Appenninica MTB Stage Race: een totaalplaatje qua sfeer, omgeving en trails

Door Juul van Loon -

  • Staff pick

  • Sport

Appenninica MTB Stage Race: een totaalplaatje qua sfeer, omgeving en trails

De muziek is nog aan, maar het is een aflopende zaak. Rondom ons heen wordt het zwembadcafé waar we zojuist het finishen van de Appenninica MTB Stage race uitgebreid, herstel, zéér uitgebreid hebben gevierd, opgeruimd. Een Belgische deelnemer – hij heeft zich het laatste uur voorgenomen dat niet alleen hij, maar ook de rest van de overgeblevenen absoluut geen leeg glas bier in de hand mag hebben – doet nog een poging om een tafel terug de dansvloer op te schuiven. Over die tafel hebben we zojuist met een gezelschap van coureurs, vrijwilligers en locals een oer-Hollandse polonaise heen gelopen, dan wel gekropen. Met het oer-Belgische ‘Laat de zon in je hart’ van Willy Sommers op standje maximaal uit de speakers.

Het feest is de perfecte afsluiter van deze fantastische Italiaanse meerdaagse. Qua organisatie en parcours (daarover lees je zo meer) net zo onovertroffen als in het scheppen van de juiste sfeer. Met een vijfgangendiner en overdadig veel lokale wijn en een prijsuitreiking waarbij iedere finisher het podium op mag, groeit de ‘finisherparty’ uit tot de zevende etappe van de week. Zonder echte winnaar. Al zijn kartrekkers Hans Becking (die op de MTB oppermachtig het eindklassement heeft gepakt) en de Belgische tafelschuiver (hij is vol trots gefinisht) daar allebei dichtbij.

Zelf duik ik niet veel later moe maar voldaan mijn slaapzak in, in de slaapzaal waar we ook deze nacht nog gebruik van mogen maken. Ik deed voor de derde keer mee aan de Appenninica MTB Stage Race en had zeker niet minder plezier dan de vorige twee keer. Door die ijzersterke organisatie, die heerlijke ambiance (met relatief veel Nederlanders en Belgen aan de start) en een altijd vernieuwend en haast perfect parcours. Maar zeker ook omdat ik – ja, ouder worden heeft zo zijn voordelen – voor het eerst in mijn fietscarrière mocht ervaren hoe het is om te strijden voor een leiderstrui. Al is het maar een simpel stukje textiel, ik heb de afgelopen zes dagen veel gegeven voor het groene shirt van het Masters 40-klassement.

Die strijd begint op zondag 4 september in Castelnovo ne’ Monti, een plaatsje van 10.000 inwoners ter hoogte van Bologna in de provincie Reggio-Emilia. Het staat bekend om de rots Bismantova, een gigantische stenen ‘tafel’ die hoog boven andere heuvels uittorent. Meestal finisht de Appenninica MTB Stage Race hier, maar dit jaar rijden we het parcours de andere kant op en rijden we eerst hier een lus. Dat betekent een intensieve eerste etappe van 57km en 1900hm met niet al te lange, veelal steile beklimmingen.

En, als elke dag in deze meerdaagse, listige afdalingen. Te beginnen in de eerste kilometers, waar we met een heel peloton een flowige, stoffige trail afduiken. Geen ideale, wel een spectaculaire start. Daarna gaat het meteen volle bak. Ik weet dat ik mee kan spelen om de prijzen in mijn categorie, maar ook dat ik pittige tegenstanders heb. Zoals de Duitser Holger Schaarschmidt, die me klopte in de strijd om het podium in de Alta Via Stage Race. Maar vooral: de Franse oud-olympische kampioen Miguel Martinez. Een ding weet ik zeker: die gaan allebei veel beter sturen dan ik.

Dat blijkt ook deze dag. We rijden in de buurt van elkaar, maar als we een prachtig kasteel passeren en we al heel wat trails onder onze wielen hebben gehad, zijn ze allebei uit zicht. Totdat we richting de rots van Bismantova klimmen en ik in de verte twee bekende stipjes voor me zie rijden. Martinez heeft zijn kruit duidelijk verschoten en haal ik in, Schaarschmidt – Holgèr vanaf nu – heeft als hij me van achter ziet naderen nog wat in de tank om me nipt voor te blijven.

Voor de tweede etappe zijn de verschillen dus klein. En dat is meteen de koninginnenrit, van 89km en 3250hm. Al is daar in het begin weinig van te merken. Als ik (met mijn concurrenten) in een grote kopgroep de startklim heb overleefd, kruipt bij Martinez het koersbloed waar het niet gaan kan. Hij demarreert. De leiders in de reguliere categorie zijn niet van plan hem terug te halen, dus moet ik aan de bak. Met Holgèr, en daarna ook alle andere coureurs in de kopgroep, in mijn wiel.

Alhoewel we in het begin (vooral naar beneden) nog allemaal in de buurt van elkaar rijden en ik samen met Holgèr op de eerste lange beklimming nog lang bij de leiders aanhaak, wordt deze dag vooral een dag van een eenzame strijd tegen elkaar. En daar geniet ik met volle teugen van, ook omdat ik mijn concurrenten allemaal achter me laat. We rijden veel bekende stukken van eerdere edities, maar dan de andere kant op. De vergezichten blijven schitterend, al kijk ik meer achterom om te kijken hoe groot de verschillen zijn. De paden over bergkammen – signature trails van deze wedstrijd – zijn weer om van te smullen. Al moet je soms een stukje lopen én staat er een straffe wind dwars over, en is het oppassen geblazen. Ik kom in een cadans van tegen het randje aan omhoog rijden, en zo hard mogelijk, maar op safe naar beneden. Het is na 4u49 voldoende om met anderhalve minuut voorsprong op Holgèr en meer dan twintig minuten op Martinez de etappewinst te pakken.

De groene trui die ik die avond in het klooster van Fiumalbo om mijn schouders krijg gehangen geeft veel moraal. Voor het eerst mag ik in een leidershirt een etappe gaan rijden. Ik weet ook dat ik de buit nog niet binnen heb. Technisch gezien is de lus die we vandaag gaan rijden niet de lastigste van de week, maar de rit is nog altijd 79km en 2550hm. Het wordt onverwachts een dagje ‘Grande Casino’. Dat begint al op de startklim, waar voorin het veld wordt gedemarreerd. Mijn teamgenoot Bart en ik proberen aan te haken en vervolgens proberen we met zijn tweeën Holgèr op afstand te zetten. Het zijn hectische kilometers, over lastige paden door bergweides, bossen en skipistes. Het is opletten geblazen, ook om het juiste parcours te volgen.

,,Rechts,rechts”, roep ik tegen Bart en ik schiet over een paar lastige rotsen het volgende pad in. Mijn teamgenoot is al van de fiets af, en loopt totaal de verkeerde kant op, achter de Oostenrijker aan waar we mee op pad zijn, een steile bergwand omhoog. Die Oostenrijker is van het type dat het kopwerk niet schuwt, maar één standje kent (maximaal) en misschien daarom ook wel met werkhandschoenen koerst. We rijden nog even met zijn drieën, maar waar Bart op klim twee zijn wiel wel kan houden, moet ik voor mijn eigen tempo kiezen.

Net als een dag eerder ben ik vervolgens alleen op pad met mijn powermeter. Ik duw mezelf zo hard mogelijk naar boven en probeer zo goed mogelijk naar beneden te komen. Niet de meest technische etappe van de week, betekent in de Appenninica nog steeds een groot aantal trails. Op een lange gravelsectie lig ik even in de clinch met twee 4x4’s waar ik achter vast kom te zitten. Niet veel later is er opnieuw hectiek, als ik onverwacht word ingehaald door de nummer drie en vier van het algemene klassement, die beiden een verkeerde afslag hebben genomen en aan een inhaaljacht bezig zijn. Ik probeer even aan te haken, maar dat is tevergeefs.

Vlak voor het ingaan van de laatste lastige downhill, de aanloop naar de steile slotbeklimming, hoor ik dat ik meer dan vijf minuten voorsprong heb op Holgèr. Dat blijken er op de streep zelfs tien te zijn, onder meer omdat mijn concurrent onderweg óók een verkeerde afslag heeft genomen. Martinez heeft de handdoek voor het klassement helemaal in de ring gegooid.

De groene trui zit dus stevig om mijn schouders voor de etappe richting Fanano (62km/2350hm). Die eindigt met bekende stroken en die boezemen me wel wat angst in. Stevig namelijk, met downhills over oude Romeinse paden met alles behalve gelijkliggende stenen. Het wordt een beetje hetzelfde scenario als een dag eerder. Met Bart, de man met wie ik twee maanden eerder nog de Transalp reed, kom ik een stilhijgend akkoord overeen. We werken de eerste tweederde van de etappe samen.

Een foto waar ik tijdens mijn eerste deelname over de eerste top van vandaag rijd, hangt in mijn woonkamer. Says enough. Het is vooral vanwege de kleuren in de bergen, die in deze nazomer ontzettend mooi zijn, dat ik dit een van de mooiste passages van deze etappewedstrijd vind. We beklimmen deze top nu alleen van de andere kant en dat blijkt niet per se makkelijker te zijn. Op een stenen hobbelpad moeten Bart en ik allebei een stukje lopen. Al is de omgeving nog zo prachtig, we hebben er allebei even geen oog voor.

Daarna dender ik in het wiel van Bart ruim tien minuten een heerlijke downhill van het bikepark van Sestola naar beneden en hou ik met moeite zijn wiel in de asfaltklim naar het begin van het bekende, maar lastige einde. Daar kies ik mijn eigen tempo. Door vermoeidheid daal ik niet al te best meer. Van de zes minuten voorsprong die ik op de top op Holgèr heb, blijven er aan de finish nog drie over. Oef, maar m’n missie is geslaagd.

‘Pipo Yeah’, vernoemd naar de lokale routebouwer, heette de lus rondom Fanano die voorgaande jaren altijd onderdeel was van de Appenninica MTB Stage Race. In etappe vijf (61km/2500hm) rijden we van Fanano meteen door naar Vidiciatico en heet de etappe ‘Appenninica Distilled’, maar de eerste 45 kilometer zijn nog steeds hetzelfde. Geen straf, want het is misschien wel het mooiste wat deze meerdaagse te bieden heeft qua trails en alleen daarom al het afreizen naar deze schitterende Italiaanse streek waard. Eén voordeel ook: ik weet precies wat er komt. Dat zijn twee lekkere beklimmingen, maar vooral ook lange en lastige afdalingen. Vanaf de tweede top duurt het bij elkaar (met wat tussendoor klimwerk) haast een uur om helemaal beneden te komen.

Het patroon is hetzelfde als de dagen hiervoor. Bergop kan ik genoeg verschil maken op Holgèr, opnieuw ook met dank aan Bart. Door de marge die ik in de etappe én in het Master-klassement heb, zit ik meer ontspannen op de fiets dan de dagen ervoor. De ultieme ridgetrail, het begin van de langste afdaling, beleef ik optimaal. Het pad is letterlijk de ruggengraat van Italië – theoretisch zou je links de Adriatische Zee en rechts de Tyrheense Zee moeten kunnen zien. Ware het niet dat het daarvoor wel heel helder zou moeten zijn én je ook nog op het singletrackje voor je moet kijken.

Maar er is zoveel meer moois in deze rit. Van de donkere, gladde eerste afdaling die in een onherbergzaam dorpje uitkomt, tot de afwisseling van downhill twee. Want na de ridgetrail is het een aaneenschakeling van alle soorten en maten paden. Het blijft, blijft maar gaan.

Minder mooi: het einde. De laatste tien kilometer naar de streep, vooral bergop, zijn een ware kwelling. Eerst omdat de klim veel lastiger is dan gedacht. Steil, slecht lopende paden, warm vooral ook. Ik zit niet echt met plezier meer op de fiets maar durf geen gas terug te nemen. Maar goed ook, want vlak voor de finish gaat het helemaal mis. Eerst mis ik door het inhalen van een auto een afslag. Omdat ik dat pas laat zie, verspeel ik bijna drie minuten. Vlak voor de finish betekent een harde knal uit het niets het einde van mijn achterwiel. Met nog twee kilometer te gaan is de velg, wonderbaarlijk genoeg in een niet al te gekke afdaling, volledig doormidden gebroken. Steppend, voorzichtig trappend en al rennend haal ik de streep. Van de bijna tien minuten voorsprong die ik op driekwart van de etappe op Holgèr had, blijft er nog één minuut over.

Gelukkig is de marge met alleen de relatief korte laatste etappe rondom Vidiciatico  (36km/1500hm) nog in het verschiet, ruim een kwartier. Met een reservewiel achter in m’n Orbea Oiz heb ik in het startvak daarom maar één missie: die groene trui veilig naar de finish brengen. Ik geef nog een keer alles op de startklim, maar rijdt vervolgens alles op safe naar beneden. Ik wil niet meer vallen, niks meer kapot rijden. Miguel Martinez vindt op het XC-achtige rondje (met lokaal aangelegde downhills) zijn vibe van het verleden weer wat terug en wint de rit. Achter Holgèr word ik derde. Ruim voldoende voor de eindzege.

En die vier ik, samen met de andere deelnemers, organisatie, vrijwilligers en supporters die avond in de ‘kantine’ van het lokale zwembad van Vidiciatico. De traditionele kers op de taart van de meest complete meerdaagse mountainbikewedstrijd van Europa, in ieder geval die ik heb gereden. Ben je op zoek naar het totaalplaatje qua sfeer, omgeving, trails, koers, overnachting (zowel slaapzaal, campers als hotels zijn perfect geregeld), zwaarte en prijs dan is de Appenninica MTB Stage Race de wedstrijd waar je een keer aan mee moet doen.

In 2024 vindt de Appenninica MTB Stage Race plaats van 2 tot en met 7 september. Waar de Grand Départ zal plaatsvinden, is ondertussen gekend, want de keuze viel op Bologna, de stad die eerder ook al de Giro mocht ontvangen en dit jaar ook de Tour de France ziet langskomen. Meer info en inschrijven via www.appenninica-mtb.com.

Foto’s copyright The Outdoor Lab

DoorJuul van Loon