Duurtest | Een seizoen met de Shimano XTR 12-speed

Door Christophe Bortels -

  • Techniek

Duurtest | Een seizoen met de Shimano XTR 12-speed

Iedereen keek reikhalzend uit naar het antwoord van Shimano op de Sram Eagle … en dat antwoord liet langer op zich wachten dan voorzien. Ondertussen liggen de bevoorradingsproblemen achter ons en is de XTR 12-speed in de rekken voorhanden! Maar hoe zit het nu met de betrouwbaarheid en duurzaamheid? En werkt alles ook naar behoren? Na een test van 5 maanden en een duizendtal kilometer is dit ons verdict.

Om de nieuwste telg van zijn mythische groep aan ons testpanel toe te vertrouwen, pakte Shimano de zaken dit keer iets anders aan. In de plaats van (zoals normaal het geval is) ons een complete groep te bezorgen die we zelf dienen te monteren, stelden de Japanners ons een complete fiets ter beschikking – een Ibis Ripmo (145/160 millimeter) – die is uitgerust met de complete XTR-groep, inclusief 4-zuigerremmen en naven. De overige onderdelen komen van PRO, eveneens uit de stal van de Shimano-groep. Binnenkort komen we in een andere review nog terug op de Ripmo en enkele onderdelen van PRO, maar we kunnen al zeggen dat de Ripmo een veelzijdige fiets is die ideaal bleek om de XTR-groep te testen.

De fiets werd vooral ingezet rond het Gardameer, in Finale Ligure, op de specials van de Enduro World Series in Val Di Fassa, in Verbier, in de Beaufortain en rond de Semois … Een best heftig en gevarieerd terrein dus, met na afloop stipt 1023 kilometer op onze teller. Genoeg om ons een mening te vormen over wat de XTR 12-speed in zijn mars heeft. Is hij zijn glorieuze voorgangers waardig die reeds 30 jaar vele mountainbikers doet dromen? Voldoet hij aan onze (en jullie) hoge verwachtingen? Hieronder lees je onderdeel per onderdeel wat we ervan vinden.

Crankstel: met een schoonheidsfoutje

We beoordelen het niveau van een fiets in het gamma vaak met een blik op de achterderailleur. We kozen echter om dit overzicht te beginnen met het crankstel en dat doen we niet omdat het net dit onderdeel was dat voor serieuze vertragingen zorgde bij de levering van de groep, maar wel omdat het volgens ons het middelpunt van de groep is. Wat een pronkstuk! De looks van de achterderailleur zullen velen misschien onverschillig laten, maar het XTR 12-speed crankstel weet wel alle aandacht naar zich toe te trekken met een kettingblad en traparmen waarbij zwart en chroom harmonieus in elkaar overvloeien. We zouden bijna schrik krijgen om het materiaal te gebruiken, bang dat we zijn om alles te beschadigen.

Ons testexemplaar werd pas gemonteerd toen we al 500 kilometer op de teller hadden staan met de rest van de groep – het voorlopige MT900-crankstel maakte tot dan toe de dienst uit op onze Ibis – maar de traparmen (die niet beschermd worden door wat dan ook) vertonen na afloop van onze test hier en daar al de nodige slijtagesporen. Nochtans zorgt onze combo van Time-pedalen en Shimano-schoenen voor slechts beperkte wrijvingen. Op andere testfietsen die onze redactie passeerden, is het nog veel erger. Deze slijtage valt moeilijk te accepteren op een dure groep als de XTR, iets dat we eerder ook al opmerkten op de vorige Di2 11-speed. Jammer …

Vooral omdat we technisch niets kunnen aanmerken op het crankstel. Shimano maakt niet langer gebruik van twee bevestigingsschroeven, maar wel van een centrale schroef. Dit is eenvoudiger, intuïtiever en sneller. Een grote moer – die met de hand moet aangedraaid worden – is verantwoordelijk om de traparm tegen de lager van het bottom bracket te duwen om speling tegen te gaan.

Door het Direct Mount-systeem van Shimano is van kettingbladen wisselen kinderspel. Je moet nog steeds het crankstel verwijderen, maar het duurt slechts enkele minuutjes. Of toch wanneer je over de specifieke Direct Mount-tool van Shimano beschikt (TL-FC41). Voor de XTR 12-speed heb je de keuze uit kettingbladen met 30 tot 38 tanden. We begonnen de test met een kettingblad met 34 tanden maar omdat we liever met een klein koffiemolentje rondrijden, schakelden we al snel over op een exemplaar van 32 tanden. Dit is een persoonlijke voorkeur die je natuurlijk ook moet afstemmen op de cassette. De tanden van het kettingblad zijn vrij hoog en het tandprofiel dat Shimano gebruikt zorgt ervoor dat de ketting mooi rond de tanden grijpt. Alvorens we een kettinggeleider monteerden, vooral met het oog op enkele wedstrijden waaraan we deelnamen, hebben we ook een tijdje zonder rondgereden. Nooit sprong de ketting van het kettingblad.

We geven nog even mee dat we de ‘enduro’-versie van het XTR-crankstel getest hebben (M9120). Het verschil zit hem in de q-factor van 168; er is ook een exemplaar met een q-factor van 162 verkrijgbaar (M9100). Voor de traparmen heb je de keuze uit een lengte van 165, 170 of 175 millimeter.

Bottom bracket: niets te melden

Over het bottom bracket – van het BSA-type met schroefdraad (een breedte van 68 of 73 millimeter) op onze Ibis Ripmo – hebben we niet veel te vertellen. De trapas draait misschien niet meer zo vloeiend als op de eerste dag, het zal toch niet veel schelen. Ook het bottom bracket vereist specifiek gereedschap voor montage en demontage (verschillend met de lange platte sleutel die Shimano normaal gebruikt).

Achterderailleur: onder spanning

Spanning? Is dit een elektrische aandrijving misschien? Nee hoor, Shimano raadt aan dat je best kan schakelen terwijl je voldoende spanning zet op de ketting, je mag dus niet stoppen met trappen.

We ondervonden dit wanneer we op een te grote versnelling totaal verrast werden door een steile helling. Zonder erbij na te denken tikten we tegen de shifter, en zonder tegenpruttelen zorgde de derailleur ervoor dat de ketting snel en efficiënt naar een kleiner kransje sprong. Omgekeerd een tandje zwaarder schakelen, verloopt al even vlot. Shimano lijkt met deze nieuwe derailleur de succesformule gevonden te hebben om geometrie en stijfheid met elkaar te rijmen.

We hebben nooit problemen ondervonden met de lange kooi van de derailleur (er bestaat ook een minder lange kooi voor een 2×12 aandrijving) die achter uitstekende rotsen of takken zou kunnen blijven hangen. Ook niet met de rest van de derailleur trouwens en na afloop van onze test merken we slechts hier en daar enkele krassen op. De derailleurwieltjes draaien nog perfect. Enkel het plastic hendeltje om de kooi te blokkeren – om zo het achterwiel makkelijker te kunnen verwijderen – ziet er wat goedkoop uit. Afwachten hoe dit de loop der tijd zal overleven. Nog een tip, aan de achterkant van de kooi zie je bovenaan een merkteken. Wanneer je dit gelijkzet met de bovenkant van de tanden van het grootste kransje, kan je de derailleur perfect uitlijnen. Goed gezien van Shimano!

Shifter: ergonomie op punt, maar …

Schakelen hangt niet enkel van de derailleur af, er is nog een tweede belangrijk element aan het andere eind van de fiets: de shifter! Die van de XTR 12-speed heeft een zeer korte slag (die zelfs wat aanpassingstijd vergt om slechts één versnelling per keer te schakelen), de mogelijkheid om met slechts een beweging van de duim meerdere versnellingen kleiner te schakelen en kleine rubber inserts voor meer grip van de duim. Dankzij de I-SPEC EV-versteller kan de shifter in de optimale positie gezet worden naargelang de individuele voorkeuren van een grote verscheidenheid aan fietsers. Wat kan je nog meer verlangen?

Met de duim kan je nog steeds in de twee richtingen schakelen, maar daarnaast kan je ook met de wijsvinger zwaarder schakelen. Handig wanneer je volop aan het sprinten bent met het hoofd diep over het stuur en de polsen naar voren gekanteld.

Maar … tussen al dit moois zit er ook een ‘maar’. Een tiental jaar geleden stond Shimano synoniem voor een zijdezachte werking in vergelijking met de shifters van Sram. Toen Shimano in 2015 de nieuwe XT 11-speed uitbracht, kregen de shifters een hardere feeling, net zoals bij Sram. Dat is ook het geval bij de XTR 12-speed. Te hard zelfs, want je lijkt wel een extra inspanning te moeten leveren om te kunnen schakelen. Komt het door het gekozen materiaal of omdat het concept eerder op duurzaamheid mikt? We weten het niet, maar de globaal genomen uitstekende prestaties van de aandrijving worden er toch wat door verstoord. En het valt nog meer op wanneer je net overstapt van een fiets die is uitgerust met een Eagle-groep. We moeten er wel bij vertellen dat dit gevoel minder nadrukkelijk aanwezig is op de kleine broer, de Shimano XT 12-speed …

Cassette: het belang van de schakelstappen

Laten we het meteen hebben over het onderwerp dat schrik kan doen aanjagen, het freewheel. De XTR 12-speed maakt gebruik van een nieuw type freewheel, Micro Spline genaamd. Een nieuwe standaard dus. En nee, niet alle fabrikanten van naven bieden al een freewheel aan dat compatibel is met een Shimano 12-speed cassette. Shimano heeft de toegang tot het brevet versoepeld, dus hopelijk zien we binnenkort het aanbod groeien. Maar de overstap was noodzakelijk (net zoals bij Sram ten tijde van zijn XD) om een kransje van tien tanden te kunnen monteren. Dit kransje is namelijk te klein en past niet op een traditioneel freewheel van Shimano. Aan de andere kant van de cassette steekt Shimano er nog een tandje bij in vergelijking met de Sram Eagle. We tellen hier 51 tandjes op het grootste kransje tegenover 50 bij de Amerikanen. Het bereik bedraagt dan ook 510% tegenover 500%.

We zouden liegen moesten we hier verkondigen dat we die 10% extra op het terrein voelen, maar Shimano pakt wel uit met een mooiere verdeling van de schakelstappen. Daar waar Sram ‘gewoon’ een kransje van 50 tanden toevoegde aan een bestaande 11-speed cassette – met als resultaat de volgende schakelstappen: 10-12-14-16-18-21-24-28-32-36-42-50 – komen de Japanners met het volgende: 10-12-14-16-18-21-24-28-33-39-45-51. Je ziet meteen dat de eerste 8 schakelstappen identiek zijn en dat het verschil pas merkbaar is bij de laatste kransjes. Op de Eagle komen er na het kransje met 28 tanden 4 stuks bij, vervolgens nog een keer 4 en een keer 6 om te eindigen met een sprong van 8 tanden tussen de laatste twee kransjes. Op de Shimano 12-speed gaat het van 28 tanden naar 33, een verschil van 5 tandjes. Vervolgens verspringen we telkens met 6 tandjes. Iets progressiever dus en dat voelt op het terrein meer naturel aan zodat je bergop een egaal trapritme kunt behouden.

Met 1000 kilometer op de teller zien we – zeker op het grootste kransje – de eerste slijtage opduiken. Maar niets alarmerend, want de tanden (met een Hyperglide+-profiel) kunnen er nog gerust een winter tegen, of misschien zelfs meer. De drie laatste aluminium kransjes zijn wel een deel van hun mooie kleur kwijtgespeeld, iets dat we vaker zien bij zwarte cassettes.

Er bestaat ook nog een XTR 12-speed cassette met andere schakelstappen – gaande van 10 tot 45 tanden – voor de versie met een dubbel kettingblad. Nog een laatste belangrijk detail: wanneer je de cassette monteert, mag je niet vergeten om achter de cassette een fijne plastic spacer te plaatsen op het freewheel. Dit wordt jammer genoeg vaak vergeten, ook op fietsen die in de fabriek met een XTR worden gemonteerd. Zonder deze spacer kan er immers speling of een krakend geluid optreden. Het is maar dat je het weet!

Ketting: nog niet aan het einde van zijn Latijn

In tegenstelling tot de cassette, vertoont de XTR 12-ketting slechts weinig slijtage. Ons tooltje meet een slijtage van minder dan 0,5%, de ketting kan dus nog wel wat kilometers mee. Ook over de stevigheid hebben we niets te klagen. We gingen steeds op pad met een snelsluiting, maar die hebben we (gelukkig) nooit nodig gehad. In tegenstelling tot wat je zou kunnen vrezen, zijn de 12-speed kettingen dus niet brozer of minder duurzaam dan andere kettingen.

Remmen: ergonomisch en krachtig

De Shimano-remmen mogen dan wel ergonomische remgrepen hebben en makkelijk te ontluchten zijn, toch wisten ze ons de laatste jaren zelden helemaal te overtuigen. Een van de terugkerende problemen was de onvoorspelbare slag van de remgreep: het ene moment had je te maken met een direct bijtpunt en op een ander moment moest je de remgreep helemaal tot het stuur trekken om te kunnen afremmen. Dit probleem dook in het verleden zowel op de XT-remmen als de XTR-exemplaren op (XC of Trail) en zelfs op de Saint. Kortom, niet echt aangenaam en slecht voor het nodige vertrouwen …

Op de nieuwe XTR-remmen, in ons geval met 4 zuigers, was dit euvel gelukkig verdwenen! Het bijtpunt en de slag gedroegen zich tijdens onze test mooi constant, zonder abnormaal gedrag. De ergonomie van de iets bredere remgrepen is nog steeds perfect wanneer je met een vinger remt. De afstand van de remgreep tot het stuur kan bijgeregeld worden.

Toen Shimano de nieuwe XTR-remmen voorstelde, verkondigde het merk dat de remkracht identiek zou zijn aan die van de Saint-remmen (voor downhill). We hebben ze niet op een testbank gelegd en dus is het moeilijk om dit te verifiëren, maar dat ze krachtig remmen kunnen we beamen. Wat we met zekerheid kunnen zeggen, is dat ze beter te doseren zijn. De remkracht neemt toe naarmate je de remgreep verder intrekt. Je hebt dan ook minder risico dat je bij de minste tik tegen de rem over je stuur gekatapulteerd zult worden, en wanneer je wat harder remt zal je in geval van nood toch tijdig kunnen stoppen.

De remblokjes zijn makkelijk te roderen. We wisselden de originele sintered remblokjes wel in voor organische exemplaren (voor hun iets krachtiger bijtpunt). Ook over de remschijven hebben we niets te melden. Eerst reden we zowel vooraan als achteraan rond met schijven van 180 millimeter, om later vooraan over te stappen op een remschijf van 203 millimeter (het oude XTR-model op de foto hierboven) voor een maximum aan remkracht tijdens de endurowedstrijden waar we van start gingen. Op beide remschijven valt na afloop van de test een kleine slag waar te nemen, maar dat hinderde de goede werking niet.

Naven: stilte, we draaien

Tot slot nog een woordje over de XTR-naven in onze wielen op de Ibis Ripmo. Het viel heel wat fietsgezellen op dat de achternaaf … zo stil is!

Nochtans vinden we de Scylence-technologie, die samen met de rest van de nieuwe groep werd aangekondigd, niet terug op de naven. Deze technologie werd finaal uitgesteld. Het freewheel maakt echter weinig of geen lawaai. Wat slechts bijzaak kan lijken, wordt echter heel aangenaam. Je hoort enkel nog het geluid van de banden. Stil dus, maar ook betrouwbaar. De lagers draaien nog steeds zeer goed na talloze wasbeurten met de tuinslang (echter nooit met hogedruk). Zoek niet naar de IS-standaard met 6 bouten, Shimano maakt op de XTR zoals steeds gebruik van een Centerlock-bevestiging voor de remschijven.

Verdict:

Is de nieuwe XTR 12-speed groep een waardige opvolger van zijn voorgangers? Ja! Presteert hij zo goed als aangekondigd door Shimano? Absoluut! De nieuwe Shimano XTR schakelt zonder aarzelen en bliksemsnel wanneer de ketting onder spanning staat. De aandrijving is duurzaam en werkt onverstoord. De cassette kreeg perfecte schakelstappen mee en de shifter is ergonomisch een pareltje. Jammer dat je er stevig tegen moet duwen, de enige schaduw op een voor de rest onberispelijke werking. De snelle slijtage van de traparm zou niet mogen voor een (dure) groep uit het topsegment, ook al is dit enkel visueel en hindert het de werking niet. Maar het probleem duikt nu al op meerdere generaties van de XTR op en het is jammer dat Shimano dit probleem niet echt aanpakt. De remmen zijn krachtig en betrouwbaar en het freewheel muisstil. We zijn echter ook benieuwd wat de nieuwe XT-groep, die qua prijs-kwaliteit altijd al interessanter was dan de XTR, zal geërfd hebben van zijn beroemde broer bij zijn passage naar 12 versnellingen. En dat zullen we snel weten, want we hebben zonet op dezelfde Ibis Ripmo een XT-groep gemonteerd voor een duurtest. Daar vertellen we over enkele maanden meer over.

Shimano XTR 12-speed

  • Schakelen wanneer ketting onder spanning staat
  • Ergonomie shifter
  • Schakelstappen cassette
  • Duurzaam
  • Krachtige en betrouwbare remmen
  • Muisstil freewheel
  • Centerlock-bevestiging remschijf
  • Harde druk nodig op shifter om te schakelen
  • Slijtage traparmen

Évaluation des testeurs

  • Best getest
  • Hartendief
  • Prijs-kwaliteit

DoorChristophe Bortels