groot gezichtsveld en handig is wanneer je een goggle gebruikt. Bergop kun je die dan makkelijk naar boven zetten. Je hoeft de helm trouwens niet af te zetten om de kinbescherming te verwijderen, omgekeerd is dit al heel wat moeilijker. Na meerdere pogingen hebben we het opgegeven om de kinbescherming al rijdend terug op zijn plaats te zetten. Maar het is ook geen handicap om gewoon altijd met de kinbescherming rond te rijden, vermits deze voldoende geventileerd wordt.
Verdict:
We kunnen het moeilijk verstoppen dat we als een blok gevallen zijn voor de charmes van deze Leatt DBX 3.0 Enduro V2-helm. Deze helm mag van origine dan niet echt bedoeld zijn voor XC/Trail, toch is hij meer dan geschikt om te dragen tijdens lange tochten. Door dat dubbele gebruik wordt de prijs ook wat meer gerechtvaardigd. De Leatt vormt dan ook een geduchte concurrent voor zijn directe concurrenten Bell en Giro.
Meer info op www.leatt.com
[summary


