Test | Het DT Swiss 232 One-platform: onbemind? Onterecht!

Het Zwitserse DT Swiss lanceerde drie jaar terug hun 232 One-platform. Met een vork, een demper én een dropper post richtten ze zich tot de crosscountry- en marathonrijder. Tijdens de introductie werd er niet zoveel gesproken over een laag gewicht – want dat mag je eigenlijk als vanzelfsprekend beschouwen bij XC-producten – maar vooral over de werking en betrouwbaarheid. Wij zijn de afgelopen maanden stevig aan de slag gegaan met de, in de praktijk veel minder aanwezige, concurrent van RockShox en Fox. Wat vonden we er van, is het gebruik beperkt tot crosscountry of kan je er ook wat stevigere trails mee rijden, en is er een gegronde reden waarom je DT Swiss (buiten de wielen) zo weinig afgemonteerd op een MTB ziet? Lees het hier!

Klik op de link hieronder om rechtstreeks naar de afzonderlijke testverslagen te gaan >>>

D 232 One: de verstelbare zadelpen

In navolging van de 535 vork en demper, die gericht zijn op de trail/all-mountain en endurorijder, kwam DT Swiss voor het crosscountry-publiek begin 2020 op de proppen met het 232 One-platform bestaande uit: een nieuwe verende vork, een nieuwe demper en ook een lichtgewicht verstelbare zadelpen. Deze laatste sprong onmiddellijk het meest in het oog wegens zijn unieke look en design. In tegenstelling tot de klassieke dropper posts, staat deze immers op zijn kop. De Zwitsers in Biel – waar de hoofdkantoren van DT Swiss zijn gevestigd – waren met de D 232 One ook de eersten die een dropper op de markt brachten die een stuk lichter was dan de concurrentie. Laat ons om te beginnen, die eens van naderbij bekijken.

Volgens de fabrikant weegt deze dropper, met zowel de pen als kop in carbon, slecht 369 gram in de 30.9 versie. Wij wogen deze zelf (zonder remote) en kwamen op 368g uit. Er is ook een versie, de D 232, waar de carbon onderdelen uit aluminium bestaan en deze zou een 50 gram meer wegen en tegelijk ook 130 euro goedkoper zijn (499 euro ten opzichte van 369 euro). Als je gaat vergelijken met de recenter gelanceerde Fox Transfer SL (519 euro en – aangekondigd – 352g) en de BikeYoke Divine SL (350 euro en – zelf gewogen – 397g in 31.6mm diameter), dan kan de D 232 One nog vlot mee met de concurrentie.

Het moet wel gezegd zijn dat de D 232 One enkel bestaat met 60mm drop, terwijl de bovenstaande gewichten van vernoemde concurrenten overeenkomen met respectievelijk 75mm voor de Transfer SL en 80mm voor de Divine SL. Deze laatste twee bestaan ook in de 31.6mm zadelpendiameter, terwijl de DT Swiss enkel bestaat in 27.2 en 30.9. Voor een frame met een zadelbuis van 31.6mm, moet je dus een shim plaatsen. Geen schrik, deze weegt niet veel (een kleine 10 gram) en zorgt in de praktijk voor geen enkel probleem of gekraak. Ze zijn vlot verkrijgbaar en verhogen de eindafrekening met 15 tot 20 euro.

De Divine SL kan eventueel nog ingekort worden, waardoor je nog een paar grammen kunt winnen, en werkt op de klassieke hydraulische manier. Dit in tegenstelling tot de veer die wordt gebruikt bij DT Swiss (en de Fox Transfer SL).  Met een veer kan de dropper op slechts twee posities worden gezet. De volledig uitgestrekte en de volledig ingezakte.

Een bijkomend voordeel van een simpel mechanisch design is dat het onderhoud ook een stuk makkelijker is. Bij de 232 One is dit nog uitgesprokener door het UPSIDEDROP-ontwerp, waardoor je met enkele simpele acties de dropper kunt openen en servicen, terwijl er ook meer ruimte is voor het mechanisme. Het door een spaak aangedreven ontgrendelingsmechanisme maakt ontluchten bovendien overbodig.

De werking is supersnel, strak en uiterst smooth. Er is zoals bij elke verstelbare zadelpen wat zijwaartse speling, maar dit is niet verergerd tijdens onze toch wel lange testperiode.

Wij reden meerdere maanden met deze dropper post en kwamen tot de volgende bevindingen: de werking is supersnel, strak en uiterst smooth. Er is zoals bij elke verstelbare zadelpen wat zijwaartse speling, maar dit is niet verergerd tijdens onze toch wel lange testperiode. We hadden wat geruchten opgevangen over problemen met betrekking tot de betrouwbaarheid van deze dropper, maar wij hebben geen enkele issue gehad. Het enige dat belangrijk is, is dat je de sluitring  (met de hand) stevig aandraait. Die was bij onze eerst rit wat losgekomen en het kan geen kwaad dit regelmatig eens te checken.

Bij de installatie van de dropper is het initieel een beetje opletten geblazen omdat de kabelverbinding met de dropper echt wel gevoelig en tegelijk eenvoudig is, DT Swiss noemt het de QUICKRELEASE-technologie. Bij het hoger of lager zetten van je zadel moet je zeker in de gaten houden dat je de kabelbehuizing mee begeleidt.

Een unieke eigenschap van deze dropper is dat als je het zadel omhoog trekt aan de neus, die ook omhoog zal schieten. Op zich niet per se handig of onhandig, maar in geval van nood kun je dus altijd terugkomen op je normale zitpositie. De zadelklem is redelijk uit de kluiten gewassen en wij hadden hierdoor wat moeite om ons zadel te monteren. Het was wringen en puzzelen. Voor de rest bestaat de bevestiging uit een brug met een bout voor en achter. Hiermee kun je makkelijk de inclinatie aanpassen en heb je ook een betrouwbare en kraakvrije montage.

Dan komt de hamvraag, is 60mm drop voldoende? Dat hangt er een beetje vanaf … Op een hardtail kwamen wij soms in de verlegenheid en duwde het zadel ons iets te veel tussen de billen. Het ontbreken van een achtervering zorgt ervoor dat zo’n fiets meer naar voor gaat kantelen en er achteraan niks gecompenseerd wordt door een inverend frame.

Met een full-suspension hadden we met de 60mm de voor ons ideale sweet spot gevonden. We hadden net genoeg clearance om alles te rijden wat wij met een XC-fiets kunnen rijden (zie video, waar we trouwens ook met de 232-vork en -demper reden) en tegelijk mistten we ook nooit een tussenstand van de dropper. Op de laagste stand konden we immers nog enigszins normaal kracht zetten op de trappers. Als je trails gaat opzoeken, die nog moeilijk onder de noemer “crosscountry” vallen, dan kom je soms wel tekort aan ruimte boven het zadel door de beperkte drop. Hier moet je gaan compenseren door je techniek en snelheid.

Zijn we dus fan van de D 232 One. Jazeker! Op papier twijfel je misschien door het vreemd uitziende UPSIDEDROP-design, de beperkte 60mm drop en het feit dat de dropper niet bestaat met een 31.6 zadelpen-diameter. Maar in de praktijk is dit een lichte, betrouwbare en scherp werkende verstelbare zadelpen. Wij hadden voor onszelf voldoende ruimte dankzij de dropper, maar we zijn er zeker van dat er de vraag is voor ietsje meer drop. Het unieke ontwerp heeft hier waarschijnlijk zijn beperkingen, maar 80 of 100mm moet volgens ons naar de toekomst zeker overwogen worden door DT Swiss.

F 232 One: de verende voorvork

De F 232 One is de vernieuwde verende voorvork voor crosscountry gebruik van DT Swiss. Dit is de opvolger van de OPM O.D.L, waarmee Nino Schurter en Jenny Rissveds olympisch goud haalden in Rio. Er zijn in totaal 12 verschillende versies van deze vork. Ze bestaat met 100, 110 en 120 mm veerweg, met of zonder remote lockout en met een offset van 51mm of 44mm. Bij de lancering was er nog geen 44mm offset beschikbaar, terwijl de markt al stevig deze richting was uitgegaan (nu wordt er bijna geen enkele fiets meer uitgeleverd met vorken van 51mm offset). Een jaar na de lancering kwam DT Swiss dan “eindelijk” met hun 44mm. Wij hebben de vork nu dus getest in zijn 120mm, remote lockout en 44mm variant.

Er wordt een gewicht aangekondigd van 1480g voor de 100mm versie waarmee deze vork zich wat zwaarder positioneert ten opzichte van de Fox 32 Step-Cast (1456g) en zeker in vergelijking met de RockShox SID SL (1326g). Onze 120mm vork moet je qua gewicht (en rijgedrag) echter gaan vergelijken met de Fox 34 Step Cast (1628g), de RockShox SID (1530g) en de SR Suntour Axon-Werx 34 (1614g) … want dat zijn de concurrerende modellen die bestaan in 120mm.

Qua prijs scoort de F 232 One alvast zijn eerste punten met zijn 1099 euro. Die ligt een stuk onder de Fox 34 Factory Step-Cast (1459 euro) en is ook een tikje goedkoper dan de RockShox SID Ultimate (1163 euro) en de SR Suntour Axon-Werx 34 (1199 euro). Dit zijn trouwens steeds de prijzen met spatbord en remote-hendel.

Wij wogen onze DT Swiss F 232 One met een ingekorte stuurbuis van 165mm op 1512g. Dit bevestigt de lichtgewicht reputatie van DT Swiss, maar we moeten er wel rekening mee houden dat deze vork slechts 32mm vorkpoten heeft en we in de praktijk zullen moeten ondervinden of de vork qua werking en stijfheid kan volgen met de concurrenten met dikkere vorkpoten. Hou er ook rekening mee dat al deze gewichten zonder as zijn (die weegt meestal tussen de 40 en 50 gram) en zonder ster of expander (30-40g).

Onze rijklare F 232 One, met zijn as van 49g, het perfect aansluitende spatbord van 59g en een ster van 26g, komt op 1646g. Er is in tegenstelling tot de O.D.L. geen extra lichtere versie met carbon kroonstuk en stuurbuis.

Qua look kunnen we alleen maar enthousiast zijn over deze zwarte stealth vork met futuristische vorkboog en minimalistische vorkpoten (DT Swiss noemt het Topology Optimization), waar al het overbodige materiaal werd achterwege gelaten. De inkepingen bij de vork hebben wel het kleine nadeel dat ze moeilijk proper te maken zijn.

Alles straalt verfijning en afwerking uit, zoals ook de bevestiging van de kabel voor de remote lockout. Op het lockout mechanisme van de vork kun je enkel met een T10 sleutel de compressie veranderen, maar je zult weldra lezen dat je bij deze vork net heel weinig op dat gebied zult moeten aanpassen. Ook het vermelden waard is dat we tijdens de testperiode geen enkel probleem hebben ondervonden met de werking van het lockout mechanisme. Wat bij de concurrerende merken niet per se altijd het geval is, zeker als je zoals ons enkele modderige ritten hebt meegemaakt.

Er zitten verschillende technologieën verwerkt in de vork. Zo heb je de APT-technologie, dat staat voor Adaptable Progression Tune, waarbij de rijder de progressie van de luchtveercurve kan aanpassen door volume spacers in de luchtkamer van de vork toe te voegen of te verwijderen, zonder dat de soepelheid van de vork wordt beïnvloed. Op zich niks speciaals, want deze mogelijkheid heb je op alle high-end vorken. Wat wel handig is, is dat je de luchtkamer met een simpele 15mm dopsleutel kunt openen – nadat je alle lucht hebt laten ontsnappen.

Dankzij de LINEAIR-technologie heb je een makkelijk aanspreekpunt in het begin van de veerweg voor controle en rust, een lineair gevoel in het midden en een progressief eindverloop om de grote klappen op te vangen.

Er is de LINEAIR-technologie die zorgt voor een specifieke veerkarakteristiek. Het is een systeem met twee luchtkamers die met een bypass in verbinding staan met elkaar. Door de grootte van de luchtkamers en de positie van de bypass is de werking van de vork specifiek afgestemd op de behoeften van XC-rijders. Zo heb je een makkelijk aanspreekpunt in het begin van de veerweg voor controle en rust, een lineair gevoel in het midden en een progressief eindverloop om de grote klappen op te vangen. We komen later bij de demper nog in detail terug hoe het exact werkt.

Als laatste is er ook de INCONTROL-demping, waarbij:

• In de OPEN stand: de olie vloeit doorheen de low speed (LSC) en high speed compressie (HSC) kanalen. Je kan hier de LSC in 14 stappen sluiten.
• In de DRIVE stand: het LSC kanaal is gesloten. Alle olie stroomt door het HSC-kanaal. De vork reageert hierbij bijna uitsluitend op snelle schokken die van de grond af komen en zo goed als niet meer op bewegingen van het lichaam.
• In de LOCK stand: de LSC- en HSC-oliekanalen worden afgesloten Een blow-off valve beschermt rijder en interne componenten tegen onverwachte klappen.

In de praktijk geeft dit een vork waar wij heel veel plezier mee hebben gehad en een dikke aanrader is voor elke prestatiegerichte XC- of marathonrijder. Ten eerste is er de kenmerkende harde lockout die je enkel bij DT Swiss zult terugvinden. De tussenstand is een heel stugge, waardoor je in de open stand weinig of geen extra low-speed compressie moet gebruiken. Bij vorken met twee standen of een soepele tussenstand, zoals bij Fox, moet je dikwijls meer low speed compressie instellen om het dansen in de veerweg bij zittend klimmen te vermijden. Het enige nadeel aan de stugge tussenstand van de F 232 One is dat je die bij een full-suspension moet combineren met een demper die eveneens zo’n stugge tussenstand heeft, zoals bijvoorbeeld de R 232 One.

Voor ons totale rijdersgewicht (lichaamsgewicht en uitrusting) van 75kg en redelijk agressieve rijstijl hadden wij 80PSI in de vork en 2 volume spacers gemonteerd. Dit gaf ons een boterzacht gevoel bij het begin van de veerweg – zeker omdat je met de compressie volledig open kunt rijden – en bij opeenvolgende klappen gaf deze vork geen krimp en bleef deze hoog in de veerweg. Ook bij grote jumps en impacts deed de vork alles wat we verwachtten en hoopten.

Dan resteert nog enkel de vraag of de stijfheid van het 32mm chassis te vergelijken is met dat van de concurrentie die met 34mm (Fox en SR Suntour) of 35mm (RockShox) uitpakken. Wij rijden al lang met de uitstekende SR Suntour en de DT Swiss moet op dit gebied zeker niet onderdoen. We hebben ze echt tot het uiterste getest en het verbaasde ons eigenlijk dat zo’n slanke vork zo stijf kan zijn. We kunnen ons wel inbeelden dat een zwaardere rijder, die richting de 90kg gaat, een verschil zou kunnen merken. Maar deze vork kun je zeker en vast inzetten bij heel stevige technische trails.

Wordt deze vork onterecht vergeten tussen het RockShox en Fox geweld? Absoluut! De DT Swiss F 232 One is een fantastisch werkende en strak uitziende vork, die bovendien licht en betaalbaar is. Smijt daarbovenop een lekker harde lockout en heel stugge tussenstand en je hebt, toch zeker voor wat wij verwachten in België en Nederland, een absolute topvork. We hebben daarnaast in de maanden die we getest hebben geen enkel probleem ondervonden en verwachten er ook geen te hebben tot we aan het eerste grote onderhoud toekomen.

R 232 One: de demper

We kunnen het rijtje goeie eigenschappen op papier van de F 232 One-vork terug aflopen bij de R 232 One-demper. Ze is licht, want brengt slechts 266g op onze weegschaal (in de 190x45mm versie, inclusief bushings) en ze is niet overdreven duur: 459 euro. De verschillen met de andere merken zijn hier echter niet zo uitgesproken als bij de vork.

Je hebt opnieuw de zwarte stealth look met een minimalistisch en clean ontwerp. De kabel van de remote is makkelijk te installeren en de reboundknop is goed te bereiken. Er is, zoals meestel bij XC-dempers, geen mogelijkheid om de compressie aan te passen. Mooi detail bij de afwerking is dat de bushings voorzien zijn van kleine rubberen ringetjes. Zo vermijd je gekraak ter hoogte van de bevestigingspunten van je frame.

Wij merkten in de praktijk dat de blow-off van de lockout gevoeliger is dan bij de vork. Waarschijnlijk komt dit omdat er meer lichaamsgewicht op de demper terechtkomt bij een onverwachte klap.

Ook hier heb je de INCONTROL-technologie, waarbij je een harde lockout met blow-off valve hebt en een lekker stugge tussenstand, waarbij het low speed compressie-circuit gesloten is. Wij merkten in de praktijk dat de blow-off van de lockout gevoeliger is dan bij de vork. Waarschijnlijk komt dit omdat er meer lichaamsgewicht op de demper terechtkomt bij een onverwachte klap.

Als je met te weinig druk rijdt (zoals wij deden in het begin) krijg je de indruk dat de lockout niet goed werkt. Dit komt eigenlijk door de uitstekende werking van de LINEAIR-technologie, waardoor je met te weinig druk toch nog behoorlijk kunt rijden met de demper.

We hebben de demper onderworpen aan alles wat een XC- of marathonrijder ermee zou kunnen gaan doen. Gaande van krachtig, technisch en explosief klimmen, stevig versnellen uit de bocht en sprinten met geblokkeerde veringen tot lange vermoeiende afdalingen met drops en sprongen.

De uiterst stugge tussenstand zorgt samen met de vork voor een heel performante trapefficiëntie, zowel op het vlakke als bergop. Je kunt daarbij perfect recht op de trappers gaan staan en versnellen zonder dat je onnodig energie gaat verspillen. Ook bij hindernissen zoals wortels en stenen blijft de demper (net als de vork) in deze stand werken en reageren. Het high speed compressie-circuit staat immers niet geblokkeerd. Het blijft natuurlijk een compromis waar je maximale demping en ultieme tractie gaat opofferen voor trapefficiëntie.

Wij reden finaal met 170 PSI in de demper, wat overeenkwam met 20% sag. Initieel reden we met slechts 120 PSI en 30% sag. Hierbij werkte de demper eigenlijk best OK, desondanks we veel te snel op het einde van de veerweg kwamen.

De lockout bij het DT Swiss 232 One-platform is heel hard, maar heeft wel een blow-off ter bescherming van de interne componenten. De vork deed altijd wat we wilden, maar bij de demper is de juiste (voldoende) druk absoluut noodzakelijk of je slaat – als je gaat rechtstaan – voortdurend doorheen de lockout. Wij reden finaal met 170 PSI in de demper voor onze 75kg rijdersgewicht, wat overeenkwam met 20% sag. Initieel reden we met slechts 120 PSI en 30% sag. Hierbij werkte de demper eigenlijk best OK, desondanks we veel te snel op het einde van de veerweg kwamen.

In de open stand doet de demper zonder verpinken uitstekend zijn werk. Tractie en controle in het begin van de veerweg, ondersteuning in de midstroke en ze wordt mooi progressief naar het einde toe. Ook bij afdalingen van meer dan 10 minuten blijft de werking behouden en speelt oververhitting geen rol. Er is met andere woorden voor een cross/downcountry-fiets geen enkele reden om de zwaardere R 535 One-demper met groter (lucht)volume te monteren.

Is de DT Swiss R 232 One een must-have upgrade op je full-suspension? Als je op zoek bent naar een stuggere en performantere tussenstand, dan denken wij van wel. Voor de rest doet deze demper alles uitstekend, hoewel je wat moet opletten bij het vinden van de juiste luchtdruk. Er is zelf weinig te veranderen aan de veerkarakteristieken van de demper, want je kunt de compressie niet aanpassen en ook geen volume spacers monteren. Maar op zich hebben wij dit niet gemist.

De L1, L2 en L3 remote hendels

DT Swiss heeft zijn eigen hendels om de 232 One-componenten te bedienen. En om het overzichtelijk te houden hebben ze die logisch naamgegeven. Je hebt de L1, die één functie heeft: die van de dropper te bedienen. Daarnaast heb je de L2, die twee functies heeft: de lockout van vork en demper. En als laatste de L3: die zowel vork, demper als dropper bedient.

De L1 is de hendel die in het verleden populair was toen er nog met een voorderailleur werd gereden. Deze kan je links of rechts op je stuur plaatsen en is nog van toepassing als je bijvoorbeeld een lockout hendel of dropper post remote hebt staan links onderaan. Het geheel is, zoals we ondertussen gewoon zijn van DT Swiss, netjes afgewerkt, met een klem die openscharniert en een geheel dat slechts 17g op de weegschaal legt. Het contactpunt met de duim is geribbeld en er zit geen terugduwende veer in de L1 remote. Dit is wat jammer, want als de D 232 One-dropper post omlaag staat, dan zit de hendel wat los te bengelen. De L1 is te koop voor 69 euro.

De L2 en L3 zijn eigenlijk net hetzelfde, met dat verschil dat bij de L3 er ook een dropper remote op staat geschroefd. Je kunt dus in theorie je L2 upgraden naar een L3. De hendel om vork (en demper) te bedienen, is klein en we vinden de knoppen net wat te glad. Het contactpunt van de DT Swiss dropper remote is dan weer van gaatjes voorzien, waardoor we voldoende grip hebben. Maar ze is net te kort, we moesten onze duim te veel uitstrekken. Ook hier zit er geen terugduwende veer, en zit de hendel wat te schodderen als de D 232 One-dropper in zijn laagste positie staat. Het geheel van de L3 hendel steekt ook best ver naar onder uit. We zijn er nooit met onze knie tegengebotst, maar ze raakt – als het stuur wegslaat – wel de bovenbuis van elke fiets waar we het op gemonteerd hebben.

Er is een DOUBLESTAGE (Open, Drive, Lock) en een SINGLESTAGE (Open, Lock) versie. Aangezien de F 232 One en R 232 One voorzien zijn om in drie standen te werken, gebruikten wij de eerstgenoemde.

De L2 werkt voor de rest uitstekend en weegt slechts 35g. Er is een DOUBLESTAGE (Open, Drive, Lock) en een SINGLESTAGE (Open, Lock) versie. Aangezien de F 232 One en R 232 One voorzien zijn om in drie standen te werken, gebruikten wij de eerstgenoemde. Maar je kunt dus de andere bijvoorbeeld gebruiken bij RockShox-veringen. Een L2 kost je 65 euro, een volledige L3 dan weer 109 euro en weegt 84 gram.

Onze ideale persoonlijke set-up bestond dan weer uit de “oude” Two-in-One hendel vanuit het O.D.L.-tijdperk – linksboven te monteren – en de dropper post hendel linksonder. Zo had onze myeline-verbinding tussen onze hersenen en duim geen last van keuzestress. Boven zijn de veringen, onder de dropper!

Belangrijk om te weten is dat bij zowel de L2 als Two-in-One-hendel (die nog steeds verkrijgbaar is voor 55 euro en 30g weegt), je steeds adjustment barrels tussen de kabelbehuizingen moet bevestigen om de spanning op de kabels te kunnen aanpassen. Die zitten immers niet op de hendels.

DT Swiss biedt met zijn L1, L2, L3, Two-in-One hendels en dropper post remote een zee van keuzes om je eigen persoonlijke voorkeur te vinden. Ze werken allemaal goed, alleen van de dropper post remote waren we niet enthousiast. Je kunt natuurlijk altijd eentje van een ander merk monteren, let op, die van een Reverb AXS past wat moeilijk.

[summary